De vier meest gemaakte zonnebrandfouten
1. Je smeert alleen maar als je gaat liggen bakken
Fout, dus. Want op een minder zonnige dag kun je net zo goed verbranden. Je ziet de zon dan weliswaar niet, maar je weet: achter de wolken schijnt hij altijd. En dus geeft hij ook uv-straling af, precies dat waardoor jij verbrandt. Maak er dus routine van om zeker je gezicht altijd in te smeren, zij het met een dagcrème met een beschermende factor, zij het met zonnebrand.
Vergeet daarbij ook de oren en hals niet, die verbranden snel vanwege de dunne huid.
2. Je smeert te weinig
Niet alleen is het raadzaam bij een stranddag om je in ieder geval iedere twee uur, maar beter nog om het uur helemaal opnieuw in te smeren. Let ook op hoeveel zonnebrand je ieder uur gebruikt. Om je lichaam en lijf goed te beschermen, zijn zeven theelepels zonnebrandcrème nodig. Eén voor gezicht en hals, twee voor borst, buik en rug, twee voor armen en schouders en twee voor benen en voeten.
3. Je denkt dat smeren alleen voldoende is
Dat is het niet. Inmiddels weten we zo langzamerhand wel dat de zon tussen 12.00 en 15.00 uur het krachtigst, en dus gevaarlijkst is. Maar zoeken we in die tijd ook de schaduw op, of gebruiken we die periode juíst om ‘even snel wat kleur op te doen’? Denk ook aan beschermende kleding of een petje of hoed. Want weet: eenmaal door de zon beschadigde huid herstelt nooit meer volledig.
4. Je smeert met oude zonnebrand
Zonnebrand is maar beperkt houdbaar. De actieve ingrediënten nemen in werking en kracht af naarmate de tijd vordert. En dus is de factor van een zonnebrand met SPF30 de zomer erna aanzienlijk lager, en ben je dus minder beschermd dan je denkt. Ook goed om te weten: een fles in de brandende zon laten staan, zorgt er na verloop van tijd ook voor dat de factor lager wordt.