‘Geef me een knuffel, tijgert!’
Metro’s Iris gaat op wereldreis door eigen (spoorweg)land van Akkrum tot Zandvoort aan Zee en ze neemt mee: haar zwemspullen, meestal goede humeur én Huawei P20 Pro (laatst nog bekroond tot beste telefoon) waarmee ze van alles vastlegt, van duckfaces in monsterformaat tot Hennie, de grote vriendelijke fietsenstallingman.
Aflevering 5: Amsterdam CS – Halfweg – Zwanenburg
Voordat ik de trein weer pak, loop ik de souvenirwinkel in op Amsterdam CS. De Delfts blauwe badeend is hier de bestseller, ,,maar vraag me niet het verhaal erachter, want dat is er niet”, zo zucht de verkoopdame die niet ongelooflijk veel zin in de dag lijkt te hebben en mijn prangende vraag of ze misschien met haar duckface bij de badeend van monsterformaat wil poseren, slik ik snel in.
Vrolijke frans Hennie
Ik maak een rondje om CS. Een fraai station, wat je bijna zou vergeten te zien door alle rolkoffertjes om je heen. Hé tijgert! hoor ik al van zo’n tien meter afstand. ,,Ik zag al meteen dat jij wel tegen een geintje kunt, of niet tijgert?” grijnst de man in zwarte fietsenstalling polo als ik voor hem sta. Als een ware poortwachter begroet hij iedereen die erin komt of eruit gaat. ,,Maar wat zijn ze chagrijnig allemaal tegenwoordig…” Dat begint ’s ochtends al bij het fietsenstallen en gaat tot ’s avonds laat door. Hij niet, hoor, schudt hij z’n hoofd met z’n grote vriendelijke lach. ,,Ik blijf gewoon lekker tegen iedereen aanpraten en grapjes maken.” Twee toeristen vragen hem waar de ‘ferry’ is. ,,When you need the ferry, you don’t need a strawberry”, zingt hij en dan, best een beetje trots: ,,Ik verzin het ter plekke, zou je niet zeggen, hè?”
Hennie
Hij heet Hennie. Net als m’n moeder, maar dan met -ie, en net als m’n moeder is hij ook niet heel blij met z’n naam. Hij baalt er zelfs een beetje van. ,,Ik weet niet…” en hij neemt z’n tijd voor het vervolg. ,,Ik geloof dat ik het niet zo’n dáppere naam vind.” Hoe hij dan zou willen heten? Geen seconde denkt hij na en spreekt de naam uit alsof hij parels en puur goud als ware confetti uit z’n mond lanceert: Donnie.
Hartje?
Op z’n arm zie ik de donkerblauwe contouren in eeuwige inkt van wat ooit een hartje was… Een verloren en daardoor uitgevaagde liefde? Oh nee, hoor! lacht hij mijn veronderstelling weg. Het was een impulsieve tieneractie, nadat zijn broertje bij zichzelf een tattoo had gezet. Wilde hij toen dus ook en daar ging Hennie met Oost-Indische inkt en een hete naald aan de (Franse) slag. Geen idee wat het voor moet stellen, ,,ik deed maar wat”, maar ik zie er wel een hartje in. Of een aardappel.
Suikerfabriek
Ik ga er weer vandoor (,,geef me een knuffel, tijgert!”) en besluit deze vrolijke frans Hennie slash dappere Donnie te onthouden voor een eventuele herfstdip. Met het geluid van rolkoffertjes nog nagalmend in m’n hoofd, stap ik de Sprinter in naar Halfweg – Zwanenburg, een lieflijk stationnetje, vlakbij de oude suikerfabriek. De stenen gebouwen van weleer brengen je met een blik erop terug naar vervlogen tijden en wanneer je je ogen een beetje dichtknijpt en je neusgaten openspert (en met wat verbeeldingskracht), kun je de zoete geur nog ruiken. ,,Ik denk een silo ofzo”, knikt een man van weleer naar het groteske koperen torenachtige ding dat boven alles uitreikt. ,,Bewaarden ze de suiker in, want dat was hier veel.”
Momentje
Tegen een van de nieuwere gebouwen staat een man z’n momentje te pakken met een cigarillo. ‘My little escape’, knipoogt hij. Vrolijke Engelsman Chris woont al vijftien jaar in Nederland en beleefde zijn wilde jaren in Amsterdam. ,,Mooie tijden…” droomt hij even weg, tegen het stenen gebouw waarin zijn werkgever Paal 15 huisvest. In de grote stad vond hij zijn grote liefde en de rest is geschiedenis. Nu reist hij elke dag van Purmerend naar Halfweg – Zwanenburg. ,,Het is raw hier, houd ik wel van.” Ondanks vele veranderingen (,,ik heb nu een tuin”), is zijn Nederlandse lievelingswoord nog altijd hetzelfde als vijftien jaar geleden, ,,afstandsbediening.”
Lucky number…
Ik loop weer richting station wanneer mijn oog valt op de slogan van Fair Play Casino, waar het op dit vroege uur van de dag nog niet heel druk lijkt, zo door de donkere glazen ramen heen. Luck is just around the corner en hoopvol loop ik snel het hoekje om. Helaas, niet de man van m’n dromen en ook geen koffertje met twee miljoen euro erin. Wel de zilverkleurige brievenbus van het casino, fonkelend in de zon. Ik kijk er naar en ontdek dan het huisnummer en moet erom lachen, daar in Halfweg – Zwanenburg. Wat een ongelukkig nummer, voor een casino.