Waarom zoveel aandacht voor Thaise grotjongens?
De berichten stroomden afgelopen week binnen: ‘Eerste vier jongens uit grot gered’, ‘Nog eens vier jongens uit grot gered’, ‘Grotjongens maken het goed’, ‘9e jongen uit grot gehaald’, ‘Alle jongens en coach uit grot gered’ en ga zo maar door. Nederland – en de rest van de wereld – was in de ban van ‘grotjongens’ of ‘voetballertjes’, zoals ze ook wel genoemd worden. Maar waarom al die aandacht voor twaalf pubers en hun coach, terwijl er in diezelfde week een schip bij Thailand kapseisde?
Tientallen opvarenden raakten vermist en reddingswerkers zorgden ervoor dat zo’n 50 drenkelingen gered werden. Toch zorgt dat nieuws uit hetzelfde land voor een stuk minder media-aandacht. Net als de overstromingen in Japan bijvoorbeeld. Miljoenen mensen moesten huis en haard verlaten en het dodental stijgt nog steeds, maar toch is het bij het grottenstelsel in Thailand waar honderden journalisten kamperen. Waar komt die aandacht vandaan?
Nieuwswaarde
Mark Boukes, communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, noemt de gekapseisde boot en de ‘grotjongens’ een goede vergelijking. „Wat belangrijk is bij berichtgeving, is de nieuwsvalue: wanneer is iets nieuwswaardig?”, zegt hij. „Hoewel er bij de kapseizing meer mensen betrokken zijn, worden de jongens toch veel meer behandeld in de media.”
Dramatisch
Hij ziet een aantal opvallende kenmerken als hij kijkt naar de jongens in de grot. „Allereerst is het een mooi verhaal”, vertelt Boukes. „Het is dramatisch.” De kapseizing is ook dramatisch, maar is gelijk afgelopen. De situatie van de jongens blijft doorspelen en dat is erg belangrijk in de journalistiek, meent Boukes. „Journalisten zien hun verhalen niet als één op zichzelf staande tekst, maar borduren graag voort. Dat ze een onderwerp niet alleen vandaag behandelen, maar morgen ook een ‘follow-up’ schrijven.” Dat zie je volgens hem terug in het verhaal van de voetballertjes. „Je ziet heel duidelijk dat het doorgaat en het publiek wil weten hoe het afloopt.”
Vicieuze cirkel
Boukes ziet een vicieuze cirkel in de journalistiek en constateert deze ook in de berichtgeving over de Thaise jongens. „Journalisten gaan naar een plek, schrijven daar mooie verhalen over, dat trekt aandacht, waardoor meer journalisten erover gaan schrijven en er vervolgens meer journalisten naar die bepaalde plek gaan.” Hij noemt de vele journalisten buiten de grot als voorbeeld. „Bijna ieder land heeft er wel een verslaggever staan. Dat is absurd veel voor een relatief kleine ‘case’”. De grote aandacht van zowel journalisten als het publiek voor de jongens, is volgens Boukes terug te brengen naar de vicieuze cirkel. „Doordat de media het nieuws zo prominent brengen, kan het publiek er bijna niet meer omheen. En die willen nu horen hoe het afloopt, waardoor de media uitstroomt om daar nog meer verslag van te doen.”
Verhaal
Boukes vergelijkt de situatie van de jongens ook wel met een verhaal, en dat maakt het volgens hem interessant om er vaker over te berichten. „Er zijn helden, een bad guy en een plottwist.” Die elementen zorgen er volgens hem ook voor dat dit verhaal breed opgepakt wordt door allerlei platformen. „Er is zelfs karakterontwikkeling”, voegt hij toe. De jongens zijn de dappere helden die zich staande wisten te houden in een afgezonderde grot. De coach was eerst de boeman die ze de grot in geleid had, maar profileerde zich daarna als hun beschermengel die hen leerde mediteren en al zijn voedsel aan de jongens gaf. De noodlottig gestorven duiker gaf zijn leven voor de voetballertjes en heeft ook een duidelijke heldenrol in het verhaal. En een verhaal wordt afgerond, zo ook dit verhaal. De journalisten gaan door tot er een duidelijk einde is.
Trek je de vergelijking met de natuurramp in Japan, dan is daar een veel minder duidelijk verhaal te vinden, vertelt Boukes. „Je kunt jezelf veel lastiger identificeren met die slachtoffers en er is geen personificatie.” Miljoenen mensen hebben hun huis moeten verlaten, maar dat is veel minder behapbaar dan twaalf jongens en hun trainer die in een grot zitten. „Japan is te abstract”, denkt Boukes. „Daarbij zijn de grotjongens nog in leven en dat maakt ze identificeerbaar.”
Visualisatie
Daarnaast is visualisatie heel belangrijk. Boukes: „Vroeger was het zo dat alles gefilmd moest kunnen worden voor tv, maar nu moet er een plaatje bij staan voor op social media. Dat doet het plat gezegd goed.” En plaatjes zijn er in overvloed. Eerst van de hulptroepen buiten de grot, toen van reddingswerkers die de grot ingaan, de jongens in de grot en natuurlijk de opgeluchte familieleden die al dagen buiten de grotten kampeerden.
Dichtbij
Wat ook meespeelt is dat Thailand ondanks de afstand cultureel gezien dicht bij ons staat. „Thailand is dan wel ver weg, maar het is dichterbij dan bijvoorbeeld China. Letterlijk en figuurlijk”, vertelt Boukes. „Mensen gaan op vakantie naar Thailand of kennen wel iemand die er is geweest. Het is cultureel gezien dichterbij, wat het onderwerp automatisch interessant en relevant maakt.” Plus dat er inmiddels mensen vanuit de hele wereld helpen aan de reddingsacties.
Emoties
Tot slot spelen emoties ook een grote rol bij de berichtgeving, bij zowel het publiek als de journalisten. „Ze voelen zich namelijk beide aangesproken.” De berichten wekken een bepaalde emotie bij de mensen op. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die veel het nieuws volgen, ongelukkiger worden. Er is namelijk zoveel negativiteit in het nieuws, dat je je een beetje machteloos. „Dit verhaal begon negatief; de voetballertjes waren vermist. Maar steeds komt er weer een sprankje hoop: ze zijn gevonden en ze worden naar buiten gehaald”, legt Boukes uit. Die emoties voel je en zie je terug op bijvoorbeeld Facebook. „Kijk maar naar de verschillende soorten emoties die je kan geven op een bericht. Het zijn niet alleen maar duimpjes meer, maar ook hartjes of verdrietige gezichtjes. Het publiek leeft mee en laat dat zien.”
Inmiddels is bekend dat alle twaalf de jongens én hun coach de grot levend hebben verlaten.