’Leer jongeren de digitale grenzen van fatsoen’
Een ongenuanceerde opmerking onder een Instagrampost. Een grapje op WhatsApp dat niet grappig overkomt op de ontvanger. Het kan (onbedoeld) het zelfvertrouwen van iemand schaden. Jongeren hebben een lesje nodig: Een lesje over de digitale grenzen van fatsoen en over de grens van wat grappig is online.
Dat zegt Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale vaardigheden van stichting Kennisnet, naar aanleiding van een foto op Instagram van Roxeanne Hazes in bikini die viral ging door de manier waarop zij een pester voor het blok zette.
Sterke reactie van Roxeanne
„Dit is toch geen gezicht!! Ik ga niet in bikini maar kan jij toch ook beter niet doen!!!!” Verscheen er onder een foto van Roxeanne op vakantie. Een opmerking die menig meisje of vrouw onzeker kan maken, maar de Hazes-telg reageerde sterk. „Oei, wat jammer dit. Dat noem je ‘goed in je vel zitten’, met welke maat dan ook. Ik ben blij met dit lichaam, net zoals ALLE meiden, flink of slank, blij moeten zijn met een maatje meer of minder. In dit lichaam groeien straks hopelijk mijn kindjes. Hoe kun je daar nou niet blij mee zijn?”
Een goed voorbeeld van hoe je moet reageren op een cyberpester, vindt Pijpers. „Je moet jongeren leren relativeren, maar ze ook leren om niet alles te pikken. Leer ze niet om meteen terug te slaan, maar zoals Roxeanne Hazes deed groots en volwassen te reageren. Blijf positief en laat je geen complex aanpraten, dan vangt de pester bot. Laat je niet kennen en dan houdt het meestal vanzelf op.”
Maar niet alle meiden staan zo sterk in de schoenen als Roxeanne en dan is het volgens Pijpers het beste niet te reageren op nare opmerkingen onder een foto. „Maar als het verder gaat dan is het zaak er iemand bij te halen zodat het zich niet verder verspreidt. Hetzelfde geldt voor pestspelletjes op social media die je regelmatig tegenkomt. Het is vaak maar een kleine groep die dit leuk vindt, maar je moet voorkomen dat het zich als een inktvlek verspreidt.” ’Pull a pig’ dat momenteel in het nieuws is, zou zo’n uit Groot-Brittannië overgewaaid pestspelletje zijn waarbij jongens een lelijk meisje proberen te versieren. Vervolgens zou het meisje via WhatsApp worden afgewezen met icoontjes van een varken.
Jongeren hebben feedback nodig
Pijpers adviseert scholen in de les aandacht te besteden aan de digitale grenzen van fatsoen. „Wat zijn online de grenzen van wat grappig en wat niet? Dat is een grijs gebied. Echte pestgevallen zijn duidelijk, maar er zijn ook grensgevallen. Bijvoorbeeld grappen die niet overkomen. Daar moet ook de aandacht naar uit gaan. Schets als docent en ouder een kader van normen en waarden waarbinnen geëxperimenteerd mag worden met grappen maken. Vaak lossen kinderen het onderling wel op, maar als het fout gaat moet je ingrijpen. Digitaal burgerschap noem ik dat. Je kunt er niet genoeg over praten. Het is belangrijk dat ze feedback krijgen op wat ze doen. Het kan zijn dat ze er niet op uit waren om iemand met de grond gelijk te maken, maar had de opmerking wel dat effect.”
Schelden doet geen pijn? Jawel
Hoe wapen je een kind hiertegen? Het begint bij weerbaarheid, zegt opvoedkundige Marina van der Wal. Zorg dat je kind sterk in zijn schoenen staat. „Weerbaar worden leer je thuis, maar ouders prijzen hun kinderen tegenwoordig te veel de hemel in. Daardoor zijn ze niet meer weerbaar tegen mensen die bijvoorbeeld hun make-up of kleding niet leuk vinden. Ze weten niet meer wie ze werkelijk zijn. Dat mondt of uit in narcisme of een kwetsbaar zelfbeeld. Zorg dat ze opgroeien met een reëel zelfbeeld. En als ze een nare opmerking krijgen, probeer dat dan al pratend in perspectief te zetten. Zeg nooit: schelden doet geen pijn. Dat voelen ze zich niet serieus genomen.”
Net als Pijpers is de opvoedkundige ook van mening dat het negeren van een vervelende opmerking op Instagram een goede reactie is. „Leer je kind zich te beheersen. Door niks te zeggen, zeg je genoeg.” Gaat het verder dat een enkele opmerking, dan is het wel zaak in te grijpen.
Ouders komen er vaak veel te laat achter dat er iets speelt, stelt Van der Wal. „Ouders moeten zich gaan realiseren dat praten via social media tegenwoordig een volwaardige vorm van communiceren is en het niet bagataliseren door te zeggen: als je nare opmerkingen krijgt dan ga je er toch vanaf. Pubers voelen zich dan niet meer serieus genomen en vertellen je niets meer. Dat is ook een basis van het probleem.”