Plofkraker gaat vaak vrijuit
Het lukt de Nederlandse politie en justitie maar moeilijk om grip te krijgen op plofkrakers. Dat blijkt uit onderzoek van het AD. Van de 79 plofkraken die vorig jaar werden gepleegd, zijn slechts twee daders veroordeeld. Er lopen nog rechtszaken tegen twee groepen die worden verdacht van in totaal elf plofkraken, maar voor het merendeel van de kraken in 2016 is nooit iemand aangehouden.
Geen bewijs
Hoe het kan dat de daders niet worden opgepakt, is omdat het lastig is om bewijs te verzamelen. „Vorig jaar hebben we een groot onderzoek gedaan naar een groep die zich bezighield met plofkraken bij ING-geldautomaten in Albert Heijn. We vermoeden dat deze groep verantwoordelijk is voor zo’n vijftig kraken, maar we kunnen slechts zeven zaken voor de rechter brengen”, zegt Jos van der Stap, lid van het plofkraakteam van de Nationale Politie.
Schade enorm
Een plofkraak levert voor overvallers vaak niets op. In slechts 30 procent van de plofkraken lukt het de criminelen om inderdaad bij het geld te komen, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Banken. Dat terwijl de schade voor banken vaak enorm is. Soms worden complete gevels uit gebouwen geblazen, doordat criminelen vaak gebruikmaken van gas: dat laten ze in de geldautomaat lopen en brengen ze vervolgens tot ontploffing. Dan nemen ze het geld mee uit de opengeblazen automaat.
Volgens de politie worden de meeste plofkraken gepleegd door criminelen met een Marokkaanse achtergrond. Maar onderzoek van het AD laat een ander beeld zien. Het zouden vooral autochtone criminelen zijn uit Zeeland, Groningen en Overijssel die verantwoordelijk zijn.
Nieuwe proef
Eind dit jaar wil de politie beginnen met een proef in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam om verdachten van plofkraken strenger aan te pakken. Door ze hinderlijk te volgen, vermogen af te pakken en familieleden in de gaten te houden, wil de politie de criminelen stoppen.