Lili en Howick smeken Rutte, Harbers en koningspaar
In een handgeschreven brief smeken de 12-jarige Lili en haar broer Howick (13) nog een laatste keer om niet uitgezet te worden en om hun moeder naar Nederland terug te halen. De brief is geschreven aan staatssecretaris Mark Harbers, premier Mark Rutte en het koningspaar.
Boos en verdrietig
„We zijn doodsbang want we weten niet waar we terechtkomen”, schrijven de broer en zus in hun brief. Vorige week vrijdag hoorden Lili en Howick dat ze zaterdag 8 september terug moeten naar hun geboorteland Armenië. Maar de twee kinderen wonen al tien jaar in Nederland en hebben, zoals ze schrijven, al hun vriendjes en vriendinnetjes hier. De brief werd vandaag door het AD gepubliceerd.
Lili en Howick zijn erg boos en verdrietig om de beslissing van de Raad van State. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de tieners in Armenië geen gevaar lopen voor vervolging of ernstige schade door een onmenselijke behandeling. Maar volgens de advocaat van de kinderen is er nog niets concreet geregeld. Ze hebben geen woning en ze zijn niet op een school ingeschreven.
Veel steun
De twee kinderen krijgen inmiddels steun van alle kanten. Twaalf hulpverleningsorganisaties hebben een manifest ondertekend, waarin ook zij de staatssecretaris nog één keer vragen om de kinderen in Nederland te houden. Onder andere Defence for Children en Plan Nederland hebben het manifest ondertekend.
Howick en Lili (13 en 12) zullen schade oplopen als zij worden uitgezet naar Armenië. Stuur NU een mail naar staatssecretaris @MarkHarbers, hij is de enige die hun uitzetting nog kan voorkomen. #LiliHowickBlijven #zezijnalthuis https://t.co/8xYxNIWG1s
— Defence for Children Nederland (@DefenceChildren) August 24, 2018
Als Lili en Howick uitgezet worden, komen ze waarschijnlijk in een weeshuis terecht. Hun moeder kan niet voor hen zorgen vanwege psychische problemen. Bovendien heeft zij een kleine kamer, waar maar één bed in staat. „Alstublieft breng ons niet naar een weeshuis en breng ons moeder terug. Ik hoop dat u naar ons wil luisteren."