Wat is het perfecte station?
In heel Nederland worden treinstations opgeknapt, gerenoveerd of grootschalig verbouwd. Een aantal andere stations kan nog wel een opknapbeurt gebruiken, enerzijds omdat ze hopeloos ouderwets zijn, anderzijds omdat er broodnodig onderhoud gepleegd moet worden. Zo ook station Dordrecht, dat omgevormd moet worden tot een efficiënt en functioneel OV-knooppunt voor de regio. Maar waar moet een station eigenlijk aan voldoen om aan de huidige eisen tegemoet te komen, al is het maar om de wachttijd minder vervelend te maken? Aan welke kenmerken moet het perfecte station voldoen
Gastvrije stations
Uit een enquête van reizigersorganisatie Rover blijkt dat de stations Rijswijk, Amsterdam Muiderpoort en Uitgeest als minst gastvrij worden ervaren. Stations als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag worden juist wel gastvrij genoemd.
Verbouwde stations
Er zijn grootschalige verbouwingen gaande in Utrecht, Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en Den Haag. Ook in Delft, Breda, Eindhoven, Tilburg en andere plaatsen worden stations klaargestoomd voor de toekomst.
Tips voor hét perfecte station
- Beschutte, overdekte wachtruimtes met voldoende zitplaatsen staan bovenaan de lijst
- Zorg voor ruimte, licht en veiligheid
- Duidelijke bewegwijzering is nodig op elk station, hoe klein of groot ook
- Denk na over de looproutes: zijn ze duidelijk en niet te lang?
- Maak niet alleen trein, maar ook tram, bus, metro en fietsenstalling duidelijk en goed bereikbaar
- Ook de innerlijke mens heeft aandacht nodig: zorg dat er ergens koffie, wat leesvoer en een broodje gehaald kan worden
- Vergeet ook de stationspiano niet!
De mening van de experts
Rikus Spithorst (Maatschappij voor Beter OV)
“Met heel grote stations kun je wel wat meer dan een klein stationnetje natuurlijk. Een groot station is makkelijk exploiteerbaar. De uitdaging ligt bij de middelgrote stations. Daar rendeert het gewoon niet, er zijn te weinig reizigers. Hoe zorg je ervoor dat je ook daar je reizigers goed bedient? Je kunt een klein station niet vergelijken met stations als Rotterdam of Utrecht. Het station van Breda gaat het nooit winnen van Rotterdam: het is kleiner, heeft minder reizigers, het gaat dus nooit zo prachtig worden of zoveel aanbod geven, zoveel comfort. Hoe meer reizigers er zijn, hoe betaalbaarder aanpassingen en verbeteringen worden. Bedenk ook: iedere verandering heeft voor- en nadelen. Heel grote stations lijken nu te zijn verworden tot winkelcentra met perrons. Sommige mensen vinden dat plezierig, anderen willen alleen treinen en geen gezeik eromheen. Je kunt zien dat stations wel erg opknappen. Ik zeg dus ook: zeker mee doorgaan.”
De tips: “Houd het helder, overzichtelijk, een beetje comfortabel en zorg dat er altijd goede voorzieningen beschikbaar zijn. Duivendrecht heeft wel een AKO en Ah to Go, maar die zijn op zulke rare momenten open dat reizigers vaak voor een dichte winkel staan: maak hierover betere afspraken. Ontwerpers houden te weinig rekening met het Nederlandse weer: op Rotterdam Centraal of Amsterdam Bijlmer Arena – hoe architectonisch prachtig ook – waai je uit je jas tijdens het wachten. Het belang van de reizigers moet voorop staan: de primaire taak van het openbaar vervoer is reizigers zo goed mogelijk te vervoeren.”
Goed geslaagde verbeteringen: “Utrecht heeft een soort uitstraling van een vliegveld, met een vide waar je uit kunt kijken op het gewoel van de reizigers beneden.”
