Elfie Tromp en Ebru Umar stappen in de boksring
Voor de deur van RBV Crooswijk in Rotterdam parkeren Elfie Tromp en Ebru Umar nagenoeg gelijktijdig hun fiets tegen een lantaarnpaal. Er worden drie zoenen uitgewisseld en met een vriendelijke glimlach wordt aan elkaar gevraagd hoe het gaat. Wie niet beter weet, ziet twee vriendinnen die hebben afgesproken om gezellig samen te gaan lunchen.
Het ligt net iets anders. De columnisten van Metro zijn door hun hoofdredacteur uitgenodigd om een potje te gaan boksen. Er zullen geen rake klappen worden uitgedeeld, maar hun columns van vorige week zijn aanleiding om de twee nog eens met elkaar van gedachten te laten wisselen.
Umar schreef een column over de aanslag in Engeland waar een man in een busje op moslims inreed. „Je kunt als land niet onbeperkt vreemdelingen respecteren. En je kunt als land al helemaal niet onbeperkt van je oorspronkelijke burgers eisen dat ze inschikken, de boel betalen en aanslagen uit naam van de islam ondergaan. Doe je dat wel, moet je niet vreemd opkijken als ook de oorspronkelijke burgers het heft in eigen handen nemen”, schreef ze. Om af te sluiten met: „Want zolang politici doen alsof locals gek zijn en migranten gepamperd moeten worden, is burgeroorlog slechts een kwestie van tijd.”
Tromp besloot in haar column in te haken op dit onderwerp. Kern van haar betoog is dat gekkies van alle tijden en overal zijn. „Burgeroorlog. Ja. Ze schreef het echt. Het is volgens mij de taak van de overheid om gekkies op te pakken en te vervolgen. Dat is gebeurd. Osborne zit vast. De ongemakkelijke waarheid is dat gekkies nooit helemaal uit te roeien zijn. Sommigen gespen bomgordels om. Anderen gebruiken busjes. En er is dat speciale slag gekkies dat columnist wordt.”
Metro: Ebru, had je verwacht dat jouw column zo veel zou losmaken?
Ebru: Nee, het verbaasde me. Normaal ga ik zitten en schrijf ik een column. In één zit klaar, wegwezen. Nu wist ik van tevoren al precies wat ik wilde schrijven. Dan besteed ik er minder aandacht aan. Deze schreef ik in drie etappes. Ik had een interview gedaan; stukje getikt. Lunch; weer een stukje getikt. De eindredactie van Metro boos gemaakt; het laatste stukje getikt. Columns die ik in één keer schrijf, doen het altijd veel beter dan dit soort freubelcolumns.”
Metro: Maar waarom maakte de column dan toch veel los?
Ebru: Omdat mensen niet kunnen lezen. Er werd mij verweten dat ik de daden van die aanslagpleger in Londen zou goedkeuren, terwijl ik alleen maar schreef dat ik begrijp dat iemands stoppen kunnen doorslaan. Iedereens stoppen slaan toch weleens door? De vraag is wat je ermee doet. Maar ik heb nergens geschreven dat ik zijn daden goedkeur.
Metro: Kwam het niet gewoon door de term burgeroorlog?
Ebru: Nee, het is toch niet zo dat andere landen patent hebben op burgeroorlogen en dat het hier nooit zou kunnen gebeuren? Ik heb in aanloop naar de verkiezingen alle lijsttrekkers geïnterviewd en zodra de camera uitging, hadden ze het ook over een burgeroorlog. Het is echt niet iets waar ze in Den Haag geen rekening mee houden.
Metro: Elfie, wat triggerde jou om een column over de column van Ebru te schrijven?
Elfie: Wat mij vooral tegen de borst stuitte was dat ze wel degelijk begrip had voor een lone wolf. En dat ze iemand die volledig is doorgedraaid de egards geeft door hem een oorspronkelijk burger te noemen.
Ebru: Zelfs Elfie legt mij dus woorden in de mond. Waarom zou ik dat dan serieus nemen?
Elfie: Nou misschien…
Ebru: Nee Elfie, daar is geen antwoord op. Ik neem je niet serieus, punt. Ik lees jouw columns niet. Je kunt op je kop gaan staan, je kunt me uitdagen in de boksring, je kunt op tv roepen wat je wilt, maar het interesseert me niet. Leer lezen en leg mij geen woorden in de mond die ik niet heb gebruikt.
Elfie: Het interessante van het begin van een polemiek is, is dat je op elkaar reageert en elkaar serieus neemt. Maar als dat in beginsel al niet mogelijk is, wordt het een kort gesprek. Dan blijf je in je eigen loopgraven zitten en kom je niet dichter bij elkaar. Terwijl ik het juist interessant vind om columnisten te lezen die diametraal tegenover mij staan qua opvattingen. Dat daagt mij uit en het scherpt mijn eigen opvatting aan. En dat is wat Ebru als geen ander doet. Dus als ik op haar reageer, betekent dat dat ik haar serieus neem.
Metro: Ebru, heb je echt nog nooit een letter van Elfie gelezen?
Ebru: Ik kreeg linkjes naar haar column opgestuurd om te kunnen kijken wat ze over mij had geschreven. Bovendien wilde ik weten met wie ik in de boksring zou stappen. Dus ja, ik heb haar column van vorige week gelezen. En ik kwam nog een andere tegen waarin ze schreef dat ik nog net niet geil op vastgezet worden in Turkije. Iedereen mag een mening over mij hebben, iedereen, maar verwacht niet van mij dat ik je serieus neem. Als ik je niet serieus neem, krijg je van mij geen reactie. De enige reden dat ik hier ben is omdat mijn hoofdredacteur dat heeft gevraagd.
