Emoji zijn voor schrijfster Stolk kleine obsessie
Het is loeidruk in het centrum van Amsterdam. Het kwik tikt de 25 graden aan, dus de terrassen zitten helemaal vol met toeristen en kantoormensen die in hun pauze even bijbruinen. Ze kijken verbaasd op als Lilian Stolk met een enorme boks-emoji in haar handen voorbijloopt. De gebalde vuist maakt de tongen los. „Punch, punch, punch”, roept iemand met een Amerikaans accent. Even later klinkt het: „Boks, ouwe!” De schrijfster van Het zonder woorden boek is samen met de fotograaf van Metro op zoek naar een mooie plek voor een foto. Ook de verslaggever torst een enorm karton met zich mee: de kaboem-emoji. Toeristen schieten foto’s en maken het geluid van een explosie.
De korte wandeling maakt duidelijk dat emoji heel wat emoties oproepen. Of het nu bij een meisje van 8 jaar is of bij een man op leeftijd. Simpelweg omdat we ze allemaal vrijwel dagelijks gebruiken. Scroll maar eens door je laatste vijf WhatsApp-gesprekken om te kijken hoeveel emoji je hebt gebruikt. „Zo’n 80 procent van de mensen verstuurt wel eens een emoji”, zegt Stolk, nadat ze op De Dam op de foto is gezet. „En daar staan we vaak niet eens bij stil. Er was nog niet veel onderzoek naar gedaan en over geschreven. Ik wil laten zien hoe en waarom we nu zo veel en vaak gebruikmaken van emoji.”
(Bekijk in onderstaande video wat de vijf favoriete emoji van Lilian Stolk zijn)
In haar onderzoek en tijdens interviews met belangrijke personen uit de emoji-wereld (onder andere de Japanse bedenker) merkte Stolk dat er vaak nog een beetje lacherig wordt gedaan over al die grappige afbeeldingen. „Terwijl het een extra kwaliteit is als aanvulling op onze taal. Ik wil laten zien dat het fenomeen emoji veel breder is dan alleen een vrolijk toetsenbord. Het past in een veel bredere trend dat we steeds meer met beeld communiceren en niet alleen meer met de letters van het alfabet. De populairste apps van dit moment, Snapchat en Instagram, zijn volledig ingericht om puur beeld te delen. Tekenen zit echt in onze natuur. Kleuters kunnen eerder iets tekenen dan dat ze er een verhaaltje over kunnen schrijven. Voor die kleintjes is het een manier om hun gevoelens te uiten, maar zodra ze op school het alfabet leren, verliezen ze het tekenen uit het oog. Het alfabet wordt als heilig gezien, maar het wordt onderschat hoeveel meer we nog met beeld kunnen doen. Daarom zou ik graag zien dat de waarde van beeld meer gewaardeerd zou worden door er bijvoorbeeld op school meer aandacht aan te besteden.”
Tijdens het schrijven van het boek viel het haar op dat emoji eigenlijk per ongeluk populair zijn geworden. Het had alles te maken met de afzetmarkt van Japan die Apple wilde gebruiken om meer smartphones aan de man te kunnen brengen. „Unicode is de organisatie die onze talen codeert en Apple heeft ze ervan overtuigd dat ze emoji moesten toevoegen, omdat ze de iPhone in Japan wilden lanceren. Het was dus een puur commerciële gedachte dat het werd toegevoegd. Daarom vind je sushi, Japanse gebruiken en Japanse tekens terug op het emoji-toetsenbord op je telefoon. Emoji is een Japans woord. De e staat voor beeld en moji voor karakter. Dus: beeldkarakter. Niemand had verwacht dat het wereldwijd explosief populair zou worden.”
Stroopwafels
Zo populair dat de 32-jarige historicus en kunstenaar zelfs emoji-workshops geeft. Daarin belicht ze niet alleen de geschiedenis en de psychologische achtergrond van de afbeeldingen, maar laat ze de deelnemers ook zelf emoji ontwerpen. „Ik vind het vreemd dat één organisatie bepaalt welke emoji wij gebruiken. Ze doen alsof het er heel democratisch aan toe gaat, want iedereen kan een symbool aandragen. Maar dan moet je wel een gedegen document van zo’n tien kantjes aanleveren met de uitleg waarom dat symbool een toegevoegde waarde zou zijn. En uiteindelijk bepalen drie mensen van Google, Apple en emoji-wiki welke er worden goedgekeurd. En welke emoji er verdwijnen. Zo is op alle platforms het pistoolsymbool in een waterpistool veranderd, omdat het te veel met geweld in verband gebracht zou worden. Maar dat is nu eenmaal ook een onderdeel van ons leven. Wij gebruikers kunnen heel goed bepalen met welke symbolen we kunnen communiceren. Vandaar dat mijn workshops eindigen met het maken van een eigen emoji. Stroopwafels, meisjes met een duckface, noem maar op.”
In Japan is dat al jaren gebruikelijk. Daar zijn emoji eigenlijk al ouderwets en draait het vandaag de dag vooral om stickers. Stolk: „Ze zijn groter dan emoji, je kunt ze laten bewegen, er tekst bij zetten én je kunt ze zelf ontwerpen.”
Die trend waait wellicht later over naar Europa en de VS, maar voorlopig zullen emoji hier onveranderd populair blijven. Gelukkig voor Stolk, want ze houdt zich al ruim drie jaar bezig met het onderwerp en kan het maar moeilijk loslaten. „Ik volg alle ontwikkelingen op de voet.” Met een bijna verlegen glimlach: „Emoji zijn voor mij een kleine obsessie geworden.”