‘Dood militairen Mali had voorkomen kunnen worden’
De dood van twee Nederlandse militairen tijdens een oefening in Mali vorig jaar had voorkomen kunnen worden. Defensie was ervan op de hoogte dat de mortiergranaat die het ongeluk veroorzaakte, dodelijk was.
Henry Hoving (29) en Kevin Roggeveld (24) kwamen in juli 2016 om het leven bij een schietoefening waarbij een granaat ontplofte in de buis van de 60 mm-mortier. Ook raakte een derde militair zwaar gewond. Jean Debie, voorzitter van defensievakbond VBM, verklaart in gesprek met RTL Nieuws dat defensie wist dat de mortiergranaten waarmee geoefend werd ondeugdelijk waren.
De mortiergranaten, die in Bulgarije gemaakt zijn, werden tien jaar geleden met spoed besteld voor de missie in Afghanistan. Ze kwamen in het depot van defensie in Veenhuizen te liggen, maar hadden afgekeurd moeten worden.
Ook geen nieuwe inspectie
De granaten kwamen in terecht in Afghanistan en werden ingezet bij de missie in Uruzgan. Toen de rest van de granaten terugkeerde in Nederland, is er ook geen sprake geweest van een nieuwe inspectie, aldus Debie.
Debie zegt dat defensie het advies van een keurmeester om de partij mortiergranaten af te keuren bewust heeft genegeerd. „Dat deze mensen om het leven zijn gekomen, was niet nodig geweest”, zegt Debie over de dood van Hoving en Roggeveld.
Donderdag worden de conclusies van het onderzoek naar het ongeluk in Mali in een rapport gepresenteerd.