Is jouw mobieltje vrij van kinderarbeid?
Weet jij of de kleding die je nu draagt is gemaakt door kindjes, van wie de ouders geen geld hebben om ze naar school te laten gaan? Of dat er in jouw telefoon onderdelen zitten die gemaakt zijn van materiaal uit Afrikaanse goudmijnen, waar meisjes en jongetjes onder loodzware omstandigheden aan het werk worden gezet? Minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) vindt dat consumenten vaker dergelijke vragen aan zichzelf moeten stellen.
Dat zegt ze op de Internationale Dag tegen Kinderarbeid, waarop ze bekendmaakt structureel geld uit te trekken voor de strijd tegen alle vormen van kinderarbeid. Met het Fonds Bestrijding Kinderarbeid stelt Kaag vijf jaar lang jaarlijks 7 miljoen euro beschikbaar om ondernemingen dit probleem actief aan te laten pakken, door samenwerkingen tussen het ministerie, bedrijven en ngo’s, in hun productieketen.
Sinds het begin van deze eeuw is kinderarbeid met 30 procent afgenomen, maar nog altijd zijn wereldwijd zo’n 152 miljoen kinderen aan het werk. Binnen de Verenigde Naties is afgesproken dat hier in 2025 definitief een eind aan moet zijn gekomen. „Daarom vind ik dat we structureel een Nederlands steentje moeten bijdragen”, aldus Kaag. „Deze 35 miljoen euro past goed in de nieuwe beleidsnota ‘Investeren in perspectief’. Dat begint uiteraard bij kinderen.”
De financiële injectie moet ervoor zorgen dat kinderen uit het arbeidsproces gehaald worden. Bijvoorbeeld door ouders op te leiden, zodat zij aan het werk kunnen om geld te verdienen. Zo kunnen hun kinderen naar school gaan in plaats van loodzwaar werk verrichten in bijvoorbeeld de landbouw of de textielindustrie. Daarnaast vordert het ministerie dat bedrijven onderzoeken of bij hun leveranciers sprake is van kinderarbeid en wat daartegen gedaan kan worden.
Tony’s
Kaag: „Met deze 35 miljoen euro lossen we niet alle problemen op, dat weet ik. Daarom is het zo belangrijk dat bedrijven en de consument ook hun verantwoordelijkheid nemen. Ga eens na hoe het product dat je koopt tot stand is gekomen. Sommige bedrijven zijn daar heel helder in. Tony’s Chocolonely is in Nederland het bekendste voorbeeld. Het is niet alleen heel lekkere chocolade, maar het is heel duidelijk dat het product op een eerlijke manier is gemaakt. Zo zou je je als consument altijd moeten afvragen of er kinderarbeid aan je nieuwe aankoop te pas is gekomen.”
Alleen op die manier kan er volgens de minister een eind komen aan kinderarbeid. „Als wij als overheid geld investeren in de strijd tegen kinderarbeid, boeken we resultaten. Dat weten we uit het verleden, want ook de voorgaande kabinetten hebben zich hiervoor ingezet. Door het nu op een structurele manier te doen, zetten we een extra stap. Maar bedrijven en consumenten moeten het laatste zetje geven.”