Metro: Maar als je haar werk niet altijd leest, hoe weet je dan dat je haar niet serieus kunt nemen?
Ebru: Ik heb de linkjes naar die twee columns aangeklikt en het gaat gewoon nergens over. Ze worden ook niet vaak gedeeld of geliket.
Elfie: Komt dat niet omdat je alleen maar in je eigen bubbel zit?
Ebru: Ik zit in heel veel verschillende bubbels en jij bent gewoon niet mijn bloedgroep.
Elfie: Maar we ontmoeten elkaar wel in dezelfde krant. Daar is wél ruimte voor twee totaal verschillende meningen.
Ebru: Dat vind ik hartstikke goed van Metro, daar heb ik respect voor. Maar dat wil niet zeggen dat ik alles moet lezen, waarom zou ik?
Metro: Om kennis te maken met andere bloedgroepen?
Ebru: Laat ik het dan zo zeggen: misschien heb ik ook ander werk van Elfie gelezen, maar dan is het niet blijven hangen. Dat sluit ik niet uit. Dus onderneem ik geen nieuwe poging.
Elfie: Dit is een soort schoolpleintactiek. Je zegt eerst dat je me niet kent en ziet, maar vervolgens geef je toe dat je mij wel degelijk hebt gelezen. Je bent het gewoon niet met mij eens. Prima, maar vorm daar dan een goede mening over.
Ebru: Jij interpreteert. Ik heb je alleen gelezen omdat ik je hier moest ontmoeten.
Elfie: Je moet helemaal niets, je bent hier uit vrije wil gekomen om mij te ontmoeten.
Ebru: Dat is absoluut niet waar. Nogmaals: de enige reden dat ik hier ben is omdat de hoofdredacteur het wilde. En nu zit ik hier Elfie op het schild te hijsen en een podium te geven.”
Elfie: Hou toch op, dit is een gelijkwaardig gesprek.
Ebru: Nee, dat is het dus niet Elfie. Het is niet gelijkwaardig. Vergelijk het aantal clicks, likes en reacties maar eens met elkaar. Ik was ook wel benieuwd naar een jong grietje, trouwens.
Elfie: Kom op, ik ben 31 jaar.
Ebru: Ik ben een oude taart.
Elfie: Nee, je bent een sterke vrouw in de media. Dat zijn we allebei. We hebben allebei een uitgesproken, scherpe mening.
Ebru: Dat vind ik niet. Ik vroeg me af: zit er ook nog wat in dat grietje?
Elfie: Grietje is fucking badinerend. En dit gaat helemaal niet over leeftijd of sekse, maar over het columnistschap.
Ebru: Ja, en daarin neem ik je niet serieus. En daarom ben je gepikeerd.
Elfie: Daar heb ik totale vrede mee.
Ebru: Waarom schrijf je dan over me?
Elfie: Omdat ik vind dat je in dezelfde krantkolommen van repliek gediend moest worden. Ik ben niet vies van polemiek.
Ebru: Dat vind ik heel dom.
Elfie: Hoezo is dat dom?
Ebru: Als je me van repliek wil dienen, moet je dat op een ander podium doen. Maar dat andere podium heb je niet, dus doe je het maar in Metro. Ik heb in mijn eigen krant nog nooit over een andere columnist geschreven. Er is niets triesters dan in plaats van een onderwerp te pakken een collega te pakken. Dat is zo amateuristisch.
Elfie: Waarom is dat iets voor een amateur?
Ebru: Omdat je blijkbaar geen inspiratie hebt en het dan maar op mensen gaat spelen. Sterker nog, op collega’s. Zo simpel.
Metro: Het klinkt wel alsof je je aangevallen voelt.
Ebru: Helemaal niet. Het is gewoon niet de moeite om over collega’s te schrijven, zeker niet in je eigen kamp. Maar ik laat het gewoon van me af glijden. Sorry Elfie, het interesseert me niet.
Metro: Jullie hoeven geen vriendinnen te zijn, maar een andere mening hebben is prima, toch?
Elfie: Ja, ook over wat het columnistschap inhoudt. Ik denk juist dat we allebei erg goed zijn in de knuppel in het hoenderhok gooien.
Ebru: Wanneer heb jij de knuppel in het hoenderhok gegooid?
Elfie: Met mijn laatste column, dat lijkt me duidelijk lieverd.
Ebru: Dat komt alleen maar omdat de column over mij ging, verder niet. Heb je er érgens anders dan in Metro iets over gelezen?
Elfie: In de Volkskrant werd-ie topcolumn genoemd en hij werd heel vaak gedeeld en geretweet.
Ebru: Ik zal maar niet tellen hoe vaak ik gedeeld en geretweet word.
Elfie: Ja, je hebt een grote schare vaste lezers.
Metro: Hoe gaan we dit afsluiten?
Ebru: Ik wens je succes, dat is jouw werk.
Elfie: Hahaha.
Metro: Jullie hebben vast nog een boodschap voor elkaar.
Ebru: Leer een vak.
Elfie: Oh wauw. De bokshandschoenen zijn nu echt uit hè? Blote vuisten.
Metro: Blijf je Ebru haar columns lezen?
Elfie: Tuurlijk.
Metro: Blijf je Elfies werk negeren?
Ebru: Ja. Tenzij iemand die ik waardeer mij een linkje naar haar column stuurt, dan zal ik de moeite nemen om erop te klikken.