‘Skûtsjesilen is leuk, gaaf en spannend’
Vrijdag is de dag van de laatste race van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) in Friesland, maar wie denkt dat daarmee de skûtsjes-gekte over is, heeft het goed mis. Zaterdag start er namelijk gewoon weer een nieuwe wedstrijd: het Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen (IFKS).
Bij het skûtsjesilen worden er met zogeheten skûtsjes wedstrijden gevaren. Skûtsjes zijn oude Friese schepen. Een wedstrijd zoals de IFKS duurt een uur tot anderhalf uur en vergt veel van het concentratievermogen van de schipper.
‘Leuk, gaaf en spannend’
Schipper Lisanne Thie heeft er zin in. „Skûtsjesilen is super leuk, gaaf en spannend!", vertelt ze, terwijl de wind door haar haren wappert en haar bijna onverstaanbaar maakt. Ze staat nu achter het roer van het wedstrijdskûtsje waarmee ze morgen ten strijde zal trekken. „Ik ben hem aan het overvaren naar Hindelopen, daar gaat het IFKS morgen van start. Het skûtsje is overigens niet van haar, die huurt ze van Dirk Hengst. Die heeft namelijk een aantal skûtsjes in bezit die hij verhuurt voor bedrijfsuitjes of wedstrijden.
„Lisanne heeft de Zorg en Vlijt meegenomen, een skûtsje van honderd jaar oud”, vertelt Hengst. Een paar jaar terug heeft hij zelf meegedaan in de wedstrijd, maar nu houdt hij het op verhuren. „Maar het zeilen is spectaculair. Het gaat heel snel en dat zou je niet verwachten bij zo’n grote boot.” Het skûtsjesilen heeft een bepaalde magie waar hij zijn vinger niet op kan leggen. „Je moet het eigenlijk een keer meemaken. Een boot van achttien ton, die zo scheef in het water kan hangen, dat is gaaf.”
Voorvaderen
Hengst vertelt dat de eerste skûtsjeswedstrijden al in 1880 werden gevaren. „Skûtsjes werden toen gebruikt voor de vracht en in de periode dat die vracht er niet was, schreef een lokale kroegbaas weleens een wedstrijd uit. En dan gingen de binnenvaarders tegen elkaar varen.” De IFKS, waar Thie aan meedoet, bestaat sinds de jaren ’70.
„Het verschil tussen de SKS en de IFKS zit hem in de deelnemers”, legt Hengst uit. „Om mee te mogen doen aan de SKS moet je namelijk afstammen van een Friese binnenvaartschipper, anders mag je niet meedoen. De IFKS daarentegen is een open competitie.” En daarom mag van Thie daar wel aan meedoen.
Gigantisch schip
„Dit is het vijfde jaar dat ik deelneem aan de IFKS”, vertelt ze. „En mijn tweede jaar als schipper van Zorg en Vlijt.” Ze heeft een team van zestien bemanningsleden mee, die stuk voor stuk nodig zijn om het gigantische schip te zeilen. „Het is een boot van twintig meter en die zeil je met zijn allen.”
Vanaf zaterdag wordt er een week lang gevaren, met uitzondering van woensdag; dat is namelijk een rust- of inhaaldag. „We varen momenteel in de laagste klasse van de grote boten, omdat dit pas het tweede jaar is dat we meedoen met dit team.” Er zijn namelijk in totaal vier klassen, waarvan er een voor de kleinere boten is. „Als je in de top drie hoogste of laagste belandt, promoveer of degradeer je", legt Thie uit.
Het blijft even stil. „Volgens mij moet ik hier afslaan”, klinkt het vertwijfeld. Thie heeft nog zo’n twee uur te gaan voordat ze in Hindeloopen is en ze zich kan gaan inschrijven voor de IFKS. „Ik heb er echt zin in. Het skûtsjesilen is mijn passie. We hopen natuurlijk te winnen in onze klasse, maar er zijn sterke tegenstanders. We gaan het zien, we doen ons best.”