‘Minder ongelukken op weg dankzij rijsimulator’
Onder de vetgedrukte kop ‘Afrijden bloedlink’ meldde De Telegraaf dinsdag dat elke maand maar liefst 130 rij-examenkandidaten voor levensgevaarlijke situaties op de weg zorgen. Meer gebruikmaken van rijsimulatoren zou dit probleem kunnen oplossen, blijkt uit ervaringen van verkeersscholen en leerlingen die gebruikmaken van de computergestuurde manier van rijlessen volgen.
In de rijsimulator kunnen leerlingen wennen aan hoe het is om in een auto te rijden. Naast basale dingen zoals de gordel omdoen en de motor aanzetten, leren ze schakelen, goed kijken en ook gevaarlijke situaties beoordelen. Esther Maas uit Harderwijk, inmiddels drie jaar in het bezit van haar rijbewijs, is dolblij dat ze haar rijlessen begon met enkele ritjes in een simulator.
Best eng
„Ik kan het iedereen aanraden”, zegt ze. „Het leren van basishandelingen als sturen, schakelen en voorzichtig remmen hebben mij enorm geholpen toen ik eenmaal in een echte auto de weg op ging. Het was een heel fijn idee dat ik de basis van het autorijden al een beetje begreep en zelfs al had kunnen oefenen. Ik hoefde eigenlijk alleen nog te wennen aan de echte auto, want die verschilt natuurlijk wel met de simulator. Na bij elkaar acht uur in de simulator gelest te hebben, pikte ik de basisvaardigheden in de echte auto heel erg snel op. Als iets minder goed ging, bijvoorbeeld mijn kijkgedrag, ging ik weer terug de simulator in om op dat vlak oefeningen te doen. Daar had ik tijdens mijn volgende les in de auto direct profijt van. Ik vond inhalen en invoegen best eng en daar heeft de simulator mij echt heel erg mee geholpen.”
Ivo Nutters van verkeersschool Berend Knol merkt dat de simulator steeds populairder wordt onder zijn leerlingen. De laatste weken zit het apparaat nagenoeg volgeboekt. „Nadat leerlingen een aantal modules in de simulator hebben gevolgd, stappen ze zelfverzekerder de auto in. Ze kunnen bijvoorbeeld al schakelen en hoeven dat niet te leren terwijl ze op de weg zitten met ander verkeer om hen heen. Bovendien hebben ze dankzij de ervaringen in de simulator minder praktijklessen nodig en zijn ze dus goedkoper uit. Maar het gaat vooral om de goede basis die ze op deze manier opbouwen.”
64 procent
Het bedrijf Green Dino ontwikkelt sinds 1999 rijsimulatoren en heeft in de loop der jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar het effect op de ongevalbetrokkenheid van mensen die in een simulator lessen hebben gevolgd. Uit data van 23.000 oud-leerlingen blijkt dat degenen die gebruik hebben gemaakt van de ‘machine’ 64 procent minder vaak bij een ongeval betrokken zijn dan mensen die zonder hulp van de simulator hun rijbewijs hebben gehaald. Zowel voor als na het behalen van het roze pasje.
Volgens Jorrit Kuipers, eigenaar van Green Dino, komt dat dankzij de geautomatiseerde lessen waarbij de nadruk ligt op hoe de hersenen op bepaalde situaties reageren. Zo registreert de simulator of iemand goed in zijn spiegels kijkt. „Gebeurt dat niet, dan verschijnen er rode vlakken in het scherm”, legt Kuipers uit. „Die vlakken zijn heel erg irritant, waardoor de leerling beter gaat opletten en minder hard gaat rijden.”
Vlot rijden
Dat laatste klinkt heel eenvoudig, maar volgens Kuipers is het een essentieel onderdeel van de manier van opleiden. „Normaal gesproken krijgen leerlingen te horen dat ze ‘vlot’ moeten rijden, maar dat kunnen hun hersenen helemaal niet aan. Vlot rijden is iets voor gevorderde bestuurders, zoiets moet je jonge en onervaren automobilisten helemaal niet leren. Door langzamer te rijden hebben ze meer tijd om na te denken en te handelen en is de impact minder groot als het onverhoopt mis gaat. Dankzij deze andere manier van opleiden is de kans dat ze bij ongelukken betrokken raken veel minder groot. Het is dus eigenlijk vreemd dat een rijsimulator niet verplicht is als je je rijbewijs wilt halen.”