Stagediscriminatie nog steeds probleem bij mbo’er
Onderwijsminister Van Engelshoven gaat maatregelen nemen om stagediscriminatie tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond nog altijd vaker moeten solliciteren om een stageplek te vinden dan autochtone mbo-studenten. Van Engelshoven vindt het „een onaanvaardbare situatie".
Vaker solliciteren
De cijfers zijn afkomstig van een enquête die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Research Centre for Education and the Labour Market (ROA) onder mbo-studenten hielden. Minder dan de helft van de mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond heeft in één keer een stageplek gevonden, terwijl tweederde van de autochtone mbo-studenten dat wel lukt. De discriminatie lijkt zich volgens de minister vooral te richten op meisjes met een hoofddoek en jongeren waarvan werkgevers het vooroordeel hebben dat ze ‘risicovol’ zijn.
Als er sprake is van stagediscriminatie, ‘omzeilen’ de scholen en studenten de discriminatie vaker dan dat ze het aanpakken. De scholen en studenten zoeken in dat geval een ander stageadres in plaats van dat ze het stageadres aanspreken op de discriminatie.
Niet alleen discriminatie
„Stagediscriminatie kan en wil ik niet accepteren", aldus Van Engelshoven. Het „ondermijnt het beeld van een rechtvaardige samenleving" en geeft studenten volgens haar het gevoel dat ze er niet bij horen. De minister wijst er bovendien op dat veel werkgevers juist klagen over tekorten. De onderwijsminister gaat nu honderden bedrijfsbezoeken organiseren waarbij bedrijven en studenten elkaar kunnen leren kennen.
Toch moeten we de verschillen in cijfers tussen de mbo-studenten met een niet-westerse achtergrond en autochtone mbo-studenten niet volledig op discriminatie gooien, vinden werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland. Zij vinden dat te kort door de bocht. Andere factoren spelen volgens hen ook een rol. Zo kiezen de mbo-studenten uit niet-westerse landen vaker studies met een minder goed perspectief op werk en vragen ze minder snel om hulp. Ook missen ze vaak een persoonlijk netwerk dat hen aan een stageplek kan helpen.
Meldpunt stagediscriminatie
Vorig jaar juni lanceerde de toenmalige minister van Onderwijs Jet Bussemaker het meldpunt Stagediscriminatie. Opvallend is dat daar in een jaar tijd (maar) zeventien meldingen van discriminatie zijn binnengekomen. Van Engelshoven roept studenten nu op om een melding te maken als ze stagediscriminatie ervaren. „Als die meldingen binnenkomen, kunnen we de stagediscriminatie ook relatief goed in kaart brengen", aldus een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met een campagne hoopt het ministerie het meldpunt Stagediscriminatie meer bekendheid te geven.