‘De trauma’s staan op hun gezichten gebeiteld’
Amnesty International spreekt van een etnische zuivering, de VN noemt de Rohingya een van de meest vervolgde volkeren op aarde. Uit angst om verkracht en gedood te worden, zijn zo’n 500.000 mensen van de moslimminderheid de afgelopen maand vanuit Rakhine (Myanmar, Zuidoost-Azië) gevlucht naar buurland Bangladesh. „Hun geliefden zijn vermoord, de trauma’s staan op hun gezichten gebeiteld”, verzucht Tineke Ceelen. De directeur van Stichting Vluchteling bezocht de afgelopen dagen meerdere opvangkampen in Cox’s Bazar, het district waar het gros van de Rohingya naartoe reist.
Zeer alarmerend, zo beschrijft Ceelen de situatie van de vluchtelingen. „Het eerste wat me opviel? Die vreselijke stank. Het tekort aan sanitaire voorzieningen is groot, mensen poepen en plassen overal op straat. Velen hebben bovendien dringend medische zorg nodig. Een grote groep is ernstig ondervoed en er is onvoldoende schoon drinkwater. Tegelijkertijd puilen de kampen uit. Een jaar geleden leefden hier nog 33.000 vluchtelingen, inmiddels zijn dat er 733.000. Mensen slapen op de grond of bouwen uit pure wanhoop hutjes tot aan de rand van de afgrond.”
Ook het psychische leed is groot. „Veel vaders, broers en zonen zijn voor de ogen van de gevluchte vrouwen en kinderen vermoord. Ze moesten toezien hoe hun geliefden, na eerst gemarteld te zijn, de keel werd doorgesneden. Een vrouw duwde een gewond kind in mijn armen. Ontredderd vertelde ze me dat zij de enige twee van de familie zijn die nog leven. Alle anderen zijn voor hun ogen afgeslacht. Haar zoontje had ze uit de handen van de militairen getrokken, waarna ze in paniek is gevlucht. Tel daar de stelselmatige verkrachtingen en het platbranden van Rohingya-dorpen bij op en je begrijpt dat deze mensen soms compleet van de wereld zijn.”
Tosminana, 17 jr, nu 10 dagen #Bangladesh Haar ouders en broer werden voor haar ogen vermoord, de keel doorgesneden. pic.twitter.com/CczotRmYiG
— Tineke Ceelen (@Tinekeceelen) October 4, 2017
Sinds eind augustus vluchten de Rohingya, een stateloze moslimminderheid met ruim een miljoen mensen in Myanmars deelstaat Rakhine, massaal. Volgens Amnesty International zet het leger grof geschut in om de groep te verdrijven. Dorpen zouden systematisch worden platgebrand, burgers gedwongen gedeporteerd. Rapporteurs van de Verenigde Naties schrijven onder meer over het vermoorden van baby’s, kinderen, vrouwen en ouderen. Ruim een maand geleden escaleerden de spanningen tussen het leger in het grotendeels boeddhistische land en de moslimminderheid. De militante Rohingya-groepering ARSA, die het niet langer pikt om tweederangsburger te zijn, viel meerdere politieposten aan. Sindsdien slaat het leger keihard terug en riskeren onschuldige burgers dagelijks hun leven.
„Hoe de achtergebleven Rohingya zich houden, weten we niet. We krijgen immers geen toegang tot het gebied. Maar ook de gevluchte groep loopt groot gevaar. Zonder meer sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater stevenen we af op een cholera-uitbraak. De mensen in de kampen zullen dan massaal sterven.”
Vluchtelingen zijn verzwakt, tel daar slechte sanitaire voorzieningen en gebrek aan schoon drinkwater bij op en dan krijg je, oa, cholera pic.twitter.com/GrDMrT0ZHb
— Tineke Ceelen (@Tinekeceelen) October 5, 2017
Ceelen probeert samen met andere hulporganisaties orde te creëren in de enorme chaos in de kampen. „Alle zieken, ondervoede kinderen en zwaar getraumatiseerde vluchtelingen moeten direct hulp krijgen. Stichting Vluchteling zet hier momenteel meerdere klinieken voor op. Daarnaast moeten we er alles aan doen om te voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van mensenhandel. Criminelen ontvoeren hen momenteel uit de kampen van Cox’s Bazar, om ze te laten werken in de seksindustrie.”
Teruggaan naar Myanmar is voorlopig geen optie. „Vanuit Bangladesh kun je de dorpen zien branden. Het geweld duurt onverminderd voort, de regering van Myanmar weigert onder ogen te zien wat er met haar eigen mensen gebeurt. Voorlopig moeten we er dan ook op rekenen dat het aantal vluchtelingen in Bangladesh alleen maar verder toeneemt.”
Volgens het Wereld Voedsel Programma van de Verenigde Naties is er zo’n 63 miljoen euro nodig om de gevluchte groep in Bangladesh een half jaar in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Demissionair minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen maakte eerder deze week bekend 2 miljoen euro vrij te maken voor hulp aan de Rohingya in Bangladesh en Myanmar.