Confrontatie Turkije en VS dreigt in Syrië
De Turkse president Erdogan wil zijn militaire operatie langs de Turks-Syrische grens als het moet naar het oosten uitbreiden, helemaal tot aan de grens met Irak. Hij heeft vrijdag gezegd dat hij de hele grens wil vrijmaken van opstandelingen.
YPG
Turkije begon zaterdag in de Syrische regio Afrin (in het noordwesten) met een aanval, gericht tegen de Koerdische YPG-militie, die door de Verenigde Staten wordt gesteund. Hierbij kwamen volgens de Turkse overheden drie Turkse soldaten en elf man van het Vrije Syrische Leger (die aan dezelfde kant staan als de Turken) om het leven. Aan de andere kant zouden er honderden doden zijn gevallen sinds afgelopen zaterdag. Mensenrechtenorganisaties maken bovendien melding van minimaal twintig burgerslachtoffers.
De Turkse regering ziet de YPG als het verlengstuk van de verboden Koerdische partij PKK. Ongeveer 25.000 strijders van het Vrije Syrische Leger ondersteunen het Turkse offensief.
Manbij
Op een bijeenkomst met regionale leiders van zijn AK-partij zei Erdogan dat Turkije verder zal oprukken naar het oosten, en dus ook naar de stad Manbij. Daar zitten momenteel Amerikaanse soldaten, die de Koerden helpen in hun strijd tegen Islamitische Staat.
Dat betekent dat Turkse troepen terecht kunnen komen in een confrontatie met NAVO-bondgenoot de Verenigde Staten. Erdogan eiste woensdag nog in een telefoongesprek met zijn Amerikaanse collega Trump dat hij de Amerikanen terugtrekt uit Manbij.