Zelfmoord voor aandacht: is Tibet nog steeds zo erg?
Een Tibetaan heeft zichzelf op straat in brand gestoken. De man, die zijn leven als monnik doorbracht, is hierdoor overleden. Volgens de Tibetaanse regering in ballingschap was de zelfmoord een boodschap aan de regering in Peking om aandacht te vragen voor de slechte situatie van de Tibetanen in Tibet.
De zelfmoord gebeurde zaterdag op straat in Aba. Het is al de zesde Tibetaan die dit jaar op deze wijze zelfmoord pleegt. Sinds 2009 zijn er ongeveer 150 zelfverbrandingen geweest in Tibet. Een schreeuw om aandacht uit een voor veel Nederlanders vrijwel onbekende situatie. Is de situatie in Tibet in 2017 nog steeds zo erg dat er zes zelfmoorden nodig zijn om de aandacht op het land te vestigen?
Complexe situatie
Zoals in elk conflictgebied op de wereld, is de situatie in Tibet erg complex. We noemen het een conflictgebied omdat er vanaf de twintigste eeuw op zijn zachtst gezegd een debat is over de staatkundige status van de regio. Tibet is een geografisch gebied dat in het zuiden grenst aan Nepal. Er wonen hier voornamelijk Tibetanen, een van de 56 officiële etnische groepen in China.
Met dat laatstgenoemde land ontstaat het conflict. Tibetanen vinden namelijk dat ‘hun land’ Tibet autonoom moet zijn, een eigen staat los van China. China is het daar niet mee eens en vindt dat de regio Tibet onderdeel is van hun republiek. De Tibetanen hebben hun eigen taal en cultuur en vinden dat de Chinezen veel van wat Tibetanen beschouwen als de kern van hun identiteit aanvallen.
Invasie
Die aanvallen en het getouwtrek over de staatkundig indeling van Tibet zijn al jaren gaande. Maar in 1950-51 gebeurde wat vanuit Tibetanen ‘de invasie’ wordt genoemd. Het grootste leger ter wereld, Het Volksbevrijdingsleger (Chinese leger), trok de regio binnen. Chinezen noemen dit ‘de bevrijding’ of ‘de reïntegratie met het moederland’.
Na 1959 werden de laatste ‘resten’ van de traditionele manier van leven in Tibet geprobeerd om te vormen naar het communistische, Chinese systeem. Dat betekende voornamelijk dat veel kloosters de deuren moesten sluiten. In 1962 was het aantal functionerende kloosters teruggebracht van ongeveer 2700 in 1959 tot ongeveer 75. In 1959 waren er ongeveer 115.000 monniken. In 1962 nog maar 5000.
Identiteit
Om onder andere die reden menen de Tibetanen dat China hun identiteit aanvalt. Zij zijn hier meerdere malen tegen in opstand gekomen. Onder andere tussen 1987 en 1993 en nog een keer in 2008. De opstanden beleefden hun toppunt in 1989. Deze opstanden werden bloedig neergeslagen door Chinese autoriteiten. In 2008 demonstreerden Tibetanen rondom de Olympische Zomerspelen in Peking.
Alle opstanden samen hebben nog niet gezorgd voor een verbetering van de mensenrechten in Tibet. De regering in ballingschap zegt dat er sinds de invasie in 1950-51 zeker 1,2 miljoen doden zijn gevallen door hongersnood en geweld van de Chinezen. Tibetoloog Warren W. Smith herberekende dit getal en kwam op een schatting van 400.000 Tibetaanse slachtoffers.
Marteling
In Chinese gevangenissen wordt anno 2017 nog steeds gemarteld. Meestal gaat het dan om het misbruiken van handboeien of stroomstootwapens. Op 8 maart 2006 brengt het Bureau of Democracy, Human Rights and Labor Affairs dat onderdeel is van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken een schokkend rapport uit.
Het rapport beschrijft de mensenrechtensituatie in Tibet. Er is nog steeds sprake van willekeurige gevangenneming, politieke gevangenen, marteling en beroving van het leven. Volgens de Chinese regering is Tibet al honderden jaren onderdeel van China, maar waren ze opstandig tot ze in 1950 werden bevrijd. Volgens de Tibetaanse regering in ballingschap is Tibet altijd een eigen land geweest.
Tibetanen vluchten vandaag de dag nog steeds naar buurlanden als India en Nepal of verder weg om daar hun leven in relatieve rust voort te zetten. India en Nepal ontvingen samen het grootste aantal Tibetaanse vluchtelingen, ongeveer 100.000. Zo’n 750 Tibetanen zouden hun toevlucht in Europa hebben gezocht.