NS-Familie rouwt om drama Oss: ‘Het blijft heftig’
Hoofdconductrice Lien Zwak (59) vangt collega’s op na een traumatisch ongeval tijdens hun werk. Metro spreekt met haar na het drama in Oss. „Hier kom je niet een, twee, drie overheen.”
Het is donderdagochtend als Lien Zwak op een vrije dag de stad in gaat. Als ze een winkel binnenstapt en de spullen bekijkt, wordt het langzaam rumoerig om haar heen. Mensen pakken hun telefoon, kijken elkaar aan en beginnen te praten. Iets met ‘NS’, een ‘ongeval’ en ‘kinderen’, vangt ze op. Woorden die Zwak, als hoofdconductrice, op scherp zetten. Ze pakt haar telefoon uit haar tas en leest het nieuwsbericht. „Potverdorie, dacht ik. Het zal toch niet…”
Een week na het dramatische ongeluk in Oss, waarbij vier kinderen om het leven kwamen door een aanrijding tussen een trein en een Stint, is Nederland nog volop in rouw. De spoorwegovergang is overladen met bloemen, knuffels en kaarten. Inmiddels is duidelijk dat een 11-jarig meisje en de 32-jarige begeleidster buiten levensgevaar zijn. Er is ruim een kwart miljoen euro opgehaald voor de slachtoffers en nabestaanden.
Halfstok
Ook de NS is in de greep van het ongeluk, zo is merkbaar op onder meer social media. Het treinpersoneel uit massaal hun medeleven of verandert de profielfoto in een zwart NS-logo met brandende kaars; een uiting van respect. Ook hangt op het hoofdkantoor in Utrecht de vlag halfstok. „Het leeft ontzettend”, bevestigt Zwak. „Het gaat eigenlijk over niets anders. Aan de koffietafel, in de groepsapp, in gesprekken onderling: Iedereen is aangeslagen.”
Knoop in m’n maag: Dat is wat ik als vader, maar ook als machinist al 2 dagen heb. Vandaag na 2 vrije dagen een avonddienst.. waarbij ik net langs #Oss ben gekomen. Met het vreselijke ongeval in gedachten voelt het toch heel gek om hier te rijden. #sterktevooriedereen
— Spoor Meester (@SpoorMeester) September 22, 2018
Zwak is onderdeel van ‘Vangrail’, een netwerk van medewerkers die zelf een traumatische ervaring tijdens hun treindienst hebben meegemaakt en daardoor een luisterend oor kunnen bieden aan collega’s. Jaarlijks krijgen leden een speciale training om collega’s goed te kunnen bijstaan. Vangrail is een aanvullende hulpdienst op de opvang en behandelingen van erkende hulpverleners die de NS biedt.
„Personeel dat een ongeluk meemaakt wordt gelijk professioneel bijgestaan door de NS en dat is hartstikke goed. Maar het komt ook voor dat je een trauma later verwerkt, omdat het dan rustiger is. Mensen vragen zich af waarom ze nog steeds niet goed slapen of waarom ze nog zo snel schrikken. Omdat hun partner de gebeurtenis niet heeft meegemaakt, kan het prettig zijn om te praten met een collega die het ook heeft ervaren.”
Wie een carrière binnen het treinleven ambieert, weet dat de kans groot is dat je een aangrijpende gebeurtenis meemaakt. Maar hoe stevig je jezelf ook voorbereidt, een ongeval went nooit. Met 27 jaar ervaring in het treinleven weet Zwak dat als geen ander. In haar functie dient ze bij een ongeluk als eerste naar buiten te treden om de situatie in kaart te brengen. Tot nu toe is het haar vijf keer overkomen.
Reactie
„Het blijft heftig. Iedereen reageert er ook anders op. Wat mij bijvoorbeeld verbaasde is dat ik na zo’n gebeurtenis elke keer veel honger kreeg. Dat verwacht je niet en ergens voelt het ook ongepast. Later kwam ik erachter dat het een normale reactie is, omdat je vol adrenaline zit en op de top van je kunnen gepresteerd hebt. Daar reageert je lichaam op. Het is fijn dat als collega’s kunnen vertellen dat je gevoel niet raar is.”
De collega’s die dienst hadden in trein naar Oss zijn opgevangen door de NS en professionele hulpverleners. Hun identiteit wordt vanwege hun privacy ook intern zoveel mogelijk afgeschermd. Wel is er een adres geopend waar collega’s hun steunbetuigingen naartoe kunnen sturen. Een mogelijkheid waar volop gebruik van wordt gemaakt, weet Zwak.
„Wat het personeel in de trein naar Oss is overkomen, is niet in woorden te bevatten. Iedereen verwerkt een trauma op z’n eigen manier, maar dat je hier niet een, twee, drie overheen komt staat buiten kijf. Het is een ervaring die jarenlange impact kan hebben. We willen allemaal graag bijdragen aan het herstel.”