Tsjernobyl opnieuw ingepakt tegen stralingsgevaar
Maar dan dertig jaar na de grootste kernramp uit de geschiedenis is hij klaar. De kap die de wereld een eeuw lang moet beschermen voor het radioactieve puin van de Oekraïense kerncentrale Tsjernobyl.
Een enorme vliegtuighangar op wielen, die met gemak over een flink voetbalstadion past. De ‘sarcofaag’ die de ontplofte kernreactor van Tsjernobyl van de buitenwereld moet afschermen is in alles enorm te noemen. Meer dan 100 meter hoog en 250 meter breed, het is grootste bewegende gebouw ooit in elkaar gezet.
Het hele project kostte 2,1 miljard euro. Geld dat onder andere werd betaald aan het Nederlandse bedrijf Mammoet dat betrokken was bij de bouw van het gevaarte van 35.000 ton (35 miljoen kilo) en het uiteindelijk zondag op zijn plaats rolde. Het sluitstuk van jaren werk
De ontploffing van kernreactor 4 op 26 april 1986 was de grootste kernramp uit de geschiedenis. Tijdens het ongeluk vielen 31 doden. Duizenden reddingswerkers en omwonenden werden ziek. De radioactieve wolk die door explosie de lucht in werd geslingerd trok over een groot deel van Europa.
Lekken
Direct na de ramp werd al begonnen met beschermende maatregelen. Mijnwerkers groeven tunnels onder de centrale om hier beton te storten. Zo werd voorkomen dat het gloeiendhete radioactieve reactorvat in de aarde zou verdwijnen. Ook werd in alle haast een betonnen overkapping over de centrale heen gebouwd, maar die lekte en begon af te brokkelen. Niet zo gek als je bedenkt dat het werk binnen een paar maanden klaar moest zijn.
Met de nieuwe overkapping zou de komende honderd jaar de dodelijke straling in de ontplofte kernreactor tegengehouden moeten worden. Daarna moet er een nieuw plan komen dat de straling tegenhoudt. In de tussentijd wordt geprobeerd om het radioactieve materiaal, dat nog steeds in de reactor ligt, op te ruimen en naar een veilige plek te brengen.