‘Veel diagnoses dyslexie door slecht onderwijs’
Steeds meer kinderen worden gediagnosticeerd met ernstige lees- en rekenproblemen. De reden hiervoor? Slecht onderwijs. Dat stelt dyslexiehoogleraar Anna Bosman van de Radbout Universiteit in Nijmegen in het AD.
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat het percentage kinderen dat volgens ouders of verzorgers dyslexie heeft de laatste jaren licht is gestegen naar 8 procent. Het aantal leerlingen dat een dyslexieverklaring heeft, ligt echter veel hoger. En dat is zorgelijk. Volgens Bosman wordt de oorzaak in het algemeen bij kinderen gezocht, maar, zo stelt zij „we vergeten te checken of er wel goed onderwijs is gegeven.”
Verkeerd etiket
Al in 2008 kaartte Bosman aan dat de diagnose dyslexie nogal eens ten onrechte wordt gesteld. „We vermoeden dat ongeveer 1 procent van alle kinderen echt dyslectisch is, de rest heeft lees- en spelproblemen die ontstaan zijn door het onderwijs. Elke school die jaarlijks drie dyslectische leerlingen heeft, moet zich serieus afvragen wat ze fout doet”, vertelde zij aan tijdschrift Didaktief.
Het programma Rambam liet al zien dat een dyslexieverklaring eenvoudig te verkrijgen is en er dus misbruik van kan worden gemaakt. In een uitzending van Brandpunt werd bovendien gesteld dat veel kinderen ten onrechte het etiket dyslexie krijgen. „Het is zeker aannemelijk dat er een groep leerlingen is die moeite heeft met lezen en/of spelling en ten onrechte het etiket dyslexie heeft gekregen”, stelt ook minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer.
Volgens de Hersenstichting wordt in de volksmond al snel gesproken van dyslexie als een kind bijvoorbeeld moeite heeft met lezen, maar dit moet eerst worden aangetoond met een gedegen onderzoek. „Dyslexie is geen aangeleerde aandoening. Wel weten we dat dyslexie in grote mate erfelijk bepaald is”, stelt de organisatie. Dit onderzoek is een standaardprocedure en er zijn kosten aan verbonden. Bovendien kan het belastend zijn voor het kind.
Oefening baart kunst?
Bosman stelt dat er te weinig wordt geoefend in klassen. „Kinderen moeten de spellingregels goed in hun hoofd hebben. Bijvoorbeeld dat een g-klank voor een ‘t’ vrijwel altijd een ‘ch’ is en geen ‘g’.” Voor dyscalculie – rekenblindheid – geldt hetzelfde, stelt Bosman. Andere wetenschappers zijn het hiermee eens. „Er is wetenschappelijk bewijs dat kinderen meer moeten oefenen. Dat herhaling nodig is. Maar dat hoort men niet graag”, stelt hoogleraar Kees Vernooy tegen AD. Ook Ben Maassen, hoogleraar dyslexie, bevestigt dat meer oefening nodig is: „De praktijk is nu dat kinderen met dyslexie minder hoeven te lezen en te spellen, terwijl ze juist méér moeten oefenen.”
Meer dan stampen
Nikie van Hees werd in groep 3 gediagnosticeerd met dyscalculie en heeft met behulp van bijlessen uiteindelijk zelfs haar hbo-diploma gehaald in een economische richting. Zij is het oneens met de stelling dat ‘gewoon’ stampen voldoende is. Want hoewel veel oefenen en ezelsbruggetjes leren helpt, verdwijnt dyscalculie daar niet mee. „Het wordt meer een aangeleerd iets, waar je de achterliggende gedachte niet van snapt of uit kan leggen. Als een sommetje dus net wat anders is dan aangeleerd, snap je er dus weer helemaal niks van en snap je niks van de som.”
Van Hees benadrukt dat je met dyscalculie wordt geboren: „Zoals ieder zijn talenten of minderheden heeft." Ook Gesien Leguijt-Soldaat, moeder van een zoon met dyslexie, stelt dat dyslexie niet wordt veroorzaakt door slecht onderwijs. „Mijn zoon heeft al vanaf de eerste groep moeite gehad met letters en lezen. Hoeveel we ook geoefend hebben, de b werd een p en de d een b. Dat is nog steeds zo.” Zij stelt dan ook dat de leerkrachten op de Montessorischool waar haar zoon naar school hem juist goed hebben geholpen. „Zij hebben hem de ruimte gegeven de nadruk te leggen op zijn talenten.”
Andere talenten
Toch is Leguijt-Soldaat van mening dat Nederland ‘niet erg motiverend is voor kinderen met dyslexie of dyscalculie’. In Noorwegen gaat dit anders. „Mijn zoon leert op zijn manier lezen en schrijven mede met bijvoorbeeld hulpprogramma’s, dus niet door oeverloos gestamp, waar hij doodongelukkig van zou zijn geworden.” Bovendien krijgt hij veel meer ruimte om zijn echte talenten te ontwikkelen. Want hoewel dyslexie als een van zijn zwakkere kanten kan worden gezien, zijn er ook genoeg sterke kanten, zoals praktisch denken en creativiteit, stelt de moeder: „Deze eigenschappen tellen helaas niet mee in het Nederlandse systeem.”
Leguijt- Soldaat vat het mooi samen met een citaat van Einstein: „Iedereen is geniaal, maar als je een vis beoordeelt op zijn vaardigheid in bomen te klimmen, zal hij zichzelf zijn hele leven als mislukkeling beschouwen.”