73 jaar na Hiroshima: wat doen we nu met kernwapens?
Zes augustus 1945 viel een verwoestende uraniumbom met de liefkozende naam Little Boy op de Japanse havenstad Hiroshima. De kleine jongen woog 4.400 kilo en doodde in een fractie van een seconde 78.000 mensen. Het was een vuurbal van 300 meter doorsnede, waarvan je de foto’s waarschijnlijk in je geschiedenisboek hebt gezien. Onder de vuurbal werd het zo’n vierduizend graden heet. Door de straling die als gevolg van de bom door het gebied verspreidde, liep het dodental uiteindelijk op tot ongeveer 140.000 eind 1945.
Drie dagen later ontplofte er boven Nagasaki nog een atoombom. Na een verlies van nog eens 74.000 levens gaf Japan zich over en al snel volgde het einde van de Tweede Wereldoorlog. Immens veel levens werden verwoest doordat een piloot een luikje opende en een bom liet vallen. Een allesverwoestende atoombom welteverstaan. Kernwapens zijn altijd levensgevaarlijk geweest, moeten we vandaag de dag dan extra vrezen? Of zullen zulke middelen juist niet meer worden ingezet?
Zwaar middel
Om te beginnen: kernwapens worden echt niet zomaar ingezet. Ook al dreigt president Trump op Twitter nog zoveel met zijn beruchte ‘rode knop’, deze knop bestaat niet. Er is niet simpelweg een knop die zodra een wereldleider hier zin in heeft een raket afvuurt, zo gemakkelijk gaat dat allemaal niet. Op de website van TIME staat het gehele protocol uitgelegd dat president Trump moet volgen om een nucleaire raket af te vuren.
De Amerikaanse president laat dus regelmatig van zich horen als het gaat om de vernietigende wapens. Dat is niet zo gek want volgens onderzoekers is negentig procent van alle nucleaire wapens op onze planeet in handen van de Verenigde Staten en Rusland. De oppermachten. Want met zo’n vernietigend wapen achter de hand, kan je natuurlijk heel wat druk uitoefenen. Volgens Sico van der Meer, onderzoeker aan het Instituut Clingendael op het gebied van nucleaire, chemische, biologische en radiologische Wapens, worden kernwapens gebouwd om tegenstanders af te schrikken, dat is de politieke macht.
Mag dat?
Mag je dan zomaar zulke enorme wapens hebben? Niet echt maar toch ook wel. We weten simpelweg dat kernwapens er zijn. Van acht landen is bevestigd dat ze kernwapens hebben: Rusland, Verenigde Staten, Frankrijk, China, India, Pakistan en Noord-Korea. Deze landen worden de kernmachten genoemd, samen hebben ze ongeveer 15.000 van dit soort wapens. In 1970 legden zo’n beetje alle landen ter wereld – behalve India, Pakistan en Israel – vast dat ze geen kernwapens zouden ontwikkelen, overdragen of bemachtigen. In 2003 stapte Noord-Korea ‘onofficieel’ uit dit verdrag.
Vorig jaar had de Verenigde Naties genoeg van al het kernwapen-gedoe en namen ze een wet aan die het bezit van kernwapens verbiedt. De kernmachten wezen het verdrag af en ook Nederland stemde tegen. Dat klinkt heel gek, maar ‘ja’ zeggen tegen deze wet zou volgens One World ingaan tegen andere afspraken die Nederland met Amerika heeft. Daarnaast is zo’n wet toch slechts ‘symboolpolitiek’ zolang de kernmachten hun handtekening niet zetten.
Lastige situatie
We willen dus eigenlijk geen kernwapens, maar ze zijn er nog wel. Dan rijst de vraag of we moeten oppassen voor het gebruik van deze wapens. Alhoewel niemand in de toekomst kan kijken lijken verschillende experts op hetzelfde uit te komen: het inzetten van zo’n wapen gebeurt alleen in de meest extreme gevallen, dus de kans lijkt niet zo groot. President Trump schreeuwde veel op Twitter, maar heeft ondertussen ook handen geschud met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Un.
Na deze bijzondere ontmoeting tussen de landen die jarenlang toch niet al te goed met elkaar konden opschieten, meldde president Trump dat „Pyongyang niet langer een nucleaire dreiging is.” Een paar maanden later vonden Amerikaanse inlichtingendiensten via satellietfoto’s uit dat Noord-Koreanen nog steeds rustig door bouwden aan hun nucleaire wapens. Ondertussen houden ook Rusland en China hun raketten gericht op de Verenigde Staten, maar daar lijkt de president zich minder druk om te maken.
Het is dus al tijden een getrouwtrek in kernwapen-land, maar uiteindelijk lijkt zo’n vernietigend wapen vooral een politiek machtsmiddel en een stok achter de deur om juist geen oorlog met elkaar te voeren.