Hoe ziet jouw Piet eruit? #kleurjepiet
Nog een paar nachtjes slapen en dan is Sinterklaas weer in ons land. En daarmee laait ook de Zwarte Pietendiscussie weer op. Na stroopwafel- en regenboogpieten gaat Rotterdam dit jaar voor een compromis: helft zwart, helft met roetveeg. In Amsterdam worden het Spaanse edelmannen. Maar ook hier is kritiek op. Metro vraagt daarom zijn lezers hoe zij ’hun’ Piet het liefste zien door hen te vragen de kleurplaat van Argus in te kleuren.
René Leisink, de cartoonist van Argus, heeft de Zwarte Pietendiscussie de afgelopen jaren met interesse gevolgd. „Ik was me er eerder eigenlijk niet van bewust dat Zwarte Piet zo’n karikatuur was. Maar je kunt er niet omheen dat het zijn oorsprong heeft als karikatuur van donkere mensen en de slavernij. Als mensen daar aanstoot aan nemen dan wil ik daar rekening mee houden.”
‘Roetveegpiet meest gangbaar’
Daarom heeft Leisink zijn Piet aangepast. „Ik teken nu meestal roetveegpieten. Dat is volgens mij de meest neutrale en gangbare manier om een Piet te schminken en te tekenen. Maar je ontkomt er niet aan om bepaalde clichés te gebruiken, omdat het anders niet meer herkenbaar is voor mensen. Ook de blanke poppetjes teken ik als karikatuur. Hoe genuanceerder hoe minder herkenbaarheid. Maar hoe ver ga je daarin?”
‘Er is niet altijd ruimte voor nuance’
Wat Leisink misschien nog wel meer dwars zit dan de Zwarte Pietendiscussie zijn andere clichés waar hij dagelijks mee worstelt. „Neem bijvoorbeeld de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Als ik een directeur moet tekenen, dan ben ik geneigd om een man met een sigaar te tekenen. Als ik daar een vrouw van maak dan komt dat de leesbaarheid niet ten goede. Je moet zo’n plaatje in een paar seconden kunnen lezen. Het is een dagelijkse worsteling hoe ik personages in beeld breng. Wat ik teken kan beeldbepalend zijn en ik vind dat het mijn rol is om dat zorgvuldig te doen. Maar je hebt stereotypen nodig. Er is niet altijd ruimte voor nuance. Misschien moet ik net als bij de Donald Duck eenden met snavels gaan tekenen. Met een eend is de kans kleiner dat je iemand voor het hoofd stoot.”
Zo neutraal mogelijk
De cartoonist doet ook zijn best om meer diversiteit in zijn tekeningen aan te brengen, maar ook daarbij stuit hij weleens op problemen. „Ik probeer meer donkere mensen te gebruiken of iemand met een hoofddoek, maar die vervullen wel vaak de bijrol. Want als ik twee poppetjes teken die een grap maken en een van hen heeft een hoofddoek, dan gaan mensen zich afvragen welke rol de hoofddoek heeft in de grap. Dat is verwarrend. Ik probeer de poppetjes altijd zo neutraal mogelijk te houden.”
Meegaan in de ontwikkeling
Ondanks dat cartoonisten moeten vasthouden aan stereotypen voor de herkenbaarheid, is Leisink wel voorstander van verandering. „De wereld ontwikkelt zich en daar wil ik in meegaan. Anders gaat het er vroeg of laat gedateerd uitzien. Ik kan een telefoon blijven tekenen met een hoorn en een lang snoer omdat het er koddig uitziet, maar mijn kinderen moeten het ook kunnen herkennen.”
Hoe zie jij Piet het liefst? Kleur de tekening in van Argus die vrijdag 17 november om de krant zit, maak een foto van het resultaat en post deze met #kleurjepiet op social media. De winnaar wint zijn voornaam in chocoladeletters en ziet zijn kleurplaat terug in de krant van aanstaande maandag.