Veel Nederlandse kinderen leven in armoede
Kinderen van ouders zonder verblijfsvergunning zwerven vaak van adres naar adres en worden soms zelfs uit huis geplaatst omdat het gezin in armoede leeft. Deze kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning, maar door de Koppelingswet heeft hun gezin geen recht op toeslagen, opvang, of bijstand. De Kinderombudsman en de jeugd- en kinderombudsmannen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag roepen de Nederlandse overheid in hun gezamenlijke rapport Nederlandse kinderen ontkoppeld op om de situatie van deze kinderen te verbeteren.
Volgens het Kinderrechtenverdrag hebben kinderen het recht op te groeien in een gezin waar genoeg geld is om goed te leven en waar ze zich kunnen ontwikkelen. Voor de naar schatting honderden kinderen met ouders zonder verblijfsvergunning is dat op dit moment niet van toepassing. „Deze Nederlandse kinderen groeien op in bittere armoede. Zij worden achtergesteld op kinderen met ouders die wel in Nederland mogen wonen. Dit kan niet en dit mag niet”, aldus Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. Samen met de jeugd- en kinderombudsmannen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is zij daarom een onderzoek gestart naar de situatie van deze kinderen in de hoop antwoord te vinden op de vraag hoe hun situatie verbeterd kan worden.
Oorzaken armoede
Uit het onderzoek blijkt dat er drie belangrijke oorzaken zijn voor de armoede waar veel gezinnen met een ouder zonder verblijfsstatus in terecht komen. Ten eerste mag een ouder zonder verblijfsvergunning niet werken in Nederland en kan hij of zij het gezin dus niet onderhouden. Daarnaast bepaalt de Koppelingswet dat een gezin geen toeslagen en bijstand krijgt van de Nederlandse overheid als een van de ouders niet in Nederland mag wonen. Tot slot is het in Nederland voor kinderen niet mogelijk om zelf geld te krijgen van de overheid. Dit alles leidt ertoe dat veel van deze kinderen opgroeien in armoede. Volgens de Kinderombudsvrouw heeft dit grote gevolgen voor hun ontwikkeling en de plek die ze in de Nederlandse samenleving innemen: „Deze kinderen voelen dagelijks dat ze er niet echt bij mogen horen.”
Tien voorstellen voor verbetering
Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in mei 2017 in de zaak Chavez-Vilchez komt er wellicht voor een deel van de kinderen een oplossing. Als een ouder zonder verblijfsvergunning de verzorgende ouder is, kan deze alsnog verblijfsrecht krijgen. Maar deze oplossing geldt lang niet voor alle kinderen met een ouder zonder verblijfsvergunning. De Kinderombudsman en de gemeentelijke jeugd- en kinderombudsmannen roepen daarom het kabinet, gemeenten en andere overheidspartijen op om de situatie van al deze kinderen te verbeteren en doet hiervoor tien voorstellen.
Zo moeten de belangen van kinderen een belangrijkere rol en een zwaarder gewicht krijgen bij de beslissing of een ouder een verblijfsvergunning krijgt. Als er maar één ouder voor de kinderen zorgt, moet de overheid helpen om van de andere ouder geld te krijgen om in de levensstandaard te kunnen voorzien. Daarnaast moet de Koppelingswet worden aangepast, zodat een gezin met een ouder zonder verblijfsvergunning toch gebruik kan maken van toeslagen en bijstand. Ook moet het mogelijk worden dat kinderen zelf geld krijgen van de overheid, zeker als dat niet via hun ouders kan.
Handreiking
Om gemeenten te helpen de situatie van deze kinderen te verbeteren, hebben de ombudsmannen een handreiking opgesteld waarin staat wat een gemeente nu al kan doen voor gezinnen met een ouder die niet in Nederland mag blijven. De Kinderombudsvrouw roept het kabinet, gemeenten en andere verantwoordelijke overheidspartijen op om de voorstellen en de handreiking over te nemen: „Deze kinderen hebben net als andere Nederlandse kinderen het recht om op te groeien in een gezin waar genoeg geld is om van te leven en om zich goed te kunnen ontwikkelen.”