Een school met 23 kinderen: Het is vooral heel knus
Annemarieke Drevijn is leerkracht van de groepen 6, 7 en 8, drie klassen met in totaal negen leerlingen. Ze geeft les op een Friese basisschool met 23 leerlingen. „Tussen de middag eten we gezellig met de hele school.”
De school in Molkwerum, een dorpje met zo’n 400 inwoners, telt al jaren tussen de twintig en dertig leerlingen. „Dat doet iets met de dynamiek tussen kinderen”, vertelt Drevijn. „Jong en oud werkt met elkaar samen en leert van elkaar.”
In Nederland zijn ongeveer tweeduizend basisscholen met minder dan 145 leerlingen. Voor deze ‘kleine scholen’ trekt het kabinet 20 miljoen extra uit. Deze scholen moeten met minder leerkrachten en minder geld toch proberen hun leerlingen even goed les te geven als grote, vindt onderwijsminister Arie Slob.
Groep 3-4
Drevijn is blij met het besluit. „Op een kleine school komt extra geld goed van pas. Met dat geld is er misschien meer mogelijkheid om combinatieklassen te splitsen. Vooral de combinatieklas 3-4 is pittig. Kinderen uit groep 3 moeten leren lezen en schrijven en hebben daarom veel begeleiding nodig. En ook kinderen uit groep 4 vragen de nodige aandacht.”
Maar mogelijk bestaat de christelijke basisschool it Swannenêst volgend jaar niet meer. De school gaat misschien fuseren met een school in Stavoren, een stadje zo’n vier kilometer verderop. „Die school telt zo’n tachtig leerlingen, dus ook die school komt in aanmerking voor extra budget.”
Wanneer een school dicht moet, is afhankelijk van de vraag hoeveel leerlingen er in een gemeente wonen. In dichtbevolkte gebieden kan een basisschool met meer dan 200 leerlingen moeten sluiten, terwijl voor een school in een zeer dunbevolkte gemeente de minimale norm van 23 leerlingen geldt. Als een school drie jaar achter elkaar op rij die norm niet haalt, dan stopt de financiering.
Musical
Drevijn vindt het jammer voor het dorp, als de school er straks niet meer zou zijn. „De kinderen zullen zich verspreiden over verschillende dorpen, waardoor er minder eenheid zal zijn”, zegt ze. „Maar aan de andere kant is het misschien ook beter. De kinderen hebben dan iets meer keus om te kunnen kiezen met wie ze na school willen spelen.”
Daarnaast is het eenmaal de regel, zegt Drevijn. Volgend jaar valt de school namelijk onder de wettelijke opheffingsnorm. „Er komen volgend jaar hooguit twee kinderen bij en er zitten momenteel drie kinderen in groep 8. Een eindmusical zit er dus ook niet in, maar we hebben al wel iets anders leuks bedacht.”