Van vmbo naar wo is een lange weg: zij flikten het
De vertrekkend rector magnificus van de Universiteit Utrecht sprak zich dinsdag in Trouw uit voor het eerder wegsturen van studenten van universiteiten. Te veel studenten zouden het niveau niet aankunnen, zag hij de afgelopen zeven jaar. Toch zijn er genoeg mensen die een lange studieloopbaan vol ups en downs succesvol wisten af te ronden. Metro sprak drie mensen die zijn begonnen op de mavo maar uiteindelijk een masterdiploma haalden. Hun overeenkomst? Een enorme drive om het beste uit henzelf te halen.
Evita Vervuurt (32): „Ik kwam na mijn basisschooltijd in een vbo-mavogroep terecht. Dat vond ik toen prima, ik ging mee met de flow.” Met haar mavo-diploma op zak, ging Evita een mbo-opleiding tot directiesecretaresse volgen. „Dat kon in de buurt, dat was wel handig. Achteraf gezien was dat niet echt iets voor mij, maar ja: hoe goed ken je jezelf op je vijftiende?”
Een ingeving
Na drie maanden stopte Evita met de studie. „Ik ging beter nadenken wat bij me paste. Reizen vond ik leuk en ik was geïnteresseerd in talen. Ik besloot mbo toerisme te gaan studeren.” Die studie beviel wel en op haar zeventiende kreeg Evita een ingeving: „Ik weet niet wat de oorzaak was, maar ik wilde opeens het beste uit mezelf halen. Ik heb precies voor mezelf uitgestippeld hoe ik een studie aan de universiteit kon volgen. Na mijn hbo-propedeuse in Toerisme kwam ik daar terecht, ik startte met een bachelor Taal en Communicatie.” Na drie jaar rondde Evita de bachelor af en plakte ze er nog een master Communication Science achteraan.
Wie het precies was, weet Evita niet meer, maar ze weet nog wel heel goed dat een docent of voorlichter van de universiteit haar afraadde om met een hbo-propedeuse in te stromen in een bacheloropleiding. Het percentage uitvallers was te hoog. “Een heel algemene uitspraak, vond en vind ik dat. Ze kennen de individuen niet, weten niet wie ik ben en wat ik mijn mars heb. Ik geloof heel erg dat je je dromen kunt najagen. Als je er maar voor gaat en er voldoende tijd in steekt.”
Zeker geen zesjes
Als ze terugblikt op de keuzes die ze in het verleden heeft gemaakt, had ze daar wel wat meer begeleiding bij willen hebben, vertelt Evita. „Natuurlijk weet de een beter wat hij wil dan de ander, maar ik denk dat mensen tussen hun 12e en 24e heel veel ontwikkelingen/veranderingen doormaken. Als ze naar mijn resultaten op de basisschool en de middelbare school hadden gekeken had ik misschien 1 procent kans gekregen om een universitair diploma te halen. Terwijl ik op de universiteit zeker geen zesjes haalde.”
Vroege leerling Heico Klaassen (32) behoorde tot de laatste lichting mavo’ers. Na zijn eindexamen begon hij met een mbo-opleiding Internationale Groothandel. Dat ging niet helemaal van een leien dakje. „Ik vond het niet leuk en al mijn vrienden gingen werken. Ik wilde ermee stoppen, maar was nog leerplichtig en kwam op een school terecht waar ik leerde koken en knutselen.” Toen Heico zestien werd, ging ook hij werken. „Mijn ouders stimuleerden mij om een dag in de week een mbo-opleiding te volgen, dat heb ik gedaan. Vier jaar lang studeerde ik naast mijn baan bij de bouwmarkt. Ik zag om me heen jongens die hbo deden en dacht: ‘hé, dat moet ik toch ook kunnen?’”
In eerste instantie wilde Heico alleen zijn propedeuse behalen. „Maar het ging verrassend goed, dus ik maakte het in vier jaar af. Toen dacht ik weer: waarom ga ik niet gewoon door?” Heico ging naar Groningen voor een pre-master. „Bij de start waarschuwden professoren dat minder dan de helft van de studenten het eerste half jaar zouden doorkomen. Ze hadden gelijk, maar gelukkig hoorde ik bij die helft die het redde. Na mijn pre-master heb ik ook mijn universitaire master-diploma behaald.”
