Waarom een shutdown in Nederland onwaarschijnlijk is
De Verenigde Staten ontwaken maandag nog steeds in een shutdown. Na het weekend is er nu ook een werkdag, waarop – nagenoeg – alle niet cruciale overheidsinstellingen niet functioneren. De shutdown is bepaald geen unicum, zo was er in 2013 ook al een shutdown van zestien dagen onder het bewind van Barack Obama. Hoe komt het dat er in Nederland eigenlijk nooit sprake is van het mogelijk platleggen van alle ambtelijke functies?
Stroeve begroting
Het maken van de begroting ging afgelopen jaar in Nederland allesbehalve soepel. De plannen moesten komen van het demissionaire kabinet (VVD en PvdA), maar dat kwam al bij lange na niet meer aan een meerderheid in de Tweede Kamer (42 zetels, 33 + 9). Bovendien was het een begroting, waarmee het toen naderende kabinet (VVD, CDA, D66 en ChristenUnie) aan de slag zou moeten. Een aparte – maar zeker niet unieke – situatie.
Het gevolg is dan geen dreigende shutdown, maar dat er een ‘voorzichtige’ begroting wordt gemaakt met weinig nieuwe plannen en maatregelen. De twee partijen mochten alleen de lopende gang van zaken blijven behandelen, maar geen nieuwe (lees: veel geld kostende) plannen introduceren.
Geen shutdown
In Nederland is er bovendien een wet die een shutdown moet voorkomen: de Comptabiliteitswet. Hierin staat dat de minister van Financiën gewoon geld mag blijven uitgeven, ook al is de begroting nog niet goedgekeurd, zoals nu in de VS het geval is. Wanneer de deadline van Prinsjesdag dus niet gehaald zou worden, is dat geen reden voor een shutdown.
Ook wanneer de Kamer het begrotingsvoorstel verwerpt, worden de uitgaven niet bevroren. De minister krijgt dan de opdracht om het op dat moment lopende beleid door te trekken. Wel wordt hem gevraagd dit met enige voorzichtigheid te doen.
Een goede eeuw geleden gebeurde het met enige regelmaat dat begrotingen werden verworpen. Dit had dan steeds een kabinetscrisis als gevolg, wat tot flink wat politieke slachtoffers heeft geleid, maar het land stond nooit stil.
Twee partijen
Wat ook een grote rol speelt in het feit dat wij geen shutdown kennen, is de manier waarop de politiek in elkaar zit. In de Verenigde Staten wordt er geregeerd met een tweepartijenstelsel: de democraten en de republikeinen. Twee partijen met veel tegengestelde belangen, die elkaar waar mogelijk maar wat graag in de weg zitten. Zo was de shutdown in 2013 een gevolg van het feit dat de republikeinen absoluut niet akkoord wilden gaan met Obamacare en ze probeerden dit een jaar uit te stellen door de begroting niet te laten goedkeuren.
Het Nederlandse politieke stelsel zit heel anders in elkaar met veel verschillende partijen in de Tweede Kamer, waarvan er een paar samen de regering worden. Om een wet of motie aan te nemen, zijn er altijd meerdere partijen nodig. Samenwerken zit daardoor veel meer in onze politiek opgesloten, dan het elkaar tegenwerken.
Helft van de opdrachten
Het is maar goed ook dat zo’n shutdown hier niet snel zal voorkomen. In Nederland verloopt meer dan de helft van de opdrachten via de overheid, veel meer dan in de Verenigde Staten. Dat betekent dus een groot deel van de werkende bevolking met gedwongen onbetaald verlof zou moeten tijdens een shutdown. Dat maakt het tot een actie waarvan de gevolgen haast niet te overzien zouden zijn, want veel huishoudens zouden de kosten (en schulden) razendsnel zien oplopen.
Daarbij komt nog eens dat door een shutdown voor een enorm omzetverlies van de overheid zal zorgen. Zo gaan alle attracties en gebouwen die van de overheid zijn of erdoor worden gefinancierd dicht. Maar ook instanties als bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zouden op zwart gaan.