Minder goed geslaagde verbeteringen: “Via de voetgangersbrug over station Utrecht kun je niet eens meer bij de perrons komen: omlopen voor reizigers dus.”
Favoriete station: “Ik kom zelf heel graag op station Amsterdam Centraal, vind dat een heel fijn station dat heel mooi is geworden. Ik lees graag, er zit daar een heel grote AKO, ook een Hema. Dan wordt het wachten plezieriger. Het is ook nog eens een goede plek om af te spreken.”
Arriën Kruyt (voorzitter Rover)
“Amsterdam Centraal is berucht om de bewegwijzering. Ik heb er een keer rondgelopen met een hesje om: ik werd nonstop aangesproken door mensen die wilden weten waar ze hun trein konden vinden, waar de stationsrestauratie was, waar de bussen waren: het is soms echt een doolhof. Ook op Utrecht is dat: probeer daar maar eens in een keer de goede bus te vinden. Mensen die de sneltram willen hebben, zoeken zich wezenloos. Als je elke dag op een station komt, is het geen probleem, maar juist voor die mensen die er af en toe komen, is het moeilijk. Er zijn duidelijke borden nodig, ook tijdens de verbouwing moeten er vanzelfsprekende looproutes zijn. Dat moet tijdens een verbouwing goed geregeld zijn, het management van de bouw moet daar goed op letten.”
De tips: “Het is belangrijk dat mensen op een vanzelfsprekende manier naar fiets, bus, tram en metro kunnen lopen. En vergeet niet, ook: op een gemakkelijke manier bij je fiets komen is ontzettend belangrijk: er gaan zoveel reizigers met de fiets van en naar het station.”
Goed geslaagde verbeteringen: “Rotterdam Centraal is het meest perfecte station. Iedereen vindt het een ontzettend prettig station. De bewegwijzering is vanzelfsprekend. Collega’s uit het buitenland vragen er ook telkens naar. We mogen trots zijn op zo’n mooi station.”
Minder goed geslaagde verbeteringen: “Den Haag centraal is moeilijk bereikbaar met de auto: hoe kun je daar gemakkelijk je schoonmoeder ophalen?”
Favoriete station: “Ik ben graag op Amsterdam Centraal, vind dat een prettig station. Ik ben geen toerist, dus ik kan er de weg prima vinden. Alles wat je nodig hebt, is er te vinden. Ik vind het leuk als ik aan de IJ-kant sta, om daar de veerboten te zien, dat is prachtig.”
Lenie Davidse (ROCOV Gelderland)
“Droog en warm kunnen wachten, is van belang. Sommige wachtruimtes zijn heel vroeg dicht, in het weekend soms al om vier uur. Bij nieuwe stations is er vaak sprake van een gedeeltelijke overkapping. Je staat er op de perrons wel droog, maar als de trein aankomt, moet je er toch onder vandaan en word je nat. Dat lijkt iets dat een architect heeft bedacht, zonder aan de reizigers te denken. Wij geven de voorkeur aan tunnels boven traverses, het geeft meer beschutting. En als er dan gekozen wordt voor traverses, laat het dan aan beide zijden toegankelijk zijn, zodat het een doorgaand station wordt.”
De tips: “Je moet altijd de wc, fietsenstalling en het informatieloket makkelijk kunnen vinden. Soms moet je echt zoeken naar een wc, dat moet je niet willen als je hoge nood hebt.”
Goed geslaagde verbeteringen: “Bredere trappen en de fietsgeulen erlangs. Het is alleen wel fijn om ook een leuning in het midden te hebben en vooral geen paaltjes aan het begin, anders blijf je er gegarandeerd met de trapper van je fiets achter hangen.”
Minder goed geslaagde verbeteringen: “Station Arnhem heeft nog wel wat beperkingen. We krijgen opmerkingen over de bussen, dat het daar niet zo veilig wachten is op de bus. Het mag ook wel wat duidelijker: het is soms flink zoeken naar de juiste bus, omdat het niet altijd correct staat aangegeven.”
