Redactie Metro Nieuws 3 apr 2018, 15:39

Leestijd: 2 minuten

Overheid start campagne over gevolgen wietgebruik

De Nederlandse overheid wil een campagne starten om mensen te wijzen op de eventuele gevolgen van veelvuldig cannabisgebruik. Dit blijkt uit een door het kabinet opgesteld concept voor de wet waarin experimenteren met het legaal telen van wiet mogelijk wordt gemaakt.

Ferry Goossens, preventie-deskundige bij het Trimbos Instituut zei tegenover RTL Nieuws het een goed plan te vinden. „Maar het moet wél op de goede manier gebeuren. We weten nog niet hoe de campagne eruit komt te zien, maar goede voorlichting werkt alleen als je het in combinatie met andere maatregelen doet.”

Omgeving

Zo moet de campagne zich niet alleen richten op de groep van gebruikers, maar ook op de mensen in hun omgeving. „Denk aan ouders of docenten: geef hen informatie, zodat ze weten waar ze het over moeten hebben met hun kind of leerling.”

Daarnaast is er voor elk soort wietgebruiker, een ander stadium van toepassing. Maar of je nou een beginnend gebruiker bent, een verslaafde, of iemand die het nog nooit heeft gedaan, daar zal in de campagne rekening mee gehouden worden.

Voor ieder stadium zullen daarvoor van toepassing zijnde handvatten ter beschikking worden gesteld. Voor een gebruiker die niet kan stoppen, kan er contact worden opgenomen met verslavingszorg. En er zijn speciale gesprekstechnieken waarmee je gebruikers kan motiveren.

Onvoldoende

Ook Arie Dijkstra, hoogleraar verslavingen en gedragsveranderingen aan de Rijksuniversiteit Groningen, is van mening dat drugsvoorlichting belangrijk is. „Het is de plicht van de overheid om mensen in te lichten over negatieve effecten van een product dat hier legaal te krijgen is.”

Gebruikers wijzen op de risico’s voor de gezondheid door het aanbieden van informatie over de ingrediënten, de werking, de aanbevolen hoeveelheid, kan effect hebben. Volgens zowel Dijkstra, als Goossens is herhaling bij voorlichting erg belangrijk. „Want de kennis over de gevaren van cannabis is bij iedereen onvoldoende.”