Trauma’s bij vluchtelingen slecht opgemerkt
Oorlogstrauma’s bij vluchtelingen worden vaak niet of te laat onderkend. Als gevolg daarvan integreren vluchtelingen slechter in de Nederlandse samenleving. Dat meldt het actualiteitenprogramma EenVandaag.
Naar schatting heeft tussen de 13 en 25 procent van de vluchtelingen een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS). Wanneer je een PTTS hebt, reageren lichaam en geest zeer heftig op herinneringen aan het trauma. Onder Syriërs en Eritreëers kan dit percentage oplopen tot 33 procent.
Drempel
De Syrisch-Nederlandse psychiater Aram Hasan biedt psychische hulp aan slachtoffers in Irak en Syrië. Zelf kwam hij als politiek vluchteling naar Nederland, zestien jaar geleden. Hasan pleit voor een meer adequate hulpverlening, een grotere capaciteit aan hulpverleners die kunnen diagnosticeren, en meer specialisten op het gebied van transculturele problematiek en trauma’s. „Hulp moet laagdrempelig gemaakt worden en de symptomen moeten eerder herkend worden, ook bij de huisarts”, aldus Hasan.
Door de traumatische gebeurtenissen lopen oorlogsslachtoffers risico op isolatie en het ontwikkelen van depressie; dat komt de integratie in Nederland niet ten goede. Maar de weg vinden naar hulpverlening is moeilijk. Hasan erkent dat de drempel voor vluchtelingen om naar de dokter te stappen hoog is. „In mijn cultuur word ik, een psychiater, gezien als een gekkendokter.”
Skype
Vijf jaar geleden richtte Hasan de organisatie Psychiaters zonder Grenzen op, gericht op het bieden van psychische ondersteuning voor de verwerking van de schokkende gebeurtenissen die de slachtoffers hebben meegemaakt. Onder meer via Skype stuurt hij een team van hulpverleners in conflictgebieden aan. „Het is niet makkelijk om daar iets op te zetten, maar tot nu toe is het ons gelukt”, erkent Hasan tegen EenVandaag.
Hasan en zijn medewerkers bereiden zich momenteel voor op Raqqa. Hij hoopt na de val van de zelfbenoemde IS-hoofdstad ook daar een vestiging te kunnen openen. Om daar nog meer mensen te kunnen helpen.
Heroveren
Irak staat naar eigen zeggen op het punt de stad Tal Afar te heroveren op Islamitische Staat. Het regeringsleger is doorgedrongen tot het stadscentrum en een oude burcht daar.
Volgens de Iraakse minister Ibrahim al-Jaafari (Buitenlandse Zaken) is 70 procent van de stad inmiddels in handen van de regering. ,,En als Allah het wil zal de rest binnenkort bevrijd zijn”, voegde hij er aan toe. Al-Jaafari sprak op een persconferentie met de Franse ministers Jean-Yves Le Drian (Buitenlandse Zaken) en Florence Parly (Defensie), die een bezoek aan Irak brachten.
Irak opende vorige week de aanval op Tal Afar. De stad ligt aan de strategisch belangrijke snelweg tussen Mosul en Syrië. Het was, met Raqqa, een van de weinige steden die nog in IS-handen waren.