‘Wij zijn getraind om te doden’
In de rechtbank in Den Haag stonden afgelopen weken de mariniers terecht die betrokken zijn geweest bij treinkaping De Punt. De nabestaanden van twee omgekomen kapers spanden een zaak aan, omdat zij geloven dat de kapers op koelbloedige wijze zijn geëxecuteerd. Dat meldt de Volkskrant.
Het is inmiddels 40 jaar geleden dat de treinkaping nabij het Drentse dorpje De Punt plaatsvond. Op 23 mei 1977 kaapten negen gewapende Zuid-Molukse jongeren 54 van de 94 treinpassagiers. De Molukkers hadden ten doel de belofte die hen gedaan was door de Nederlandse overheid af te dwingen: een eigen staat op de Molukken.
https://twitter.com/tonfvandijk/status/919814798195544065
De gijzeling duurde in totaal 20 dagen, er kwamen twee gegijzelden en zes kapers om het leven. Minister Ard van der Steur zei twee jaar geleden al dat minstens één, en mogelijk drie, van de omgekomen kapers ongewapend zouden zijn geweest toen ze werden neergeschoten.
Mariniers verklaarden afgelopen weken in de rechtbank dat hier niets van waar is. Beide mariniers zeiden zich niet veel meer te kunnen herinneren, maar wisten ze zeer zeker nooit orders te hebben ontvangen om de kapers hoe dan ook te doden.
De twee oud-mariniers die gelijktijdig met de treinkaping bij de bevrijding van gijzelaars op een basisschool in Bovensmilde betrokken waren, noemen deze verklaring een schijnvertoning. Zij beweren dat de mariniers geen geweldsinstructies meekregen, ze werden ingezet om te doden. „Wij schieten niet op benen. Dat doet een wijkagent”, aldus oud-marinier Peter Gatowinas.
Volgens Gatowinas en zijn collega Jack Schollink ging de Nederlandse overheid er juist vanuit dat er doden zouden vallen. „Wij zijn getraind om te doden, martelen, een strot doorbijten als het moet. Wij zijn killers. Na ons is er niemand meer. Als je ons inzet, wordt doden ingecalculeerd. Anders bel je de politie". Vooralsnog worden deze beschuldigingen door een defensiewoordvoerder ontkent.