Steeds meer kinderen overleven levertransplantatie
De overlevingskans na een levertransplantatie bij kinderen is in de afgelopen twintig jaar met 12 procent gestegen, maakte het UMC Groningen (UMCG) bekend op basis van eigen onderzoek.
Van de kinderen die in de afgelopen tien jaar in Nederland een donorlever ontvingen, was 83 procent na vijf jaar nog in leven. Tien jaar daarvoor was dat nog 71 procent. De resultaten van kinderen die een donorlever van een levende donor ontvingen zijn volgens het universitaire ziekenhuis nog beter. Na vijf jaar is 95 procent van hen nog in leven. Bij zo’n transplantatie staat een levende donor, meestal een van de ouders, een stuk lever af aan zijn of haar kind.
Planning en screening
Volgens het UMCG komen die goede cijfers vooral door een verbeterde planning van operaties. Daardoor kan zowel de patiënt als donor in optimale conditie zijn en is de tijd dat de lever buiten het lichaam is korter. Daarnaast worden donors uitgebreid gescreend om er zeker van te zijn dat ze medisch geschikt zijn.
De onderzoekers bekeken gegevens van kinderen die in de periode 1995-2016 een levertransplantatie ondergingen in het UMCG. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 150 levertransplantaties verricht, waarvan tegenwoordig ongeveer twintig bij kinderen. In 2016 stonden nog 122 mensen op de wachtlijst om een lever te krijgen. Voor een nieuwe nier stonden de meeste mensen op de wachtlijst, in totaal 595.
Groei aantal donoren
Ondertussen groeit het aantal donoren nog altijd in ons land. In 2017 stonden 6.125.977 mensen geregistreerd als donor. Een jaar eerder waren dat er nog 6.062.237 en vijf jaar eerder 5.701.610. Volgens gegevens van het donorregister zijn vrouwen vaker donor dan mannen. Met een verhouding van 54,6% tegenover 45,4%.