Vluchtelingen blij met belkans Rode Kruis & Vodafone
Het Rode Kruis en Vodafone geven vluchtelingen de kans om 3 minuten te bellen met het thuisfront.
Het is een wat miezerige, kille vrijdagmiddag, als een moderne bus het asielzoekerscomplex in Ter Apel opdraait. Daar, diep in Groningen, zijn we op een terreingedeelte waar 325 mensen uit landen als Iran, Eritrea, Afghanistan en Syrië wachten op een eerste indicatie van een verblijfsstatus in Nederland. Het ziet er hier uit als een keurige, pas uit de grond gestampte nieuwbouwwijk. Alleen de tuintjes ontbreken. Het is er stil op straat, want met dit weer is het niet echt prettig om buiten te zijn als je uit een warm land komt.
Duizenden belletjes
Toch wordt het uiteindelijk druk. De bus is namelijk van het Rode Kruis, dat samen met provider Vodafone wat zon in het op dit moment zo onzekere leven van de asielzoekers komt brengen. Vrijwilligers stappen de ‘nieuwbouwwijk’ in en bellen overal aan om voorzien van flyers in verschillende talen te vertellen wat er mogelijk is: drie minuten bellen met het thuisfront. Mensen zonder telefoon of voor diegenen waarvoor het te duur is om de familie te laten weten hoe het met hen gaat, mogen de bus in. Sinds mei hebben enkele duizenden vluchtelingen van de belmogelijkheid gebruik gemaakt. Met het Powerful Connectionsprogramma laat Vodafone zien hoe mobiele technologie ingezet kan worden voor een betere maatschappij. Voor het verbinden van vluchtelingen werkt Vodafone samen met het Rode Kruis.
Vluchtelingen die willen bellen, worden ontvangen door de uiterst vriendelijke Klaas Jongstra uit het Drentse dorp Erica. Zijn werkzame leven bij Shell is voorbij en hij verplaatst de bus vrijwillig: „Ik wil alleen nog leuk werk doen.” Met leuk bedoelt hij bevredigend en dankbaar, geeft hij toe. „Soms heb je mensen die voor de eerste keer hun familie weer horen, dan zie je dankbaarheid. Soms horen ze ook dat er helemaal geen familie meer is, dan heb je een heel ander gesprek. Dan ben je een luisterend oor en bied je troost. Dan geef je slechts zekerheid, maar wel met een tissue erbij. Ja, dan moet ik wel eventjes slikken.”
Ondertussen belt een aardige veertiger uit Syrië, nadat de techniek door Fabienne Groen is uitgelegd. Zij is studente in Groningen en vindt het belangrijk om vrijwilligerswerk te doen. De man krijgt geen contact, maar kent zijn familie blijkbaar goed. „Ze zullen wel visite hebben. Over een uur kom ik terug.” Klaas Jongstra vertelt graag over de met geavanceerde apparatuur van Vodafone uitgeruste ‘belbus’. Over die keer dat een jonge vrouw met haar dochtertje, ook hier in Ter Apel, de bus betrad bijvoorbeeld. „Die kwam ook uit Syrië. Twee weken later was er in Delfzijl een man met een naam die ik voor mijn gevoel eerder had gezien. Ik had het goed en een week later waren ze herenigd. Dat was een letterlijke connectie.”
Opa en vader gebeld
Nietsvermoedend komt een gezin met kinderwagen aan wandelen. Klaas stapt op ze af en vertelt ze enthousiast over de mogelijkheid om te bellen. Ze zijn zichtbaar blij en grijpen de kans met beide handen aan. Het gezin blijkt uit Venezuela te komen, een land dat zwaar onder een crisis lijdt, maar waarvan je de bevolking niet meteen in een asielzoekerscomplex verwacht. „Wij hebben het land ook om een persoonlijke reden verlaten”, vertelt José, de man van het stel. Meer wil hij daar niet over kwijt. Hij heeft zijn opa even aan de telefoon gehad. Zijn vrouw Keyla belde haar vader: „Zo kon ons zoontje even met opa praten. We vroegen vooral hoe hún situatie is, want in Venezuela is het nogal ingewikkeld.” Het kleine mannetje, gekleed in een leuk trainingspak, heeft natuurlijk nog geen idee waarom hij in Ter Apel is. Als José gevraagd wordt of hij het belangrijk is dat zo’n belbus naar het complex komt, hoeft de tolk van de middag geen Spaans te vertalen. Zij lach is groot, zijn duim in de lucht.