Motivatie
Een lange weg, die best korter had gekund. „Ik was als kind niet zo gemotiveerd”, vertelt Heico. „In wiskunde had ik havo-niveau, maar mijn talen waren niet zo goed, dus werd me geadviseerd om naar de mavo te gaan. Achteraf vind ik dat wel zonde. Aan de andere kant heb ik via deze route een heel mooi profiel dat onderscheidend is van veel andere universitaire studenten.” Heico’s motivatie speelde een grote rol, deze groeide gedurende zijn studieloopbaan steeds meer. „Wat mij betreft is de motivatie om een opleiding te doen belangrijker dan behaalde resultaten op de middelbare school. Ik vind het te kort door de bocht om je alleen daarop te focussen.”
Bloed, zweet en tranen
Heico snapt goed dat sommige studenten in het hoger onderwijs falen of hun studie voortijdig afbreken. „Je kiest een studierichting, maar je ondervindt pas of dat bij je past als je eraan begonnen bent.” Hij vindt de inrichting van het huidige onderwijssysteem nogal rigide. „Het is vrij strak, ik zou studies breder insteken en studenten meer keuzevrijheid bieden. Maar ik denk ook dat scholieren gebaat zijn bij betere hulp in studiekeuze. Misschien halen mensen hun studie niet, omdat ze al te snel een keuze moeten maken. Niet omdat ze de competenties niet hebben.” Motivatie is volgens Heico de belangrijkste indicator voor het behalen van een studie: „gemotiveerd zijn betekent dat je een doel voor ogen hebt, een doel waar je offers voor wilt brengen, waar je bereid bent bloed, zweet en tranen in te stoppen.”
Esther Nijskens (30) plakte er na het VMBO-t direct de havo achteraan. „Die ambitie heb ik altijd al wel gehad, ik was meer een theoretisch type.” Esther was ook een ijverig type, dat altijd haar huiswerk netjes maakte en na die twee jaar havo nog een extra jaar op school bleef om haar punt op te halen. „Dat was nodig voor mijn studie Facility Management, een opleiding die heel breed is ingestoken. Een bewuste keuze, want ik kon erna nog verschillende kanten op.”
Verkeerde keuze
Esther rondde de studie netjes in vier jaar af en zag ondertussen veel mensen uitvallen. Reden? Verkeerde studiekeuze. Na het behalen van haar hbo-diploma werd Esther werkzaam in de logistiek. „Nu pas merkte ik het nadeel van mijn brede opleiding. Het was de tijd van de crisis, mensen waren op zoek naar werknemers met specifieke kennis. Plus, ik wilde me meer in de marketing gaan verdiepen. Dit bracht me bij een pre-master en vervolgens een master aan de Open Universiteit.” Die laatste is ze nu aan het afronden.
Na een lange studietijd was het voor Esther een bewuste keuze om te gaan werken. „Ik vond het tijd om werkervaring op te doen, ik was al zolang bezig met studeren. Tijdens mijn carrière ben ik er veel meer achter gekomen wat me leuk lijkt. Die werkervaring is wat mij betreft een goede basis om de vervolgstap naar een academische studie te zetten.”
Goede voorlichting
Het studiepad van Esther is eigenlijk heel natuurlijk verlopen. Wat vindt ze van de vele uitval van studenten in het hoger onderwijs? „Dat ligt niet aan het niveau, denk ik. Volgens mij hebben mensen gewoon geen goed beeld van de opleiding. Als ik terugdenk aan open dagen waar ik destijds naar toe ging, dan herinner ik me vooral dat alleen de positieve kanten van de studie werden belicht. Waarbij overigens het puntje baangarantie niet eerlijk werd toegelicht. Wat mij betreft mogen ze ook vertellen over nadelen die bij de studie komen kijken. Je moet goed weten of je een studie leuk vindt, je er echt in verdiepen. Tenslotte moet je hem wel vier tot zes jaar volgen.”