‘Haat Amerika wordt er in Noord-Korea ingestampt’
De Belgische fotograaf Carl de Keyzer is, verspreid over vier reizen, zestig dagen in Noord-Korea geweest. Het resultaat is een uniek fotoboek ‘D.P.R.Korea Grand Tour’ over het meest geïsoleerde land ter wereld.
Noord-Korea is de natte droom voor iedere fotograaf. Zo ook voor Carl de Keyzer. „Mijn oeuvre bestaat uit machtssystemen en mijn speciale aandacht gaat uit naar het communisme”, zegt De Keyzer. „Ik ben in verschillende voormalige Oostbloklanden geweest, waaronder natuurlijk Rusland. In de jaren 90 heb ik al eens geprobeerd om naar Noord-Korea te gaan, maar dat was onmogelijk. Ik wilde niet als toerist gaan om tien dagen in een groep wat dingen te bezichtigen. Ik wilde het land in al haar facetten vastleggen. Dat is nu gelukt.”
Waarom lukte het nu wel?
Ik had het geluk dat een Engels reisbureau in Beijing, gespecialiseerd in reizen naar Noord-Korea, nieuwe foto’s nodig had voor hun website. Ik kon daardoor op een soort werkvisum officieel als fotograaf het land in.
Maar er waren natuurlijk restricties.
Absoluut. Ik kon niet zestig dagen achter elkaar door Noord-Korea trekken. De trip werd opgedeeld in vier gedeeltes. Mijn eerste reis was in 2015, mijn laatste reis dit jaar. Ik kreeg twee gidsen mee en een minivan en heb ruim 250 plekken bezocht door het hele land.
Met twee gidsen lijkt me de ruimte om je gang te kunnen gaan aardig beperkt.
Aan de ene kant klopt dat wel, maar aan de andere kant waren ze heel schappelijk. Normaal letten de gidsen er heel erg op dat je geen mensen, soldaten of gebouwen die in de steigers staan fotografeert. Dat is verboden. Maar omdat een agentschap in Pyongyang mijn foto’s controleerde, lieten de gidsen mij mijn gang gaan. Ze dachten dat die foto’s toch niet door de censuur zouden komen. En omdat ik op plekken mocht komen waar normaal gesproken niemand komt, vooral op het platteland, kwam het soms voor dat we verdwaalden. Ik ben op plekken geweest wat vooraf echt niet de bedoeling was.
Wat zag je op die plekken?
Veel armoede. Maar ik moet daar wel bij zeggen dat die armoede vergelijkbaar is met de dorpen op het platteland in China of Mongolië. Er is schaarste, maar ik heb geen uitgehongerde mensen gezien.
Er zijn dus wel wat foto’s door de censuur gekomen?
Ik heb zo’n 18.000 foto’s gemaakt. Ik heb er 400 ingeleverd voor het boek en had verwacht dat de helft afgekeurd zou worden. Ik was erg verrast dat er maar 3 foto’s werden afgekeurd.
Hoe kan dat?
Ik denk dat het te maken heeft met een verschil van interpretatie en dat er in Noord-Korea een andere beeldcultuur heerst dan bij ons in het westen. Daarbij kennen zij geen ironie. Neem bijvoorbeeld die foto bij ‘The House of Culture’ (hoofdfoto). Ik vind dat een beklemmende foto. Een man die lusteloos voor zich uitstaart in een absurd schone omgeving. Het is bijna een abstracte tekening. Ik zie geen vreugde, geen leven in die foto. Maar ik denk dat Pyongyang juist blij is met die foto en zullen zeggen ‘kijk eens hoe schoon het bij ons is’. Ik heb gezien dat mensen om vijf uur ’s ochtends naar buiten gaan om de straten schoon te maken. En dat zijn dan vooral bladeren, want niemand durft iets op de grond te gooien. Het is beangstigend, klinisch. Hetzelfde zie op die foto met die schooljongens (hieronder). Kijk naar de lichaamstaal, die hangende schouders: het is gelaten, terneergeslagen. Maar het is tegelijkertijd ook heel fascinerend. Als je de gebouwen in Pyongyang ziet, waan je jezelf in een of andere sciencefictionfilm.
Hoe voelde jij je?
Ik was natuurlijk wel wat gewend door mijn eerdere reizen, maar het was heel beklemmend. Als je op straat loopt in de hoofdstad Pyongyang zie je verrassend weinig mensen, je hoort ook bijna niks. Geen gepraat, geen muziek. Maar het kan zo maar gebeuren dat er een paar honderd man uit de metro komen die beginnen te zingen en met vlaggen te zwaaien. Maar dat is geregisseerd. Naast het communisme heb je in Noord-Korea de Juche-ideologie. Het idee is dat het Noord-Koreaanse volk niet economisch afhankelijk moet zijn van andere landen, men moet op eigen kracht vertrouwen en van het land een zelfvoorzienende natie maken. En daarbij natuurlijk vertrouwen op de grote leider Kim Jong-un. Hij heeft een goddelijke status en hoewel er veel overeenkomsten zijn tussen de vroegere Sovjet-Unie en Noord-Korea, is die goddelijke status van de grote leider het grootste verschil. Lenin en Stalin werden natuurlijk ook verheerlijkt, maar hadden geen goddelijke status. Zij werden ook min of meer gekozen, terwijl Noord-Korea een dynasty heeft met de Kims. In de Sovjet-Unie had je ook nog wel dissidenten, kunstenaars en schrijvers. In Noord-Korea heb je die niet, bestaat er niet eens kunst. De controle is veel groter. En dat beangstigt me wel. Op kleuterscholen wordt de haat tegen de Amerikanen er al ingepompt met posters in de gangen waarop de Amerikanen als monsters worden afgebeeld met bloeddoorlopen ogen en grote tanden. Voordat de les begint wordt er buiten gegymd en liederen gezongen. Op het eind beelden ze met hun hand een pistool uit en gaan ze ‘Amerikaantje schieten’. Ik heb het over kinderen van vijf jaar hè.
Tentoonstelling
In het Citadel Park Floraliën Hal in Gent is momenteel de tentoonstelling D.P.R.Korea Grand Tour’ te zien. Van 18 juni tot 23 september 2018 is de tentoonstelling te bezichtigen in Museum Helmond in Nederland.