Moeder vrijgesproken van doden achtjarige Sharleyne
De moeder van Sharleyne is vrijgesproken van het doden van haar dochter. De rechtbank in Assen vindt niet overtuigend bewezen dat Hélène J. het achtjarige meisje van tien hoog over de railing van hun flatgebouw in Hoogeveen heeft gegooid.
Het Openbaar Ministerie (OM) vond wél dat er voldoende bewijzen waren en eiste vorige maand tien jaar celstraf tegen moeder Hélène. Waarschijnlijk zal het OM in hoger beroep gaan.
De 38-jarige vrouw heeft altijd ontkend dat zij verantwoordelijk was voor de dood van het meisje. Het gezin was al een tijd in beeld bij jeugdzorg.
Alcoholprobleem verdachte
Sharleyne overleed begin juni 2015. Ze werd onderaan de flat waar ze met haar moeder woonde, gevonden. Volgens het OM zou de moeder Sharleyne vanaf de tiende verdieping naar beneden hebben gegooid. Daarvoor zou de keel van het achtjarige meisje hebben dichtgeknepen. De verdachte had een alcoholprobleem. Ze heeft amper iets willen zeggen over wat er die avond is gebeurd.
Aanvankelijk werd de zaak geseponeerd. Maar toen de vader van Sharleyne zich in de zaak ‘vastbeet’ en via een gerechtelijke procedure alsnog vervolging had afgedwongen, werd het onderzoek voortgezet en J. opgepakt.
Vader die deze zaak via een procedure toch voor de rechtbank wist te laten komen. Is perplex
— Rik Konijnenbelt (@RikReporter) July 9, 2018
Hoger beroep
Het Openbaar Ministerie (OM) vindt „de kans vrij groot” dat het in hoger beroep gaat tegen de vrijspraak van de moeder van Sharleyne voor het doden van haar achtjarige dochtertje. Dat zei persofficier van justitie Gerben Wilbrink in een eerste reactie op het vonnis maandag.
Wilbrink noemde de uitspraak „teleurstellend. We hebben een goed verhaal en alles op een rij gezet. Wij vonden het levensdelict wél wettig bewezen en dat de verdachte daarvoor verantwoordelijk was”. Hij wees op de uitgebreide forensische onderzoeken, het DNA-spoor op de kleding van Sharleyne, meerdere getuigen en het voornamelijk zwijgen van de verdachte. Dat er geen directe ooggetuigen waren, maakt de zaak wel lastiger, beaamde hij.
„Eerst gaan we het vonnis goed bestuderen”, zei Wilbrink.