Favoriete station: “Ik vind het station van Zwolle bijzonder. Dat is ook verbouwd, maar de kap is in oude stijl teruggebracht: een vernieuwd station, maar wel nog in de oude sfeer.”
Henk Wind (ProRail)
“Een station moet een prettige plek zijn om te zijn, die goed bereikbaar is voor iedereen. Het is goed als een station overzichtelijk is, mensen moeten zich er prettig en veilig voelen, dat zijn belangrijke dingen. Het is belangrijk dat een station goed toegankelijk is, dat je je vrij op een station kunt bewegen. Of je nou wel of niet kunt lopen of wel of niet kunt zien. Voor hen zorgen we voor extra voorzieningen, zoals hellingbanen, geleidelijnen, liften en brailleplaatjes. Stations verbeteren gaat van heel grote dingen, zoals nieuwe grote informatieschermen, extra liften of roltrappen tot kleine dingen. Verbouwen doen we om stations bij de tijd te krijgen. Daarnaast werken we aan allerlei slimme dingen. De verlichting in stations wordt vervangen door ledverlichting. In de avonduren willen we werken met dimmers voor de verlichting die reageren op niet alleen het licht, als het donker wordt, maar ook op de aanwezigheid van reizigers. Hoe reizigers het waarderen is belangrijk voor ons.”
De tips: “We willen stations duurzamer maken. Denk aan de zonnepanelen op het dak van Rotterdam Centraal en boven de perrons in Utrecht. Het gaat er niet alleen om de stations ruimer of aangenamer te maken, maar ook duurzamer. De trein is een duurzaam vervoersmiddel, de potentie op de stations is enorm.”
Goed geslaagde verbeteringen: “Stationsmeubilair is ook heel erg belangrijk voor een prettige beleving. Vernieuwde stations krijgen nieuw meubilair. Op sommige stations staan nu al nieuwe banken, die prettiger zitten. Op Utrecht centraal zijn plekjes gemaakt waar mensen kunnen zitten.”
Favoriete station: “Ik reis elke dag met de trein. Ik reis met plezier en ik ben op alle stations op een zekere manier wel trots. Mooie voorbeelden zijn Rotterdam, Arnhem, of Utrecht. Een favoriet heb ik niet echt: elk station heeft wel zijn eigen charme.”
Ineke van der Werf (directrice Rover)
“Een verbouwing is niet altijd een goed excuus. Stations moeten geen akelige, ongure plekken zijn waar geen hond komt. Het is belangrijk dat de basis op orde is. Als een verbouwing al jarenlang duurt moet het goed geregeld zijn. Het kan met hele simpele dingen beter, dingen die zo kunnen worden geregeld en al snel voor verbetering zorgen. Bij Amersfoort waren er jarenlang bij de ene roltrap wel bordjes met ‘links gaan, recht staan’, en bij de andere niet. Het is iets heel kleins, maar het werkt wel en nu kun je er mensen ook op wijzen: ‘mag ik er langs, want kijk: sticker’. Maar soms is het niet zo simpel. Er zijn zoveel partijen bij betrokken. Denk aan NS, maar ook de Metropoolregio, diverse gemeenten, ProRail, de ondernemers. Alle mensen die erbij zijn betrokken, hebben er ook allemaal een mening over. Dan ben je zo weer een paar maanden verder. Alle wijzigingen en plannen zijn ook afhankelijk van de plek, welke soorten vervoer er zijn, waar het station ligt. Het moet per station bekeken worden.”
De tips: “We gaan regelmatig met groepen op pad om werkbezoeken aan de stations te brengen, opvallende dingen op te schrijven. Dat doen we een paar keer per jaar. Dit werkt goed, we ondervinden aan den lijve hoe het werkt. Als je rondloopt in een geel hesje, klampen mensen je meteen aan. In een half uurtje zie je al zoveel, dan zie je zo wat er werkt en niet werkt. Het is goed als dat vaker gebeurt.”
