‘Kids kunnen wel snoep en chips blijven kopen’
Eerst werd de leeftijdsgrens om alcohol in supermarkten te kunnen kopen verhoogt van 16 naar 18 jaar. Vervolgens maakte Lidl bekend in 2022 geen sigaretten meer te willen verkopen. En dinsdag verkondigde Aldi dat kinderen onder de 14 jaar er vanaf oktober geen blikjes energiedrank meer kunnen aanschaffen. Lidl volgde direct dat voorbeeld. De verschuiving naar een ‘gezonder beleid’ is nu een jaar of tien aan de gang in de supermarktwereld. Wat kunnen we op dit gebied nog meer verwachten de komende tijd?
Is het voor jongeren straks verboden van hun zakgeld bijvoorbeeld zakken chips of snoep te kopen? „Zo’n vaart zal het niet lopen”, zegt supermarktdeskundige Paul Moers. Zodra je dergelijke producten ook achter slot en grendel zet voor minderjarigen, tast je de vrijheid van de consument aan, vindt hij. „Het is wel heel erg paternalistisch om tegen iemand te zeggen dat hij geen snoep meer mag kopen. Als supermarkt weet je tenslotte niet of de klant die zak in één keer leeg uit of twee snoepjes per dag neemt.”
Flatscreens
Toch gaat het vandaag de dag steeds vaker over de hoeveelheid suikers in ons voedsel. Waarom nemen supermarkten op dat gebied hun verantwoordelijkheid niet en voeren ze wel een streng(er) beleid bij producten als sigaretten, bier en energiedrank? Moers: „Bedrijven zijn hier wel degelijk mee bezig. Neem alleen al Unilever dat tonnen minder suiker en vet in hun producten verwerkt. Supermarkten zouden hieraan kunnen bijdragen door klanten goed te informeren door flyers uit te delen in de winkels of voorlichtingsvideo’s af te spelen op flatscreens.”
Ook retail-expert Erik Hemmes denkt niet dat koekjes, snoep en chips in supermarkten onbereikbaar wordt voor jongeren. „Al kan ik me wel voorstellen dat supermarkten in navolging van de energiedrankjes op een gegeven moment ook geen frisdrank met suikers aan kinderen onder de 14 jaar meer willen verkopen. Supermarkten reageren op wat de klanten willen. Dus als er een groot draagvlak is voor een koopverbod voor jongeren op frisdrank met suikers doen ze er verstandig aan daarnaar te luisteren.”
Hemmes vindt overigens dat ouders hierin een veel grotere rol zouden moeten spelen dan nu vaak het geval is. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de opvoeders, niet bij een overkoepelde organisatie als een supermarkt, vindt hij. „Ouders moeten hun kinderen er bewust van maken wat ongezond is en wat niet.”
Moers is het roerend met hem eens. „Toen mijn kinderen nog op de lagere school zaten, verbaasde ik me over de enorme hoeveelheid snoep die kinderen mee hadden gekregen voor tussen de middag. In plaats van wat worteltjes of een stuk komkommer. Gelukkig is er op scholen tegenwoordig veel meer aandacht voor bewuster en gezonder eten en zijn de producten die in de kantine verkrijgbaar zijn daar op aangepast.”
Moestuintjes
Kinderen hebben tijdens schooltijd simpelweg niet meer de keuze om ongezond eten te kopen. Dat supermarkten die visie overnemen is een utopie, zegt Moers. „Supermarkten ontlenen hun bestaansrecht aan het simpele feit dat ze producten verkopen. Het is goed dat er een rem komt op producten die excessen kunnen veroorzaken: alcohol, sigaretten en energiedranken. Maar er zijn grenzen. Er moet tenslotte wel omzet worden gedraaid.”
Hij noemt de moestuintjesactie van Albert Heijn een goed voorbeeld van hoe je jongeren op een totaal andere manier door een supermarkt kun laten lopen. „De moestuintjes waren zo’n succes dat kinderen alleen nog maar bezig waren met de groei van hun radijs, wortel of zonnebloempitten in plaats van met een zak chips. Geniaal. Het is te hopen dat supermarkten met nog veel meer met dit soort acties komen.