Wat kunnen we in Nederland doen tegen sektes?
Door de berichtgeving van NRC en het tv-programma De Monitor over de beweging Avatar zijn sektes weer volop in het nieuws. In dit geval gaat het om een sektarische beweging die in het onderwijs is geïnfiltreerd en kinderen heeft gehersenspoeld, zo zeggen verschillende ouders. Wat doen we in Nederland om dit soort sektes aan te pakken? De een zegt dat er voldoende middelen zijn om dergelijke clubs te straffen als de wet wordt overtreden, de ander zegt dat er veel te weinig toezicht is om grip te krijgen op sektes.
Genoeg
Criminoloog Anton van Wijk deed met Bureau Beke in opdracht van het Minister van Justitie en Veiligheid zes jaar geleden onderzoek naar sektes in Nederland. „De vraag was of het juridisch instrumentarium voldoende was om misstanden bij dit soort clubs en verenigingen aan te pakken. Het antwoord is ja. In België en Frankrijk is er aparte regelgeving op het gebied van sektes, maar dat is hier in Nederland niet nodig. In geval van misstanden, die zeker voorkomen, is er voldoende rechtsbescherming binnen de huidige wetgeving. Het grote probleem is dat mensen die zich bij een sekte hebben aangesloten vaak niet in de gaten hebben dat ze iets afwijkends doen. Dat komt in veel gevallen omdat zij in een kwetsbare situatie zitten, bijvoorbeeld vanwege het verlies van een baan, een ziek kind of een ernstige ziekte. Bij die groep ervaren ze hulp en erkenning. Ik heb mensen gesproken die het een warm bad noemden. Zij zullen niet snel aangifte doen. Pas achteraf kwam het besef dat het niet slim was om bijvoorbeeld hun geld aan de club te schenken, omdat het evangelie van de vereniging verkondigd moet worden. Er kan sprake zijn van machtsmisbruik door de leiders, maar dat is vaak achteraf, want in veel gevallen laten de mensen dat toe omdat ze zich er op dat moment goed bij voelen. We hebben destijds heel veel bronnen gesproken en we hoorden regelmatig dat zij heel erg voor de hand vonden liggen om op dat moment mee te gaan in de wensen van de leiders. Dan is er vaak geen sprake van een strafbaar feit. Al heeft de rechter in bepaalde zaken wel rekening gehouden met het feit dat er druk was uitgeoefend. Er zijn ook voorbeelden dat er wel degelijk sprake was van strafbare feiten, zoals geweld tegen kinderen of seksueel misbruik. Dan moet het slachtoffer zelf naar de politie stappen om aangifte te doen, dat kan bijvoorbeeld een instantie niet voor hem of haar doen. Het is sowieso lastig om een overheidsapparaat toezicht te laten houden. Ten eerste hebben we in Nederland ‘vrijheid van godsdienst’ en dat is een groot goed. In de tweede plaats gaat het soms om clubjes van vijf mensen ergens achteraf in een schuurtje op het platteland. Waar begin en waar eindig je dan qua controle?
Te weinig
Fokko Oldenhuis, hoogleraar Recht en Religie aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft onderzoek gedaan naar sektes in Nederland. Ook hij vindt dat het erg lastig is om grip te krijgen op wat er allemaal binnen sektes gebeurt. „Er is vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Je mag in Nederland geloven wat je wilt en je daar in het openbare leven naar gedragen. Volwassen mensen mogen gekke dingen doen; ook in club- of verenigingsverband. Dat is het uitgangspunt en dat maakt het meteen lastig om in te grijpen. Iedereen moet zelf weten wat hij uitspookt. Maar er zijn natuurlijk wel bepaalde grenzen waarmee we te maken hebben. Als je door je leiders bewust de hele nacht uit je slaap wordt gehouden en je de volgende ochtend een formulier onder de neus geduwd krijgt om voor een ‘stevige donatie’ te tekenen, gaan we al een grens over denk ik. Dat lijkt me al misleiding. Maar bedenk één ding: iemand sloot zichzelf als volwassen mens aan bij zo´n club aan! Op papier kun je veel gaan verbieden, maar in de praktijk werkt dat zo niet. Tweede Kamerleden denken daar veel te gemakkelijk over. Willen we uitwassen bestrijden dan zullen we met elkaar daarvoor de juiste instrumenten moeten vinden. Dat is een zeer moeizaam proces. In België, Frankrijk en Duitsland is uitgebreider onderzoek naar sektes gedaan dan in Nederland. Mijn gevoel zegt dat we in Nederland steken hebben laten vallen. Voor particulieren is het heel lastig om aan de bel te trekken, omdat ze dan al heel snel worden bedreigd. Daarom zouden overheidsinstanties misstanden moeten signaleren en moeten aanpakken. Al blijft het lastig om te definiëren wat nu precies een sekte is. Geen enkele club wil worden bestempeld als sekte, ze pretenderen allemaal iets bij te willen dragen aan de maatschappij. Des te belangrijker is het dat de overheid hier toezicht op houdt in plaats van particulieren, die zich maar moeilijk kunnen verweren. Het is een zegen dat we in dit land een vrije pers hebben, die ook op dit gebied prima werk levert. Overheid, pak dat nou eens op, ben ik geneigd te roepen.”
Sektesignaal
Sektesignaal is een vertrouwenslijn die in 2013 in het leven is geroepen door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Als snel werd duidelijk dat er dusdanig veel misstanden aan het licht kwamen, dat er voor de slachtoffers meer nodig was dan alleen een vertrouwensgesprek. „We zijn onze organisatie zelf gaan inrichten door contact te zoeken met instanties als de politie, inspectie voor sociale zaken en werkgelegenheid, inspectie voor de gezondheidszorg, noem maar op”, aldus Karin Krijnen van Sektesignaal. „Slachtoffers kregen heel vaak te horen dat ze er toch echt zelf bij waren toen ze zich aansloten bij zo’n club. Of de vraag waarom ze geen nee hebben gezegd toen hen werd gevraagd dingen te doen die zij niet wilden doen. Inmiddels hebben we een aantal goede aanspreekpunten, maar we merken nog steeds dat er vaak onvoldoende kennis is op het gebied van manipulatie. Het zou erg prettig zijn als bijvoorbeeld opsporingsdiensten hier meer kennis over zouden hebben. Er wordt vaak lacherig over gedaan, omdat het als zweverig wordt beschouwd. Maar bij misstanden gaat het vaak om bedreiging, misbruik, uitbuiting en geweld. Dat is niet zweverig, maar keiharde criminaliteit.”