Woensdag begint het gifgas-onderzoek, zegt Rusland
Eigenlijk zou het internationale team deskundigen dat de mogelijke gifgasaanval in het Syrische Douma gaat onderzoeken, al in het gebied moeten zijn. Maar de toegang werd ze geweigerd. Woensdag kunnen ze volgens een Russische ambassadeur echt aan de slag.
Dat maakte de ambassadeur bekend aan de organisatie tegen chemische wapens (OPCW), in Den Haag.
De Russen waren er al
Rusland, bondgenoot van het Syrische regime, is zelf van mening dat er helemaal geen gifgasaanval heeft plaatsgevonden. Russische experts waren donderdag en vrijdag al in het gebied en zouden geen bewijs hebben gevonden.
Aanval in scène gezet
De Amerikaanse en Britse geheime dienst zouden er achter zitten. „Die zogenaamde aanval is in scène gezet. Ze konden niet één lichaam laten zien. Er is geen andere plausibele verklaring”, beweerde ambassadeur Alexander Sjoelgin op een persconferentie. Op de vraag welk bewijs hij heeft, antwoordde hij: „Vertrouw ons maar, dat zeggen de Britten en Amerikanen ook.”
Een team onderzoekers van de OPCW wil zelf kijken of er daadwerkelijk een gifgasaanval was – en welk gas is gebruikt. Het Westen denkt dat het Syrische regime, gesteund door de Russen, achter de aanval op het rebellenbolwerk zat.
‘Vergeldingsactie zorgde voor vertraging’
Volgens de Russen is het onderzoek vertraagd door de vergeldingsactie van de Amerikanen, Britten en Fransen afgelopen vrijdagnacht. Ambassadeur Sjoelgin noemde het een ‘grove leugen’ dat Rusland de OPCW-delegatie uit veiligheidsoverwegingen tegenhoudt.