Goed geslaagde verbeteringen: “De meeste mensen zijn positief over de verbouwde stations. Over het algemeen zijn ze er heel tevreden over. Met name de lichtinval wordt op veel stations verbeterd, dan is het veel lichter, dat is prettig.”
Minder goed geslaagde verbeteringen: “Je moet je fiets goed en snel kwijt kunnen. Gemeenten zien liever dat je je fiets bewaakt stalt, maar de bewaakte stallingen zijn soms verder van het spoor af dan de onbewaakte en soms zetten mensen de fiets niet eens in een stalling. Dat is wel een probleem, daar moet wel ruimte voor worden gemaakt.”
Favoriete station: “Rotterdam wordt als meest gastvrij genoemd. Het is ook een van de weinige stations die binnen budget en op tijd afgemaakt zijn. Het is een prettig station. Het is vrij simpel: je hebt aan de zijkanten de winkeltjes en daartussenin de sporen. Het is heel breed, je hebt niet het gevoel dat je overspoeld wordt door mensen. De poortjes zijn aan de voor – en achterkant: je hebt niet meteen last van de poortjes, daarvoor is er eerst ook nog heel veel ruimte. De Huiskamer is een heel prettige plek om te verblijven. Je vindt er makkelijk de weg en er is altijd wel wat te doen.”
De verbouwde stations
Utrecht
Station Utrecht was gebouwd voor zo’n 35 miljoen reizigers per jaar, dit is inmiddels al toegenomen tot 88 miljoen mensen, met een verwachte groei tot 100 miljoen in 2030. In het nieuwe station sluiten trein, bus en tram naadloos op elkaar aan.
Amsterdam
Station Amsterdam Centraal is de afgelopen jaren een behoorlijke bouwput geweest en klaar is het nog niet. De bedoeling is dat het project rond 2025 klaar is. Verbouwingen zijn al gaande sinds 1997.
Het station geldt ook wel als het drukst bezochte monument van Nederland. De verbouwing was onder meer nodig omdat er een grotere reizigersstroom verwacht werd: van 250.000 naar 300.000 per dag. Veranderingen zijn onder meer de verbouwing aan de IJ-hal, de komst van een ondergrondse én bovengrondse fietsenstalling, twee extra reizigerspassages, de verbreding van de oosttunnel en de restauratie van het Cuypers-gebouw.
Rotterdam
Het vernieuwde station in Rotterdam is nauwelijks meer terug te herkennen in vergelijking met het oude station. https://www.youtube.com/watch?v=zJeInPMPYRI Het is geopend in 2014, de verbouwing zelf heeft ruim tien jaar geduurd, waarvan de sluiting van het oude station plaatsvond in 2007.
Den Haag
Het oude station in de Hofstad is vorig jaar februari officieel heropend na een verbouwing van vijf jaar. Het station is groter, ruimer en lichter geworden. Behalve het station zelf is het gebied rondom het station ook aangepakt en verbeterd. Er zijn meer kantoren gerealiseerd, de winkels zijn gemoderniseerd en ook de RandstadRail is bij et station getrokken.
Delft
Station Delft heeft misschien nog wel de meest ingrijpende verandering ondergaan: het station is verplaatst naar een nieuwe spoortunnel, de Willem van Oranjetunnel gedoopt. Het station is nu meerlaags, met uiteraard een moderne variant van het wereldberoemde Delfts Blauw. De fietsenstalling zit tussen de bovengrond en de sporen in.
Breda
Breda is een populaire bestemming geworden. Niet alleen vanwege de Brabantse gezelligheid, maar ook doordat de hogesnelheidslijn er nu stopt. Het station is nu een plek waar reizen, werken, wonen en winkelen hand in hand gaan. Er zijn nog steeds zeven sporen en drie perrons: elk uur rijden er zestien treinen het station in. Het nieuwe station is in september vorig jaar officieel geopend.