Friezen trotseren kou om van natuurijs te genieten
Het is druk op de Gaasterweg in het Friese dorpje Rosterhaule. De ene na de andere auto wordt in de berm geparkeerd. Mannen en vrouwen pakken hun schaatsen uit de kofferbak, terwijl dik ingepakte kinderen vrolijk met hun slee richting natuurgebied Wester- en Oosterschar wandelen.
Er kan op het polderwater al een aantal dagen geschaatst worden en ook vandaag trekt Friesland er in de voorjaarsvakantie op uit om de ijzers onder te binden. Wollen wanten, skipakken, enorme sjaals, oorwarmers, mutsen met pompeblêden; alles is letterlijk uit de kast gehaald om het gevecht met de kou te winnen. Maar eenmaal bij het ijs weet iedereen dat het onbegonnen werk is.
Medelijden
Met -7 graden vriest het niet eens zo heel hard, maar de snijdende oostenwind maakt het bijna ondraaglijk om met blote handen je schaatsen aan te trekken. De mensen die zich aan de kant klaarmaken voor een paar kilometer schaatsplezier op natuurijs kijken vol medelijden naar een jongetje dat huilend komt aanrijden. „Ik wil niet meer”, klinkt het vanachter zijn sjaal. Hij wil in de armen van zijn vader duiken, maar die is onverbiddelijk. „Schaats maar door, dan krijg je het vanzelf warm.” En hop, daar gaat hij weer.
De meeste mensen genieten wél van de kans om eindelijk weer eens op natuurijs in actie te komen. „Fantastisch”, roept een vrouw meerdere keren als haar wordt gevraagd wat er nu toch zo mooi aan is. „Het geluid, het zwarte ijs, heerlijk! Zo vaak maken we dat niet meer mee in Nederland. Dus nu moeten we onze kans grijpen. Eigenlijk is het veel te koud om nu te gaan schaatsen. Voor mijn gevoel is het -15 of misschien wel -20 graden als de wind even stevig aantrekt. Maar de verleiding is simpelweg te groot om binnen te blijven.”
Niet alleen de kou is een vervelende tegenstander voor de schaatsers. Het ijs is niet overal even dik en in het midden van de Wester- en Oosterschar loert het gevaar van een groot wak. „Ach, dat is helemaal aan de andere kant”, zegt Geert Zijlstra. „Daar moet je gewoon uit de buurt blijven, er is genoeg plek om wel veilig te kunnen schaatsen. Het was geweldig om hier op het ijs te staan. Niet te lang, want daar is het te koud voor. We gaan nu even opwarmen en daarna een kijkje nemen bij het Nannewiid, daar schijn je nu ook mooi te kunnen schaatsen.”
Trots
Zijn 10-jarige zoontje Hidde hangt tegen hem aan om bescherming tegen de straffe wind te zoeken. Als het jongetje wordt gevraagd hoe de gevoelstemperatuur nu is, zegt hij vrolijk: nul graden. Papa slaat hem trots op de schouder: „Een echte Fries hè, haha.”
De uitspraak van de dag komt echter op naam van een meisje met een enorme skibril op haar hoofd. Volgens haar moeder had ze het een dag eerder veel te koud tijdens het schaatsen, dus is ze vandaag extra dik ingepakt. Het deert het meisje niet dat het zo vreselijk koud is. „Anders smelt het ijs en kunnen we niet meer schaatsen.”