2969 grote grazers gestorven in Oostvaardersplassen
Meer dan de helft van de grote grazers in de Oostvaardersplassen heeft de afgelopen winter niet overleefd. Het grootste deel van de bijna 3000 gestorven dieren, bijna 90 procent, is door Staatsbosbeheer afgeschoten. Dit omdat ze te zwak waren. De rest van de dieren is een natuurlijke dood gestorven.
Staatsbosbeheer heeft bekendgemaakt dat het aantal grote grazers in de Oostvaardersplassen de afgelopen winter (december tot en met maart) met 2969 dieren is afgenomen. Daarmee zijn er nu 57 procent minder dieren in het gebied dan in oktober vorig jaar, toen er met een helikopter nog een telling werd gedaan.
Fors hoger
Het aantal is nog een tussenstand, omdat de organisatie een ‘wintertelling’ houdt van de periode december tot en met april. Wel is nu al duidelijk dat het aantal dode grazers nu al fors hoger is dan in de vorige winter. Toen stierven tussen december en mei ‘slechts’ 813 dieren.
Dat komt doordat de vorige twee winters zacht waren en de afgelopen winter strenger, met veel regen in december en nog een vorstperiode in maart. „Ook was de populatie in het gebied groot als gevolg van de afgelopen zachtere winters", zegt een woordvoerder van Staatsbosbeheer.
Een terugval van ruim de helft is niet vreemd, laat Staatsbosbeheer weten. „De schommeling is afhankelijk van de omstandigheden." Zo is het niet ongebruikelijk dat bijvoorbeeld de helft van de IJsvogels een winter niet overleeft. Het beestje kan, ondanks zijn naam, slecht tegen kou. „Gemiddeld genomen is in de natuur een sterftecijfer van twintig tot dertig procent in de winter normaal."
In maart stierven 1155 grote grazers
In maart, de maand waarin besloten werd dieren in het gebied bij te voeren, stierven 1155 grote grazers. De verwachting is dat het totaal aantal overleden dieren in april nog verder oploopt.
De afgelopen weken was er veel discussie over het gebied. Er is een aantal keer geprotesteerd bij de hekken van het natuurgebied tegen de slechte omstandigheden voor de dieren. Vanwege de onrust besloot de provincie Flevoland in maart toch tijdelijk te gaan bijvoeren met hooi, om dieren door een extreem koude periode heen te helpen.