Schoolzwemmen gaat kopje onder
Ondanks zorgen over het aantal kinderen dat kan zwemmen, doen steeds minder scholen aan zwemles. Ook in de afgelopen drie jaar stopten veel basisscholen met het zwemmen tijdens schooltijd. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Mulier Instituut.
Sinds 1985 is schoolzwemmen niet meer verplicht. Het officiële standpunt is dat ouders verantwoordelijk zijn voor de zwemvaardigheid van hun kinderen.
Het was het begin van het einde van de zwemles met de klas. Begin jaren 90 ging meer dan 90 procent van de scholen nog zwemmen. In 2014 was daar nog maar 34 procent van over.
Verder gedaald
Die trend heeft zich volgens onderzoek van het Mulier Instituut de afgelopen jaren doorgezet. Sinds het laatste onderzoek is het aantal scholen dat aan schoolzwemmen doet verder gedaald tot 32 procent.
In de grote steden wordt op veel scholen nog wel gezwommen, de vier grootste steden van het land ondersteunen schoolzwemmen. Mogelijk omdat hier meer kinderen met een migrantenachtergrond wonen, die niet door hun ouders op zwemles worden gedaan.
Onder andere de Reddingsbrigade pleit al langer voor de terugkeer van het schoolzwemmen. Zij ziet een verband tussen het stoppen met schoolzwemmen en een groeiend aantal kinderen dat niet of nauwelijks kan zwemmen. Dat blijkt iedere zomer een groot gevaar te zijn. Het aantal zwemdoden stijgt al jaren, volgens de Reddingsbrigade omdat Nederlanders slechter zwemmen.
Nog minder
Maar het verdwijnen van het zwemmen op school lijkt nog niet gestopt. Van de scholen die nog wel aan wateractiviteiten doen, stopt meer dan 10 procent binnenkort. En dan gaat het niet om geld, wat lange tijd de belangrijkste reden voor scholen was om te stoppen. „Zwemmen kost veel tijd en gaat ten koste van andere vakken”, zegt onderzoeker Corry Floor van het Mulier Instituut. „Ook geven scholen aan dat ze de organisatie van het zwemmen ingewikkeld vinden.”