Rosan de Vos Nieuws 25 jan 2018, 16:30

Leestijd: 3 minuten

Vrijheid blijheid? Steeds minder studenten op kamers

Als je na hard werken op de middelbare school eindelijk je diploma in handen hebt, is het tijd voor de volgende stap. Je stelt jezelf een belangrijke vraag: ‘Ga ik mijn ouderlijk huis verlaten?’

Tegenwoordig gaan er steeds minder studenten op kamers. Sinds het sociale leenstelsel in 2015 is ingevoerd en de basisbeurs is afgeschaft, woont slechts 45 procent van de WO-studenten en 14 procent van de HBO-studenten op kamers, meldt het CBS. Voorheen ging dit nog om 63 procent van de WO-studenten en 23 procent van de HBO-studenten.

Vrijheid, blijheid?

Het is een gegeven dat op kamers wonen geen goedkoop grapje is. Je moet zorgen voor je eigen eten, de biertjes kosten flink wat geld en ook studieboeken zijn niet goedkoop. Volgens het studentenonderzoek 2017 van Nibud moet je als uitwonende student rekening houden met 1.044 euro aan lasten, en daar is het collegegeld nog niet eens bij opgeteld. Als student kun je niet fulltime werken naast je studie, dus lenen is vaak een noodzaak.

„Toch vind ik dat het echt bij je ontwikkeling hoort”, zegt studente Annebert Binkhorst (20) tegen Metro. Binkhorst woont in een studentenhuis in Utrecht en zou dit voor geen goud willen missen. „Je bent echt op jezelf aangewezen. Daar leer je ontzettend veel van.” Het voordeel van een flinke spaarrekening ten opzichte van op kamers wonen ziet ze echter niet: „Je moet op een gegeven moment toch het huis uit, dus waarom niet nu?”

‘Je weet niet wat je mist’

Binkhorst: „Toen ik net op kamers woonde, was ik wel een beetje bang. Ik vroeg mezelf af hoe ik dit allemaal moest gaan doen. Maar Nederland werkt wat dat betreft wel heel erg met je mee.”

Voor een studieschuld is Binkhorst niet bang. „Ik betaal nu ook vaste lasten zoals mijn telefoonrekening. De gedachte is misschien naïef, maar als dit lukt, kan ik later ook wel mijn studieschuld aftikken.”

Een kamer vinden blijft lastig

Dat minder studenten op kamers gaan is ook te zien aan het aantal jongeren dat in studentensteden gaat wonen. In 2015 is het aantal 17- tot 21-jarigen dat zich in universiteitssteden vestigt met 14 procent gedaald. Dit zegt echter niet dat het nu makkelijker is om een kamer te vinden.

„Al zijn er misschien minder studenten die op kamers gaan wonen, er gaan wel nog elk jaar meer mensen studeren”, aldus Steven Ouwerkerk, CEO bij Kamernet. „Veel studenten die al op kamers woonden zijn op zoek naar een andere kamer. Bovendien komen er steeds meer internationale studenten bij. De vraag naar een studentenkamer stijgt daardoor in de grote steden, omdat er naar verhouding niet evenveel studentenkamers bijgebouwd worden als dat er studenten zijn die een kamer zoeken. Het is daarom niet makkelijker om een kamer te vinden dan voorheen.”

Thuiswonen is prima

Is het, ondanks alle vrijheid die je meekrijgt als je uit huis woont, een schande als je gewoon bij je ouders vertoeft?

Studente Gaby Schildknegt (24) is juist thuis blijven wonen. „Ik wil geen geld uitgeven wat ik niet heb. Bovendien was ik bang dat als ik een lening zou afsluiten, ik veel te makkelijk met geld om zou gaan.”

Voor Schildknegt was het qua reistijd geen noodzaak om haar ouderlijk huis te verlaten. „Op kamers wonen is gewoon ontzettend duur”.

Voor- en nadelen

„Op kamers wonen heeft zijn voor- en nadelen”, aldus psychologe Hermanja. „Je leert er wel ontzettend veel van, vooral over jezelf. Maar thuis blijven wonen heeft weer veel praktische voordelen. Het is zwart-wit om te zeggen dat het voor je ontwikkeling daadwerkelijk ‘nodig is’. Het is niet zo dat, wanneer je deze stap overslaat, je minder volwassen zal worden.”