Maarten van der Weijden: ‘Schuldgevoel is nu minder’
Tweeënhalf jaar geleden keek Elfstedenzwemmer Maarten van der Weijden (37) een documentaire over twee bergbeklimmers. De een had een indrukwekkende bergklim niet overleefd, de ander wel. De man die de klim had gehaald, sprak in de documentaire over een ‘overlevingsschuld’: waarom had hij de tocht wel overleefd, en zijn maatje niet?
„Toen ik dat hoorde, kon ik mijn gevoel eindelijk een plekje geven”, vertelt Van der Weijden een week na de Tocht der Tochten. Hij wist meteen: het gevoel dat deze man omschrijft, is ook mijn gevoel.
De aanleiding
Van der Weijden kreeg op zijn negentiende de diagnose leukemie, een agressieve kankervorm waarvan slechts 4 op de 10 mensen geneest. Na vier chemokuren en een stamceltransplantatie werd hij vier jaar later volledig genezen verklaard. „Geweldig natuurlijk”, zegt de olympisch kampioen openwaterzwemmen, „maar ik kreeg ook last van een schuldgevoel. Als ik tegenover ongeneeslijk zieke kankerpatiënten sta, dan denk ik vaak: het is niet eerlijk dat ik het wél heb overleefd.”
De documentaire was de aanleiding tot het zwemmen van de monstertocht van, uiteindelijk, 163 kilometer. Hij wilde lijden, een bizarre prestatie leveren. Voor iedere gezwommen kilometer heeft Van der Weijden nu 27.337 euro opgehaald. Hij hoopt dat dit bedrag nog iets hoger wordt, zodat uiteindelijk de magische grens van 4,5 miljoen euro wordt bereikt. Goed voor elf verschillende onderzoeken naar kanker, die zijn goedgekeurd door de stichting KWF Kankerbestrijding.
De tocht
„Ik zit nog steeds op een roze wolk”, lacht Van der Weijden een dag na de huldiging in Waalwijk. Niet gek, want de teller staat inmiddels op 4,4 miljoen euro. Ter vergelijking: Serious Request haalde vorig jaar 5 miljoen euro op. Iedere euro die wordt gedoneerd, gaat linea recta naar kankeronderzoek.
Dat is waarschijnlijk ook een van de successen, denkt Van der Weijden. „Alle vrijwilligers, inclusief ikzelf, deden dit volledig vrijwillig.” In de steden waren nergens reclameborden te zien van sponsoren, iets wat volgens hem het succes ook ten goede kwam. „In de Friese steden waren geen borden met merken te zien, maar met quotes van kankerpatiënten. Ondanks je dan minder geld kunt vragen van sponsoren, ben ik blij dat we die keuze hebben gemaakt. Het ging om de patiënten.”
Dat er zoveel aandacht voor zijn tocht was, had Van der Weijden van tevoren nooit gedacht. „Zelfs niet durven dromen”, geeft hij toe. Waar het mee te maken heeft, vindt hij een interessant vraagstuk, maar ook lastig te beantwoorden. „Een hype kun je niet voorspellen. Maar het heeft denk ik ook met een stukje kwetsbaarheid te maken. In de sport hoor je altijd te zeggen dat je het haalt, maar ik gaf zondagochtend vroeg aan dat mijn lijden wel een grens kent. Door die kwetsbaarheid werd de tocht ook tastbaar.”
Schuldgevoel
Van der Weijden was na de bekendmaking dat recreanten niet mochten meezwemmen, nog even bang dat alle aandacht om ‘zijn sportieve prestatie’ zou draaien. „Maar dat gebeurde niet. Het bijzondere was dat de zwemtocht en het doel in Friesland heel mooi samen kwamen. De steden gingen zo vol staan, dat de tocht iets van ons allemaal werd.”
Of zijn schuldgevoel nu na 55 uur bijna non-stop zwemmen minder is geworden, vindt Van der Weijden lastig te zeggen. „Een schuldgevoel kun je niet rationaal veranderen, maar ik moet zeggen dat de geleverde prestatie prettig voelt. Ik heb inmiddels alweer verschillende kankerpatiënten ontmoet, en het voelt fijn dat ik iets voor hen terug heb kunnen doen. Ik heb geleden, maar dat is het waard geweest. Doordat er nu 4,4 miljoen euro binnen is, kan ik mezelf verantwoorden. Niet wetende dat het schuldgevoel nooit terugkomt.”