Filmmaakster Sarah had burn-out voordat het bestond
Sarah Domogala was halverwege de twintig toen ze in 2005 een burn-out kreeg. Ze schreef er een boek over: De Kunst van het Verdwijnen.
Documentaire- en tv-maakster Sarah Domogala was jong, werkte zich een slag in de rondte en sloeg niets over, van hip feest in Londen tot coole launchparty in Parijs. Ze leidde het leven waar ze altijd van gedroomd had. Totdat ze langzaam van vrouw van de wereld in een bang vogeltje veranderde. Een burn-out, zo bleek een aantal donkere maanden later, in een tijd dat nog niemand van opgebrande twintigers had gehoord.
„Het was rond 2005 en de term burn-out kwam net een beetje op”, vertelt de nu 39-jarige Domogala. „Voor die tijd noemde je het gewoon overspannen, en dan ging het eigenlijk altijd over veertigers die op kantoor zaten en die te lang hadden gewerkt. Toen ik klachten kreeg dacht ik alleen maar: zo iemand wil ik niet zijn. Ik wil stressbestendig zijn, net als iedereen om mij heen. Ik kan niet nu al helemaal gefaald hebben, daar ben ik te jong voor, dat is niet normaal en ik wil het niet.”
Griep
Maar het gebeurde wel. Domogala beschrijft in De kunst van het verdwijnen zonder terughoudendheid hoe haar snelle leven compleet stilvalt nadat ze de angst en vermoeidheid die haar al een tijd teisteren heeft proberen te negeren. „Omdat ik mij schaamde ben ik er lang mee doorgelopen. Ook op advies van anderen. ‘Als je daar aan toe geeft krijg je geen werk meer’, zei mijn vader bijvoorbeeld. Collega’s zeiden: ‘Rust maar uit en zeg maar dat je griep hebt’. Zeggen dat je te hard had gewerkt kon wel, dat was dan nog wel stoer of zo, maar opgebrand zijn? Dat kon niet. Na de diagnose hoorde ik dan ook om me heen: ‘hoe kan dat nou op die leeftijd? Wat heb je dan gedáán?”
Maar gaandeweg haar burn-out bleek dat het snelle leven van de groep jonge, ambitieuze creatievelingen waarin Domogala zich bewoog meer slachtoffers eiste. „Mensen tegen wie ik altijd had opgekeken vertelden mij dat ze last hadden van paniekaanvallen, anderen kwamen in een depressie terecht. Ik dacht: wat is híer aan de hand? Later kwam die hele golf die het nu is. Het is de nieuwe volksziekte. Ik was er gewoon vroeg bij.”
Dat het inmiddels een golf is, wil overigens niet zeggen dat er ook meer begrip is, stelt ze. „Er is een grove scheidingslijn tussen mensen die het begrijpen en mensen die het niet begrijpen. De mensen die het begrijpen, zijn zelf ook wel eens zwetend wakker geworden omdat ze niet meer wisten hoe het verder moest. Degenen die dat niet kennen noemen het vaak onzin. Het verschil met de tijd dat ik ‘het’ kreeg is dat het nu heel veel voorkomt en het dus niet meer zo gek is. Tegenwoordig wordt er vaak eerder aan de bel getrokken.”
Coole regisseur
Domogala hoopt dat haar boek laat zien dat een burn-out eigenlijk een persoonlijke crisis is. „Je kan er wel burn-out op plakken en de symptomen bestrijden, maar ik hoop dat we meer gaan kijken naar hoe we ons leven inrichten en wat bij ons past. Hoe kun je goed functioneren en hoe kom je tot je recht, in plaats van, al dan niet met medicijnen, oplappen en vervolgens doorgaan waar je gebleven was. Ik heb een paar keer geprobeerd om mijn oude leven weer op te pakken. Dat wilde ik ook. Mijn ambitie was om uiteindelijk die coole regisseur in New York te worden. Tot ik erachter kwam dat ik dat helemaal niet bén. Ik kan het wel spelen, maar ik kan het niet volhouden. Hoe trouwer je aan jezelf bent hoe beter het leven gaat. Hoewel dat misschien niet is wie of wat je had gedroomd te zijn. Er zijn allerlei andere dingen mogelijk die minstens even waardevol zijn. Uiteindelijk ben ik heel erg dankbaar voor die burn-out, want het heeft me de kans gegeven om opnieuw te beginnen.”
Opknapboerderij
Domogala heeft haar appartement in Amsterdam, na een tussenstop in de Franse Pyreneeën, inmiddels verruild voor een opknapboerderij in Limburg, inclusief man, kinderen en huisdieren. „In Amsterdam was het altijd druk. Er was een sterke collectieve energiestroom waarin het heel lekker meegaan is, waarin je heel veel gedaan krijgt en waar ik van genoot. Maar ik vroeg me ook af wie ik eigenlijk was en wat ik eigenlijk echt wilde. Ik vond het moeilijk om mijn eigen stem te blijven horen. In Limburg heb ik minder mensen om me heen, minder mensen ook die hetzelfde willen als ik. Dat werkt heel relativerend.”
De Kunst van het Verdwijnen (17,99 euro) is uitgekomen bij Nieuw Amsterdam.
De Frans-Nederlandse Sarah Domogala maakte al op de middelbare school korte films en videoclips. Tijdens haar studie aan de School voor Journalistiek in Tilburg werkte ze als regisseur voor jongerenprogramma’s als 6Pack. Ze maakte drie documentaires, waaronder Alles wat we wilden (2010) over burn-out, waarvoor ze de IDFA-scenarioprijs kreeg. Tegenwoordig werkt ze als coach, spreker en schrijvend journalist.