Vindicat geeft Nederlandse les aan vluchtelingen
Wanneer hoor ik eens iets goeds over Vindicat?’ Dat was een maand geleden de kop boven de column van Elfie Tromp in Metro. Het was een paar dagen na het beruchte ‘Sushi Mall-incident’, waar corpsleden van Vindicat zich zouden hebben misdragen in een Japans restaurant in Groningen.
Dat was niet de eerste keer dat leden van Vindicat de afgelopen jaren negatief in het nieuws kwamen. Eerder waren er al problemen rond ontgroeningen en het incident met de zogenaamde bangalijst. Hierdoor heeft het Groninger Studenten Corps een bijzonder slechte naam in ons land. „Onterecht”, reageert Vindicat-lid Louis Tuynman. „De buitenwereld heeft een zeer verknipt beeld van ons. We worden zelfs vergeleken met motorbendes. Mensen horen een paar slechte dingen over Vindicat en denken dan dat het honderd procent slecht is. Dat slaat natuurlijk nergens op.”
„Ik wil mensen laten zien dat we juist heel veel goede dingen doen voor de samenleving. Elk lid doneert maandelijks aan VIA (Stichting Vindicat in Actie). Dat is vrijwillig, maar ieder lid doet het. Van dat geld worden in samenwerking met de gemeente sociaal-maatschappelijke projecten opgezet. Leden van Vindicat zorgen vervolgens dat die projecten worden uitgevoerd. Zo geven we elke maandag Nederlandse les aan vluchtelingen, organiseren we elk jaar een daklozendiner, worden er kerstpakketten rondgebracht en regelen we uitjes naar bijvoorbeeld De Efteling voor kinderen uit gezinnen die afhankelijk zijn van de voedselbank.”
Groot dorp
De 19-jarige Tuynman hoopt dat mensen minder negatief denken over Vindicat. In Groningen ligt alles wat de studentenvereniging doet onder een enorm vergrootglas. „Amsterdam is een multiculturele stad met bijna een miljoen mensen. Daar gebeurt van alles en als daar een studentenvereniging van tweeduizend man zit, valt het niemand op. Maar Groningen is toch een beetje een groot dorp omringd door boerenland. De Groningers (de ‘Stadjers’) zien een groep jonge jongens die vijf jaar lang studeren, een beetje zuipen en feesten en ergeren zich daaraan. Dat kan ik me nog wel enigszins voorstellen ook.”
Die afkeer slaat echter steeds vaker om in geweld vooral nu Vindicat negatief in het nieuws is geweest. „We lopen sowieso nooit met jas en das door de stad. We profileren ons zo min mogelijk. Als we de kroeg uitkomen doen we de das af en de jas over de arm.”
Dat is niet altijd genoeg om agressie te voorkomen. „Ik ben een keer achterna gezeten en kon gelukkig ontkomen, maar bij een vriend zijn een paar tanden uit zijn mond geslagen. ‘Jij bent zeker van Vindicat?’, werd hem gevraagd. Toen hij reageerde met ‘hoezo’, werd hij meteen neergeslagen.”