Vrijwilliger: Je zoekt mee om de familie te helpen
In Huis ter Heide werd maandag opnieuw gezocht naar sporen van de vermiste Anne Faber (25). Onder de 220 aanwezigen ook veertien vrijwilligers van het burgernetwerk Ready2Help van het Rode Kruis. „Je zoekt naar sporen. Je hoopt niet dat je een lichaam aantreft, maar aan de andere kant wil je de zaak oplossen en de familie helpen. Het is een dubbel gevoel”, zegt Auke Bergsma (39) die zaterdag het bosgebied verkende.
Het is de derde vermissingszaak in een jaar tijd waaraan de Rotterdamse IT’er heeft meegewerkt. Zo’n zoektocht is spannend, maar als een door de politie getrainde vrijwilliger weet hij wat hij kan verwachten en waar hij op moet letten. „Voorafgaand aan een zoektocht krijgen we altijd een briefing waarin ons wordt verteld wat we kunnen verwachten. Je weet dat je een persoon kunt aantreffen, levend of niet, maar nooit in welke omstandigheden. Daar praat je met de vrijwilligers wel over, maar wat je vooral doet als je in een linie loopt is elkaar helpen en attenderen op dingen die je ziet.”
‘Je wil duidelijkheid. Net als iedereen.’
Bergsma laat zich tijdens een zoektocht niet leiden door emotie. Zijn doel is duidelijk: zoeken naar sporen die kunnen leiden naar de vermiste persoon. „Je krijgt de opdracht een perceel te doorzoeken en daarmee ga je aan de slag.” Zaterdag was hij in Huis ter Heide op pad met een groepje van 24 mensen waaronder de politie, ME en brandweer. Het was voor Bergsma een bijzondere ervaring, mede door de enorme media-aandacht. „Je weet door de media dat de persoon al een week vermist is en dat de familie al die tijd in spanning zit. Dit gevoel van spanning dat er omheen hangt, maakt het moeilijk. Maar het voelt ook bijzonder dat jij erbij bent om te helpen. Je wilt duidelijkheid. Net als iedereen.”
‘Over iemand vinden, denk ik niet te veel na’
Bij zijn tweede zoektocht in Capelle aan den IJssel werd de persoon de volgende dag levend aangetroffen, bij zijn eerste in Delft werd de persoon dood gevonden. Bergsma was hier niet bij, maar hij weet dat het ooit zou kunnen gebeuren. „Ik weet niet hoe ik zou reageren. Ik denk daar maar niet te veel over na. Er loopt wel altijd een politieagent binnen 10 meter afstand van de vrijwilligers. Als we iets vinden doen wij een stap terug en gaan zij eropaf. ”
Afgelopen zaterdag is er niets gevonden dat in de richting van Anne wees. Maar een zoekteam komt nooit met lege handen thuis. „Je hebt een vuilniszak bij je voor alle voorwerpen die je vindt. Op dat moment lijkt het misschien niet van belang, maar het kan zijn dat de recherche straks een bepaald voorwerp zoekt die daar bij zou kunnen zitten.”
De Mobiele Eenheid, agenten, familie en vrienden van Anne, het Rode Kruis, veteranen en sinds maandag ook medewerkers van Defensie kammen het gebied uit. „Ik zag de emotie die meespeelde op de gezichten van de familie en vrienden. Het mooie vond ik dat we allemaal samen aan het zoeken waren. Het maakt niet uit wie je bent of wat je doet. Dat voelde goed.”
Bergsma had het liefst zondag en maandag ook meegeholpen, maar het thuisfront en het werk hebben hem ook nodig. „Als je de hele dag van 7.00 uur tot 22.00 uur gezocht hebt en niets gevonden, dan wil je de volgende dag weer. Maar je moet het ook aan anderen kunnen overlaten. Het blijft vrijwilligerswerk natuurlijk.”
Zoeken met zoekhonden
Janette Kruit van Signi staat te popelen om met haar zoekhonden aan de slag te gaan in het gebied waar Anne Faber vermist is geraakt, maar daar is vooralsnog geen vraag naar vanuit de politie. Samen met Esther van Neerbos zoekt Kruit samen met inmiddels ruim vijftig vrijwilligers al 12 jaar naar vermisten, levend of dood. „Het vreet energie, maar het geeft ook energie”, zegt Kruit.
Doordeweeks runnen ze een dierenartsenpraktijk, maar in het weekend gaan ze erop uit met de honden. Geheel belangeloos „uit empathie”. Een ding staat voor hun centraal: het vinden van vermiste personen en daarmee het beëindigen van de onzekerheid van de achterblijvers. Voor de vermiste Joey Hoffman reisden ze afgelopen zomer af naar Turkije, afgelopen week waren ze in Frankrijk voor een vermissing. Maar vooral in Nederland doen ze veel.
„Iedere zoektocht is indrukwekkend en aangrijpend. Je hebt contact met de familie en ziet door wat voor hel ze gaan. Voor hen probeer je het op te lossen en doe je je stinkende best. Als je de persoon aantreft, geeft dat een dubbel gevoel. Je moet slecht nieuws brengen, maar aan de andere kant breng je duidelijkheid. Als je merkt dat er een waardig afscheid kan plaatsvinden, is dat heel mooi. De zoektochten die slagen tik je van je lijstje, maar degenen die je niet kan vinden blijven je achtervolgen.”
‘Onopgeloste zaken blijven je achtervolgen’
Als Kruit in een weekend weinig te doen heeft, pakt ze met Van Neerbos een oude zaak weer op. „Het laat je toch niet los. Als je ergens aan begint, gaat de familie op je rekenen. De dochter van iemand uit onze buurt is al 8 jaar vermist. Als wij iemand gevonden hebben, komt hij altijd even langs: waarom kunnen jullie haar niet vinden? Dat is het zwaarste van het geheel: als het niet lukt.”