Vijf vragen over kindermisbruiker Robert M.
De Tweede Kamer wil weer in debat over Robert M., nu de kindermisbruiker contact met ouders van slachtoffers heeft kunnen zoeken. Vijf vragen:
1. Hoe zat het ook al weer?
Robert M. is hoofddader in de Amsterdamse zedenzaak die in 2010 aan het licht kwam. Hij bekende 87 zeer jonge kinderen ernstig te hebben misbruikt, justitie heeft hem voor 67 gevallen vervolgd. Hij legde het misbruik veelvuldig op foto en video vast en deelde deze bestanden via internet met pedofielen elders op de wereld. Hij is veroordeeld tot 19 jaar cel en tbs met dwangverpleging. Robert M. werkte op twee kinderdagverblijven in Amsterdam en bood zich aan als oppas.
2. Waarom is hij nu weer in het nieuws?
Hij heeft een excuusbrief geschreven naar de ouders van de slachtoffers en heeft met een soortgelijke brief de media opgezocht. Hij wist de handgeschreven brief te laten bezorgen bij Richard Korver, de advocaat van een groot aantal slachtoffers. In de brief zegt M. dat hij spijt heeft en biedt hij de ouders een gesprek met hem aan. Via zijn eigen advocaat kwamen journalisten van de Volkskrant in contact met M. en zochten hem in de gevangenis op. Justitie was van zowel dat bezoek als de brief niet op de hoogte.
3. Hoe werd er op zijn excuusbrief gereageerd?
Korver heeft niet op M. gereageerd en stuurde de brieven door naar zijn cliënten en ouders van slachtoffers die niet bij hem zijn aangesloten. De meeste ouders zijn er niet van gediend en vinden het belachelijk dat M. zo de toenadering kan zoeken. Volgens Korver heeft geen van zijn cliënten behoefte aan een gesprek met Robert M. Een ouderpaar klaagde na ontvangst van de mail bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Justitie erkent hierin ‘niet scherp genoeg’ te zijn geweest. De Volkskrant besloot de brief niet te publiceren omdat een aantal ouders daarop tegen was.
4. Hoe heeft Robert M. de brieven kunnen versturen?
Hij ‘vermomde’ zijn brief naar de Volkskrant als advocatenpost door op de envelop ‘Advocatenkantoor V&K’ te schrijven en hem ter attentie van een van de journalisten te adresseren, zegt De Volkskrant. Ditzelfde heeft hij medio 2016 geprobeerd bij de redactie van Trouw, maar die krant heeft er niets van meegekregen omdat de brief wederom gericht was aan een advocatenkantoor. Ditmaal stond er geen naam van een verslaggever op de brief, dus de redactie heeft de brief ongeopend geretourneerd. Gevangenen hebben in principe recht op vrije communicatie met advocaten en die mag inhoudelijk niet worden gecontroleerd. Van alle post wordt wel het adres nagetrokken. Justitie had dus kunnen weten dat het advocatenkantoor niet bestaat.
5. Wat gebeurt er nu?
Het toezicht op Robert M. en zijn bezoek is aangescherpt. Bezoekers worden voortaan vooraf gescreend. Ook zijn in- en uitgaande post en telefoongesprekken worden gecontroleerd, aldus minister Dekker van Rechtsbescherming. Bovendien wil de Tweede Kamer een debat over Robert M. met minister Dekker. Het debat is aangevraagd door CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg, zij is voorzitter van Kamercommissie Justitie en Veiligheid. Ze is van mening dat M. de kans niet had mogen hebben om de levens van zijn slachtoffers weer overhoop te halen.