‘Ik ben overtuigd pastafari, mijn geloof is serieus’
‘God is een vliegend spaghettimonster’. Dat is het uitgangspunt van de pastafari. Voor velen klinkt het als een grote grap, maar volgens Dirk Jan Dijkstra is het pastafarisme een gewone, ‘echte’ religie. „Religies klinken altijd gek als je ze niet zelf aanhangt.”
Dijkstra is oprichter van de Nederlandse tak van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster en was er lange tijd aartsbisschop. Inmiddels is de Emmenaar niet meer betrokken bij de Kerk, maar de religie speelt nog altijd een belangrijke rol in zijn dagelijks leven.
Liever-nietjes
„We hebben in het pastafarisme acht liever-nietjes”, vertelt Dijkstra aan Metro. „Dat is eigenlijk de basis van het geloof. Je moet het geen leefregels noemen, want het zijn liever-nietjes. Maar dat zijn dingen waar elke pastafari zich aan probeert te houden.” Een voorbeeld van zo’n liever-nietje is: „Ik heb echt liever niet dat je doet alsof je heiliger bent dan iemand anders wanneer je mijn noedelige goddelijkheid beschrijft. Als sommige mensen niet in me geloven dan is dat oké. Echt. Trouwens, dit gaat niet over hen, dus niet afdwalen.”
Daarnaast zijn er ook verschillende gebruiken en manieren om ‘zijn noedelige goddelijkheid’ te eren. Zo willen veel pastafari met een vergiet op hun hoofd op hun pasfoto staan. En Michael Afanasyev wilde vorig jaar in een piratenpak zijn proefschrift bij de universiteit van Delft verdedigen. Dit werd hem verboden door de universiteit.
Echte religie
Overigens neemt niet iedereen het pastafarisme zo serieus. De Raad van State heeft vandaag geoordeeld dat de leden van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster geen religie bedrijven, omdat het pastafarisme geen echte religie is. Een absurde uitspraak, zo vindt Dijkstra.
„Ook de motivering waarom. Het gaat onder meer om de serieusheid, maar als je niet in een religie gelooft, is hij al snel absurd. Zo vinden christenen de islam belachelijk en moslims het christendom. Elk heilig boek heeft absurde citaten, zoals een man die over water loopt of een man die met een ezel ter hemel gaat. Binnen onze religie hebben we een grote dosis humor. Dat vinden we zeer belangrijk. Misschien is dat voor de Raad van State een extra argument om het niet serieus te nemen. Maar zonder humor is het pastafarisme het pastafarisme niet meer.”
Al dente
De studente die die rechtszaak had aangespannen, is strenger in de leer dan Dijkstra. Zij heeft bijvoorbeeld altijd een vergiet op, niet alleen op pasfoto’s. Dijkstra: „Zij is van de al dente-stroming, dat zijn de echte die-hards. Ik zou mezelf meer onder de zachtgekookten scharen: ik heb niet de discipline om altijd m’n vergiet op te hebben en sla nog weleens een gebedje over.” Veel maken die gebeden overigens niet uit, want God is volgens het pastafarisme waarschijnlijk te dronken om ze te horen. „Maar het is wel een manier om met het geloof bezig te zijn en onze God te eren”, aldus Dijkstra.
Wat mensen er ook van vinden, Dijkstra blijft overtuigd pastafari. „Absoluut. Ook met alle meningen van anderen. Je weet zelf hoe je erin staat en waar je voor staat. Mensen benaderen je vaak al vanuit een perspectief dat niet klopt. Als zij zich er niet in verdiepen en tegen mij zeggen dat ik in het gekkenhuis hoor, wie is er dan echt in het ongelijk?”