Redactie Metro Nieuws 18 apr 2018, 07:18

Leestijd: 3 minuten

Teenslippers op ’t werk? Dat kan (soms) prima

De zon schijnt: tijd voor korte rokjes en blote benen, Maar ook op je werk?

Op de werkvloer is het soms moeilijk in te schatten wat je wel en niet kan dragen. Professioneel overkomen met een weinig verhullend jurkje is toch erg moeilijk.

Wat wel en niet kan ligt natuurlijk ook heel erg aan de branche waarin je werkt. Bij een kantoorbaan dragen mensen over het algemeen andere kleding dan wanneer je in de bediening werkt of een buitenbaan hebt. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen ’nieuwe’ en ’oude’ bedrijven. Zijn nieuwe, hippe bedrijven soepeler qua de kledingvoorschriften? En hoever kan je gaan?

Representatie

Bij MHA-advocaten is kleding een belangrijk deel van de professionaliteit. „We hebben geen kledingvoorschriften, maar dienen wel representatief gekleed te zijn. De mannen dragen geen pak, maar zien er wel netjes en casual uit. De vrouwen dragen meestal een lange broek, jurk of rok. Zodra de zon gaat schijnen en het echt warm wordt, gaan de panty’s uit. Blote benen dus, dit is geen probleem. Maar dingen zoals teenslippers, minirokjes en petten worden niet gewaardeerd.”

‘Je mag dragen wat je wil’

Jong bedrijf Dept is juist erg losjes als het op kleding aankomt, vertelt Brand Manager Marlien de Roo. „Je mag hier over het algemeen alles dragen dat je wil. Onze managing director draagt bijna elke dag wel een Nike-shirt en sneakers. Er lopen hier veel creatieve mensen rond met een uitgesproken kledingsmaak die hun identiteit naar voren brengt. En met dit lekkere weer mag je zeker wel een keer teen-slippers aan of in een zomerjurkje rondlopen. Zolang dit natuurlijk nog wel iets verhult. Een bikini gaat ook wel iets te ver.”

De sfeer in het bedrijf

Bij de meeste bedrijven zijn er geen strenge kledingvoorschriften. Over het algemeen merk je aan het soort bedrijf en de sfeer op de werkvloer wat wel en niet kan. Bij grote bedrijven zoals banken die al wat langer bestaan merk je al snel dat je bijvoorbeeld niet met een kanten jurkje aan kan komen zetten. In veel branches zijn er vaste shirts, overalls, pakken of blouses die gedragen moeten worden zodat iedereen er hetzelfde uitziet. Met werk in de bouw is het belangrijk dat je je praktisch kleedt. En in de horeca wordt over het algemeen gebruik gemaakt van een schort, dezelfde blouses of eigen kleding.

Casual Friday

Woordvoerder Elise van Heeswijk van de Rabobank zegt hier het volgende over: „ Binnen Rabobank kennen we geen kledingvoorschriften. We zijn een dienstverlenend bedrijf: medewerkers weten dit en gaan automatisch zakelijk en representatief gekleed. We gaan er sowieso van uit dat ieder zich kleedt naar de gelegenheid. Door je kleding laat je zien wie je bent en wek je een indruk, bijvoorbeeld bij een klant die tegenover je zit. Het lekkere weer van dit moment verandert daar niets aan, medewerkers kleden zich netjes en kunnen zelf goed aanvoelen wat gepast is en wat niet. Op het bestuurscentrum in Utrecht – waar veel medewerkers niet dagelijks face-to-face klantcontact hebben – kennen we ’Casual Friday’. Iedereen ziet er dan nog steeds netjes uit, maar net wat losser dan op andere werkdagen, door bijvoorbeeld nette sneakers te dragen.”