Als mensen stralend de bus verlaten, dan is de dag voor busman Klaas geslaagd. Zoals een jongen uit Syrië deze middag, of een goedlachse man uit Georgië. Ook de eerder genoemde Fabienne Groen kan genieten van het kleine gebaar met mooie gevolgen. „Laatst had ik een meneer uit Eritrea. Toen hij de stemmen van zijn kinderen eenmaal hoorde kon hij niets meer. Ik heb toen het gesprek afgemaakt.” Zo zullen er in de bus van het Rode Kruis en Vodafone nog vele mooie en minder mooie momenten volgen. Als de winter intreedt, wordt de bus naar Griekenland verplaatst om de vluchtelingen contact te laten maken. Aan Klaas is gevraagd of hij de bus wil rijden.
Vodafone
Frank van de Kamp is werkzaam bij Vodafone en vrijwilliger bij het Rode Kruis: „Vodafone Foundation steunt het Rode Kruis onder andere met de bus. Als Vodafone leveren we bovendien enkele vrijwilligers die mensen bij het gratis bellen kunnen helpen. Het Rode Kruis heeft de Foundation gevraagd: kunnen jullie ons helpen? Wij hebben de bus en de apparatuur geleverd en bovendien betaalt Vodafone de belminuten. Het lijkt misschien een klein gebaar. Als we in Nederland willen bellen, bellen we gewoon. Dat vinden we normaal, maar is niet iedereen in de wereld gegeven. Met de bus kunnen we asielzoekers in drie minuutjes blij maken. Dan weet hun familie weer waar ze zijn. Vodafone wil mensen verbinden. Dat lukt met de Rode Kruis-bus optimaal.”
Rode Kruis
Tracing en mensen in contact brengen is van oudsher een van de kernactiviteiten van het Rode Kruis. „De afdeling Opsporing en Ondersteuning spoort mensen op en zorgt voor contactherstel met familieleden, als men elkaar is kwijtgeraakt door een conflict, emigratie of een natuurramp”, vertelt Lisa Zitman van het Rode Kruis. „Daarnaast doen we aan preventie en dan komt bijvoorbeeld het bellen om de hoek kijken. Daarmee voorkom je dat mensen elkaar uit het oog verliezen. Het kunnen bellen heeft een sterke emotionele waarde: het versterkt mensen in hun proces hier. Na traumatische ervaringen onderweg, heeft het even hebben van contact een grote impact. Maar ook voor de familie in het thuisland met een conflictsituatie is het belangrijk.”
De drieminutentelefoontjes in de bus zijn voor het Rode Kruis relatief nieuw, maar passen naadloos bij de tracingafdeling. Zitman: „In Nederland rijdt nu één bus, maar we doen het ook in bijvoorbeeld Italië, Griekenland en Mexico. Door Vodafone is de bus in ons land mogelijk geworden. Daarmee bieden we de bellers een stukje privacy. De bus heeft een meerwaarde.”
COA
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) heeft in Nederland op dit moment 39.000 asielzoekers in opvang. In Ter Apel wachten gemiddeld dertienhonderd mensen op een verblijfstatus. Jacqueline Engbers is blij met het bel-initiatief van het Rode Kruis en Vodafone. „Natuurlijk vinden we dat heel positief. We regelen graag een plek voor de bus en zorgen ervoor dat het allemaal goed verloopt.” Het COA probeert ook zelf communicatiemiddelen in de opvangcomplexen te regelen. Engbers: „Zo worden overal wifi-hotspots aangelegd. Dat is beter dan dat asielzoekers bijvoorbeeld in winkelcentra op zoek gaan naar wifi om te skypen of te bellen met het land van herkomst.”