Terug van weggeweest: Putty is weer enorme rage
Silly Putty, wie speelde er als kind in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw niet mee? Het kneedbare rare goedje dat in de Tweede Wereldoorlog per ongeluk door Amerikaanse onderzoekers werd uitgevonden tijdens hun zoektocht naar synthetische rubber, is op dit moment weer mateloos populair onder kinderen. Tegenwoordig wordt het echter geen Silly Putty meer genoemd, maar Intelligent Putty, of gewoon Putty, of slijm zoals de meeste kinderen zeggen. En het is een enorme rage onder de kids. In geen enkele speelgoedwinkel in Noord-Holland zijn de kleine blikjes Putty nog te koop. Overal is het uitverkocht.
„We hebben het al weken niet meer”, reageert een verkoper van de Intertoys in de Amsterdamse Kalverstraat. „Iedereen vraagt erom, maar we krijgen het amper nog binnen. Helaas, want het is een ideaal surprise-cadeautje. Maar dat geldt voor alle speelgoedwinkels, niemand heeft het meer.”
„Ik weet dat Putty de afgelopen jaren af en toe opduikt en soms weer populair is. Mensen maken het soms ook zelf”, zegt pedagoge Marianne de Valck van het landelijke adviesbureau Spelen en Speelgoed. „Een rage komt en het gaat. Niet lang geleden was dat ding dat op je vingers draait, een Fidget spinner heel populair.”
Loomen, Fidget Spinner
Het blijft bijzonder fascinerend zo’n speelgoedrage onder kinderen. Opeens loopt de hele school met een Fidget spinner, of zijn alle kids druk aan het loomen, of zoals nu spelen ze met een balletje Putty. Waar begint zoiets, hoe werkt een rage? „Tsja, als mensen dat wisten, dan konden ze heel veel geld verdienen”, lacht De Valck. „Bij een rage gaat het meestal om een product dat niet al te duur is. Maar hoe fabrikanten ook hun best doen om een hype rond een product te creëren het zijn altijd de kinderen die bepalen of het echt een rage wordt.”
Volgens De Valck gebeurt het vaker. Speelgoed dat jaren geleden in de vergetelheid is geraakt, wordt dan opeens weer razend populair. „Spelen heeft altijd een enorme golfbeweging. Een mooi voorbeeld daarvan is dat speelgoedtelefoontje van Fisher Price. Daar hebben ouders van nu vroeger zelf mee gespeeld en ondanks dat telefoons er tegenwoordig heel anders uitzien en absoluut niet meer lijken op dat telefoontje, wordt dat ding nog steeds heel goed verkocht.”
Vaak willen ouders ook iets uitstralen met het speelgoed van hun kinderen, legt De Valck uit. „Op dit moment is bijvoorbeeld het speelgoed uit mijn jeugd, en dan praten we over de jaren 50 en 60, weer populair. Ik heb het dan over blokken en ander houten speelgoed. Ouders bepalen meestal waar kinderen mee spelen en het speelgoed van de kinderen is ook een soort visitekaartje. Het zegt iets over jou als ouder en over de verwachtingen die je hebt voor je kinderen.”
Dat geldt uiteraard niet voor Putty. Dat is speelgoed waar iedereen mee kan spelen, als het tenminste in de winkels ligt. „Tsja, maar de rage kan zo weer voorbij zijn”, reageert De Valck. „Zo weet ik nog dat vroeger de jojo op de markt kwam en iedereen er een wilde hebben. Maar dat hadden de fabrikanten niet zien aankomen, dus die gingen daarna massaal jojo’s bijproduceren. Toen die eenmaal in de winkels lagen, was de rage alweer voorbij en zaten de winkeliers met al die jojo’s.”