Aanslagen opeisen: waarom wel en wanneer ook niet?
Afgelopen zondag werd een groep fietstoeristen aangereden in Tadzjikistan. Een auto reed in de regio Danghara in het zuidwesten, ongeveer honderd kilometer ten zuiden van de hoofdstad Dushanbe, in op de groep. Vier mensen overleefden de aanval niet, waaronder een 56-jarige Nederlander. IS claimde al snel achter de aanslag te zitten, maar dat blijkt nu niet waar.
Via hun eigen communicatiekanaal Amaq verkondigde de terreurorganisatie dat de aanvallers soldaten waren van Islamitische Staat. ,,Ze voerden de aanval uit in reactie op oproepen om burgers van landen te treffen die deel uitmaken van de coalitie.’’ Met die coalitie bedoelen ze dan landen die samenwerken in strijd tegen IS.
Verboden partij
De politie in Tadzjikistan hield alle opties echter open en nu blijkt volgens hen dat de aanval is uitgevoerd door de Islamitische Wederopstandingspartij. Een verboden partij in het land. De regering van Tadzjikistan zegt dat deze partij achter de aanslag zat. Zij zijn geïnformeerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, die deze conclusie trekt op basis van een bekentenis van een verdachte die is aangehouden.
We zien het vaak na aanslagen: niet lang na de feiten wordt de daad opgeëist door een terroristische organisatie. Maar waarom claimen die groepen zulke daden en wanneer doen ze dat juist niet? En hoe weten we of zij ook echt verantwoordelijk zijn?
Rekensom
Volgens terreurexperts Max Abrahms van de Northwest University in Seattle en Justin Conrad van de University of North Carolina maken terroristen bij iedere aanslag een soort rekensom. Hierbij rekenen ze uit of het ze iets oplevert als ze uitkomen voor hun daden. En die winst valt dan te behalen in aanzien, of een sterkere positie. Dat schrijven zij in hun onderzoek dat in het wetenschappelijke tijdschrift Security Studies werd gepubliceerd.
Via de Global Terrorism Database kun je van alles opzoeken over alle aanslagen ter wereld. Hier staat ook keurig welke aanslagen zijn opgeëist en welke niet. Voor de onderzoekers dus een goudmijntje. Volgens hen valt hieruit af te leiden dat groepen vooral aanslagen opeisen die er direct na afloop veelbelovend uit zien, waarmee zij dus bijvoorbeeld veel aanzien kunnen krijgen.
Onschuldige burgers
Volgens Abrahms en Conrad kunnen dit ook aanslagen op onschuldige burgers zijn. Alhoewel daar vaak niet echt met veel lof over wordt gesproken, zorgt het wel voor angst en chaos. Twee dingen die handig zijn voor terrorisme. Maar dit betekent niet dat terroristische organisaties zomaar van alles opeisen waar angst en chaos gecreëerd wordt. Teveel inkijk in de zaakjes zou namelijk tegen de organisatie werken en dat is natuurlijk niet het doel.
Leiders van terreurorganisaties maken die afweging dus heel bewust. Ze willen chaos en angst, zonder daarvoor afgerekend te worden door de aanhang. Speciale aandacht in dit onderzoek gaat naar Islamitische Staat, de groep die op dit moment toch wel het bekendst is. Zij lijken de afweging veel minder serieus te nemen en eisen erop los, om het in niet-academische taal te verwoorden. De leider van Islamitische Staat juicht geweld juist toe en daardoor wordt imago-schade een heel ander verhaal. Hierdoor worden ook aanslagen waar de groep niks van wist, gewoon geclaimd.
Visitekaartje
Waarom terroristische groepen aanslagen opeisen is dus wel duidelijk. Het is een soort van visitekaartje. Een manier om bekendheid te verkrijgen en angst te zaaien. Toch zit er voor de meeste groepen een grens aan wat ze opeisen, behalve bij Islamitische Staat. Of je dus moet geloven wat de groepen roepen, is moeilijk te zeggen.
Als het om IS gaat, is het vaak zo dat aanslagen niet centraal gepland zijn, maar wel door ‘soldaten van het kalifaat’ worden gepleegd. Zo worden de aanslagplegers dan genoemd via kanalen van de terreurorganisatie zelf. De daders hangen IS aan en plegen vanuit overtuiging een aanslag, waarna IS de daad opeist. Of de terreurgroep die de aanslag opeist ook echt de dader is, staat altijd ter discussie. Soms lijken de patronen overeen te komen, of is er een duidelijk motief. Veel aanslagen dragen de handtekening van de groep die erachter zit, op die manier weten experts vaak wie de echte dader is.
In het geval van de fietsers lijkt het erop dat IS de daad claimde, zodat zij konden zeggen dat die een aanval op ‘de coalitie’ was. Een gerichte aanval op onschuldige mensen die toevallig uit landen kwamen die tegen IS strijden.