Klaas Dijkhoff neemt waar als minister van Defensie
Klaas Dijkhoff neemt de taken over van Jeanine Hennis als minister van Defensie. Hennis zag zich dinsdag gedwongen om af te treden naar aanleiding van het mortierongeluk in Mali. Daarbij kwamen twee Nederlandse militairen om het leven.
Dijkhoff fungeert in het huidige kabinet al als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Zijn functie als minister van Defensie zal hij vermoedelijk niet al te lang bekleden. De formerende partijen zullen naar verwachting volgende week hun regeerakkoord afronden. Daarna moeten er nog kabinetsposten worden verdeeld en ingevuld, maar meer dan enkele weken zal dat waarschijnlijk niet duren.
Onderhandelaars zwijgen
De onderhandelaars wilden woensdag voor aanvang van de formatie niet ingaan op wat het vertrek van Hennis, en de benoeming van Dijkhoff, eventueel betekent voor een volgend kabinet. „Dit is de stap die nu nodig is om te zorgen dat het demissionaire kabinet kan blijven functioneren op alle posten”, zei VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra. „Wat het voor hierna betekent is voor hierna.” Ook premier Mark Rutte merkte op dat het belangrijk is dat Defensie een „voltijdsbewindspersoon” heeft.
Alexander Pechtold (D66) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) benadrukten dat de toekomst van Hennis en Dijkhoff vooral een zaak van de VVD is. „Ik ga rustig afwachten”, zei Pechtold. „Maar het is veel te vroeg na gisteravond om er überhaupt over te praten.”
Debat Mali
De tweede kamer voerde dinsdagavond debat over het handelen van de minister van Defensie. In het debat kondigde ze uiteindelijk haar aftreden aan. Reden was het vorige week uitgebrachte rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, waaruit bleek dat er door defensie ernstig is tekortgeschoten, zowel wat betreft de veiligheid van de granaten, als bij de zorg voor de militairen.
Wat de Kamerleden voornamelijk stoorde is het feit dat de minister al op 26 juni het conceptrapport in handen kreeg en hier niet kordaat op reageerde. Hennis begon haar betoog in de kamer met de woorden: „Het zijn gitzwarte dagen. In het bijzonder voor de nabestaanden. Voor iedereen die betrokken is. Voor iedereen die zich betrokken voelt. De fatale gebeurtenissen op 6 juli 2016 hebben iedereen zeer geraakt, ook mij.”